Alpentour Trophy: mijn gevecht in de achterhoede
Door Jorgen Coene -
Van zodra de mensen je hartelijk begroeten met ‘grüß Gott’, weet je dat je je ergens in de Alpenlanden moet bevinden. Ik sta aan de vooravond van de Alpentour Trophy en ik kuier nog wat rond in de straatjes van het Oostenrijkse Schladming dat de komende vier dagen mijn thuishaven zal zijn. Vier dagen waarin de bergen rondom het gezellige skioord zich van hun beste zijde zullen laten bewonderen. Of zijn ze toch eerder meedogenloos?
“Was ist das hier …” De Alpentour Trophy is nog maar amper 50 kilometer ver of het melkzuur in mijn benen heeft al een ongekende hoogte bereikt. Ik mag vanmorgen dan wel met een klein hartje vertrokken zijn, dit had ik nu ook niet meteen verwacht. Op de Hochwurzen, de eerste grote klepper van de dag, draaide ik rustig mijn tempo om nadien in de afdaling meteen geconfronteerd te worden met wat men in de Alpen verstaat onder afdalen. Stenen, wortels, draaien en keren, noem maar op, het was er allemaal … Het is me dan ook meteen duidelijk dat de bergen hier rond Schladming zowel bergop als bergaf van een ander kaliber zijn dan de heuvels bij mij thuis in de Belgische Druivenstreek.
Nadat ik zonder kleerscheuren beneden kom, uiterlijk toch, want innerlijk voelt het al alsof ik helemaal verscheurd ben, kan ik in de vallei op adem komen op een brede schotterweg. Ik vind het heerlijk om zo naast de rivier te cruisen en geniet van elke meter. Stilaan begin ik toch weer hoogte te winnen en enkele haarspeldbochten later sta ik in Ursprungalm aan de waterpost. Ursprungalm is amper enkele huizen groot, maar ik ben er meteen gecharmeerd door de gezellige aanblik en het uitzicht op de omliggende bergen.
Met al mijn zintuigen neem ik de omgeving in me op, daarvoor ben ik uiteindelijk toch hier, en ik raap al mijn moed bijeen voor het laatste stuk naar de Giglach Seen, wat volgens mijn gastvrouw in Schladming enkele idyllische bergmeren moeten zijn op een hoogte van 2000 meter. Ergens had er toch al een alarmbelletje moeten rinkelen in mijn achterhoofd, maar blijkbaar had ik even last van een kortsluiting, want als ik het laatste huisje van Ursprungalm achter me laat en voor me kijk, valt mijn moed die ik net opgeraapt heb meteen weer op de grond. Verstijfd kijk ik naar de immense muur die voor me opduikt. Die van Geraardsbergen en Huy verbleken bij wat ik hier zie. Ik wring en wroet de berg op, maar er lijkt maar geen einde aan te komen.
Mijn moed, die ik net opgeraapt heb, valt meteen weer op de grond
Vraag me niet hoe ik er geraakt ben, maar meer dood dan levend strompel ik door de sneeuwvelden op de top. Gelukkig leef ik nog net voldoende om het prachtige uitzicht op de Giglach Seen te kunnen bewonderen, want daar was niets over gelogen. Dit is echt een plek waar je graag wat langer blijft hangen om er in alle rust van te kunnen genieten. Maar het is koers en ik heb dan ook geen tijd te verliezen. Ik beloof mezelf dat ik hier op een ander moment nog wel eens terugkom en vervolg het pad naast het meer. Vlot bollen doet het hier nog niet, daarvoor moet ik nog te veel van de fiets om de resten sneeuw en de stenen en rotsen te ontwijken.
Een lange afdaling verder, sturen de pijlen me de tegenovergestelde richting uit dan waar ik vermoed dat Schladming moet liggen. De organsiatie haalde hier nog een extraatje uit de achterzak om ons over een uphilletje met de schrikwekkende naam ‘Wiese des Grauens Horror Meadow’ te sturen. De afgrijselijkste horrorscenario’s flitsen al door mijn hoofd, maar zoals zo vaak ziet de werkelijkheid er geheel anders uit. Het pad door de lieflijk groene alpenweide hoort dan ook eerder thuis in een romantische scène dan in een horroscenario, al denken mijn benen er wel anders over.
Ik pomp mezelf wat moed in en maak de bedenking dat er nog niemand binnen kan zijn, want er hangt tenslotte nog een gans peloton achter mij. De eerlijkheid dient me te zeggen dat het tegenovergestelde dichter bij de waarheid ligt en dat het grootste deel van het peloton vandaag voor me reed in plaats van achter me. ’s Avonds bij het avondeten, dat overigens uitstekend was en net als de andere dagen geserveerd werd in de congreszaal van Schaldming, krijg ik al spontaan een zwak moment als ik nog maar aan de rit van morgen denk.
Dag twee en we doen er vandaag nog wat kilometers en hoogtemeters bij in vergelijking met gisteren; 68 kilometer mag dan niet onoverkomelijk lijken, 3000 hoogtemeters is al andere koek.
De eerste klim, naar de Dachstein die noordelijk van Schladming ligt, telt meteen mee voor het bergklassement, maar die punten gun ik met alle plezier aan mijn concurrenten.
Ik bekijk de koers dan ook liever van op de tweede rij. Nu ja, misschien klinkt de voorlaatste rij iets beter, maar je kan dat ook filosofisch bekijken. Dubbel zo lang op de fiets, betekent ook dubbel zo lang in de prachtige natuur rond Schladming. Ik ben hier nu eenmaal niet om op mijn hotelkamer te zitten.
Plots roept een andere deelnemer me in het voorbijrijden toe: “Je moet genieten Jorgen …”. Ik weet even niet wat antwoorden door deze verrassende opmerking en schiet spontaan in de lach. Je moet niet bang zijn, ik geniet, ook al hunkeren bepaalde lichaamsdelen eerder naar een zachte sofa dan naar dat verdomde fietszadel.
Je moet genieten Jorgen …
Het lachen vergaat ons iets verderop toch even als we net na de bevoorrading in Ramsau weer steil omhoog mogen naar de top van de skischans. Het is geweten dat schansspringers een steile flank nodig hebben en ik raad iedereen dan ook af om hier een blik omhoog te werpen. Straffe mannen en vrouwen die hier naar boven rijden. Zelf moet ik op de steile puist van de fiets om naar de afsprong van de skischans te klauteren. Het is diepgaan, maar weer red ik het.
Gelukkig maakt de huisfotograaf van Vojo me op de derde dag op tijd wakker voor het ontbijt (zie ik daar leedvermaak in zijn ogen) of ik zou los door het startschot heen geslapen hebben …
En dat zou zonde geweest zijn, want dan zou ik dit prachtige uitzicht aan de Hauser Kaibling gemist hebben. Al moet je er wat voor over hebben om van dat uitzicht te kunnen genieten. De eerste twintig kilometer waren nog niet te moeilijk, uitgezonderd dat lastige pad vol wortels waarop je helemaal doorheen geschud wordt. Maar dan is daar plots die dekselse klim naar de Hauser Kaibling: 1100 hoogtemeters in ocharme 12 kilometer. Had ik daarnet geen kabellift opgemerkt? Nee, dat zou flauw zijn, ik ben hier om te fietsen …
Net als de voorbije dagen mag ik aan het slot van de etappe de remmen weer loslaten in het bikepark van Schladming, waar beneden de finish op me wacht. Ondanks de vermoeidheid is geconcentreerd blijven de boodschap, want de minste fout betekent dat je hier in het Oostenrijkse stof bijt.
Ik kom heelhuids beneden en nu rest me enkel nog de slottijdrit. In een moment van zinsverbijstering schiet even het woord ‘opgeven’ door mijn hoofd als ik nog maar denk aan de 14 kilometer lange slotklim om de top van de Planai te bereiken, alvorens ik me finisher zal mogen noemen van de Alpentour Trophy 2017.
In een moment van zinsverbijstering schiet even het woord ‘opgeven’ door mijn hoofd
Maar natuurlijk sta ook ik de volgende dag plichtsbewust aan de start met één blik op de chrono gericht. Starten doen we om de twintig seconden. Ik ben nog maar amper enkele honderden meters ver of de eerste schiet me al voorbij. Overmoed! Als we het asfalt verlaten en de skipiste opdraaien zie ik dat de dappere net als ik zich in de alpenweiden parkeert. Maar nog niet definitief. Dat stellen we nog even uit, want we moeten eerst nog 1300 hoogtemeters overwinnen om de eindmeet te zien die boven op ons wacht.
Vraag me niet hoe ik het gedaan heb en waar ik de kracht nog heb gehaald, maar ik ben er geraakt. En who cares dat ik ver achter eindwinnaar Geismayr ben geëindigd. Deelnemen is ook hier nog altijd belangrijker dan winnen en het gevoel van die eindstreep te overschrijden is zo onwezenlijk mooi dat ook ik me een winnaar voel, al heb ik de voorbije vier dagen vooral een gevecht geleverd in de achterhoede.
Heb je zelf zin gekregen om deel te nemen aan de Alpentour Trophy, neem dan een kijkje op de website www.alpen-tour.at.
De uitslagen van de Alpentour Trophy 2017 kan je hier terugvinden: Rit 1 – Rit 2 – Rit 3 – Rit 4