Alpentour Trophy: altijd leuk de parels en de ‘pain-in-the-asses’ rondom Schladming

Door Juul van Loon -

  • Staff pick

  • Sport

Alpentour Trophy: altijd leuk de parels en de ‘pain-in-the-asses’ rondom Schladming

Voor de achtste keer meedoen aan dezelfde MTB-meerdaagse, en er nog steeds veel plezier in hebben. En het is niet zo dat de Alpentour Trophy, want daar hebben we het hier over, net als bijvoorbeeld de Cape Epic, het parcours elk jaar grondig verandert. Wat is het toch dat deze vierdaagse MTB-wedstrijd in het Oostenrijkse Schladming zo leuk houdt?

Het is niet dat ik niet weet wat er komt. Maar stiekem hoop ik, al maak ik voor de achtste keer in de afgelopen vijftien jaar dezelfde haarspeldbocht naar links, dat het mee gaat vallen. Dat doet het niet. De klim heeft geen naam. Ja, ‘Pichl’. Naar het bergdorpje waar deze stevige beproeving start. Het is eigenlijk ook een skipiste. Drie kilometer zal het niet onder de 15 procent gaan, en daarna nog eens drie niet onder de 10 procent. Een geluk: ik geloof niet dat ik het ‘gravel’ waar we overheen rijden er ooit zo mooi bij heb zien liggen.

Ik zeg dat ik voor de achtste keer omhoog rij, maar ik denk haast dat het vaker moet zijn geweest. Eén ding is zeker, want dat heb ik opgezocht: ik sta voor de achtste keer aan de start van de Alpentour Trophy. Nog steeds is het Oostenrijkse bergdorp Schladming de plek waar alle vier de etappes van deze klassieker van start gaan. En nog steeds is er weinig gewijzigd in het parcours. Ik meen me te herinneren dat we ooit in een etappe ‘Pichl’ meer dan één keer beklommen, maar dat heb ik verdrongen. Het is een klim die áltijd het uiterste van je vergt. Laat staan als je ‘m twee keer op een dag moet doen.

Wat drijft iemand om acht keer dezelfde meerdaagse te rijden, over ook nog eens grotendeels hetzelfde parcours? Het antwoord is simpel en een kwestie van omdenken: de Alpentour Trophy zelf, en het parcours waar het overheen gaat. Zoek je namelijk een etappewedstrijd waarbij je niet voor verrassingen komt te staan, maar waar je – op het bergop trappen na dan – ‘makkelijk’ vier dagen optimaal kunt genieten van heerlijke paden door een prachtig Alpenlandschap, dan is dit je keuze. De Alpentour heeft een meer dan degelijke organisatie, een uitgebalanceerd parcours, een sterk en breed startveld, goed eten (inbegrepen!) en geen logistieke lastigheden omdat je vier dagen start en finisht op dezelfde plek. Je kunt er de mist niet mee ingaan.

Oké, ik geef eerlijk toe. Na de zevende keer dacht ik ook dat dit dan misschien toch de laatste keer zou zijn. Maar als ik afgelopen maart tijdens de Cape Epic hard ten val kom en mijn heup breek, ben ik al snel weer op zoek naar een eerste doel. Het herstel verloopt vlotjes, maar ik wil als ik weer mag koersen niet meteen het extreme opzoeken, zowel fysiek, technisch als mentaal. Het duurt niet lang voordat een inschrijving voor de Alpentour is geregeld. Daar weet ik wat ik kan verwachten, dat dat altijd goed en goed te doen is. En zo rijd ik eind juni voor de achtste keer de parels en de ‘pain-in-the-asses’ rondom Schladming.

Zoals de relatief ‘snelle’ etappe naar Hauser Kaibling, dit jaar de openingsrit van 58km en 1850 hoogtemeters. Een leuk – mits je houdt van bochtjes maken – slingerend gravelpaadje is nieuw aan de voet van de langste klim van de dag. Die is écht lang, maar alleen op het einde echt lastig. Daarna volgt eerst nog een retesnelle gravelweg voordat je begint aan een lange flowtrailafdaling in het Planai-bikepark. Die is haast eindeloos en het laatste gedeelte is echt stevig door hobbels. Ik stook mijn remmen (te) heet en verzuur in mijn armen in plaats van mijn benen. Gelukkig kun je dat stuk iedere dag oefenen: het is het einde van elke rit en aan de voet ligt de finish.

De rit onder de immense Dachstein Sudwand langs (70km/2750hm) is altijd een van mijn favorieten in de Alpentour Trophy. Het gaat deze tweede dag in de eerste 25 kilometer vrijwel alleen maar omhoog, maar wel door een schitterende omgeving en opnieuw ook regelmatig over perfect aangelegde, slingerende grindpaadjes. Bij eerdere deelnames waren die technisch nog lastiger met wat wortels, maar hier heeft de lokale overheid het wandelaars makkelijker willen maken. Ik weet niet of ik het een verbetering vind.

Wortels, en ook andere oneffenheden, krijgen we in deze etappe overigens nog genoeg. Ook het tweede gedeelte is zeker niet makkelijk. Na de hoogste top (steil einde!) worstel ik met mijn stuurmanskunsten op een afwisselende afdaling door een alpenweide en over een smal, tricky en grof gravelpad. Ik heb door mijn valpartij in de Cape Epic nog wat angst voor hoge snelheden en misschien dat ik door wat verkramping vol op een steen rij. Een lekke band is het gevolg, die met een plug gelukkig snel is verholpen.

Na wat korte beklimmingen liggen steevast leuke trails, regelmatig met lekkere worteltapijten. Uitdagend, maar altijd te doen – ook voor de wat minder ervaren deelnemers. Toch ben ik blij als ik zonder valpartij beneden ben. Al wacht na een van de steilere downhills meteen een nieuwe beproeving: Pichl. Oef, daar hoeven we het niet meer over te hebben …

Etappe 3 (58km/2500hm) is op voorhand een teleurstelling, maar dat verandert naarmate ik onderweg ben. In het verleden ging deze etappe, mits de sneeuw-omstandigheden dat toelieten, langs de Giglach Seen, een stel prachtige bergmeertjes boven de 2000 meter. Met een benenbreker van een klim ervoor, een bergpad met rotsen en keien bovenop en een high-speed rollercoaster terug het dal in. Letterlijk, en vaak ook figuurlijk een hoogtepunt van deze meerdaagse. Nu krijgt de organisatie helaas geen toestemming meer om daar te koersen en pakken we een andere lus. Die blijkt ook verrassend leuk (op een paar skipistes bergop na), met een paar nieuwe flowtrails en ook enkele meer natuurlijke paden naar beneden.

Tja, en dan na drie toch aardig stevige bergritten wacht het vaste toetje: een klimtijdrit. En niet zo maar een. Zo’n 1100hm in 11 kilometer met wat korte afdalingen en niet zo’n steil begin. Ja, want in de Alpentour Trophy bewaren ze het zwaarste tot het laatst. Het blijft een mooie gewaarwording om midden in het dorp in omgekeerde volgorde van het klassement te vertrekken, om vervolgens een strijd tegen de klok uit te vechten. Ik hou er wel van, zo hard mogelijk rijden met de blik op de powermeter.

En zeker ook met de blik op het pad voor je. Want waar het de eerste helft over gravel en asfalt omhoog gaat, is het vanaf het Planai-mittelstation menens. Via een krappe bocht naar rechts dient het zich aan. Een wandelpad. Met prima grind, zoals ik dat van de eerdere etappes gewend ben. Maar steil. Steiler dan Pichl. Van beneden tot boven is het het lichtste verzet trappen, kont op de punt van het zadel en neus op het stuur. Ach het is maar drie kilometer … maar wel 500 hoogtemeters!

Eenmaal boven zit het er ‘gelukkig’ op en val je met je neus in de boter van een altijd gezellige finisher-party. Een goed buffet in een lokale berghut, met Tiroler-muziek en een fantastisch uitzicht op de adembenemende Dachstein Sudwand waar je in de koninginnenrit misschien wat minder van hebt kunt genieten. Wat wil je nog meer? Nou … volgend jaar weer meedoen!

Early Bird-korting voor de Alpentour Trophy 2025

Tot 31/10/24 kan je via de website van de Alpentour Trophy genieten van een Early Bird-korting van 13%. Om die korting te bemachtigen, dien je volgende actiecode te vermelden bij inschrijving: AT25EARLY13. De Alpentour Trophy staat volgend jaar van 19 tot en met 22 juni 2025 op de kalender, kan solo of in duo gereden worden, en dat op de vertrouwde locatie in Schladming.

Inschrijven kan via https://alpen-tour.at

Foto’s: ©Alpentour/Marketa Navratilova & Regina Stanger

DoorJuul van Loon