Bart Brentjens Challenge: ontspanning en hectiek in Zuid-Limburg
Door Juul van Loon -
“Bizar hard afgezien!” De drie woorden waarmee wegprof Pascal Eenkhoorn van Jumbo-Visma op zijn Strava-account zijn winst in de Bart Brentjens Challenge omschrijft laten weinig aan de verbeelding over. Zijn oud-collega Laurens ten Dam (nu gravelprof) komt er in zijn bekende podcast op terug. Hij vindt vanzelfsprekend het gravelbiken met zijn veel langere wedstrijden (behalve het WK dan toch) een stuk zwaarder. En alhoewel dat nog wel te bediscussiëren is, slaat Ten Dam daarbij ook onbewust de spijker op zijn kop.
Hij heeft het namelijk niet over de Bart Brentjens Challenge, maar over de Bart Brentjens Classic. Niet de juiste naam voor de 105 kilometer lange marathon, maar wel een mooie omschrijving. In zeventien edities is de mountainbikemarathon in Zuid-Limburg uitgegroeid tot een klassieker. Vaak toneel van het Nederlands kampioenschap, vaak met een ijzersterk deelnemersveld, altijd met tegen de 2000 fanatiekelingen die op een door hun uitgekozen afstand vanuit startplaats Eijsden genieten van de Limburgse (en Belgische) heuvels.
Zelf deed ik regelmatig mee aan de wedstrijd, zeker de laatste jaren. Vorig jaar probeerde ik Nederlands kampioen te worden bij de Masters 30+, een poging die strandde op de derde plek. Nu staat er minder druk op de ketel. Want geen NK, en al een heerlijk seizoen met prachtige meerdaagse wedstrijden ‘in the pocket’. De Bart Brentjens is het toetje dat met perfecte weersomstandigheden een heerlijk zoete smaak krijgt.
Waar ik in het verleden altijd zorgde dat ik elke meter van het parcours kende met meerdere verkenningen ter plaatse, zijn de eerste 30 kilometer nu een verrassing. Het stuk parcours door de Voerstreek is hertekend. Iets minder lastige paden, concludeer ik uit een komoot-studie van de route de dag vooraf.
Vanaf midden in het startvak probeer ik me staande te houden in al het geweld om me heen. Het mooie aan de ‘BBC’: er komen niet alleen fervente marathonbikers op af, maar ook – veelal jonge honden – uit de crosscountry en het wegwielrennen. Chaos dus, maar mij maken ze vandaag niet gek, heb ik me voorgenomen. In de openingsfase hou ik me zoveel mogelijk buiten het gevecht om de posities. Probeer slim mee te schuiven en winst te pakken waar dat kan. De eerste flessenhals, het bekende grasveld net over de A2, kom ik zo goed door.
Daarna wordt het al snel hectisch. Vlak voor de eerste klim schuift de man op kop onderuit. In de remreactie die tientallen meters daarachter ook mij bereikt schiet ik binnendoor. Een geluk bij een ongeluk: ik pak weer wat plekken winst. De klim gaat volle bak, ik zit midden in het gevecht en het is dringen. Als we de Belgische grens over rijden, vormen we een lang lint. De laagstaande zon en het opwaaiende stof zijn een extra hindernis. Soms rij ik enkele tientallen meters ‘op de tast’.
De ontspannen-modus die ik me heb voorgenomen is al lang ingewisseld voor diehard-koersmodus.
Het parcours wordt langzaam maar zeker lastiger, de strijd niet minder. De ontspannen-modus die ik me heb voorgenomen is al lang ingewisseld voor diehard-koersmodus. Ik kom in een groepje terecht van een man of vijf. Elke bocht, elke hupje omhoog of downhill naar beneden is het oppassen geblazen. De GPX-route die ik op mijn fietscomputer heb ingesteld, betaalt zich uit als een paar mannen rechtdoor een weiland inschieten. Niet lang daarna zien we de kopgroep van een man of vijftien rijden. Met een stevige, wat overenthousiaste inspanning rijden we met een paar man het gat dicht.
Precies op tijd om te zien dat Eenkhoorn er vandaag zin in heeft. Onderaan de klim zit hij nog verscholen achter in de kopgroep, bovenop trekt hij de boel op een lint. Ik zie daarna niet meer wat er in de strijd om de zege gebeurt, maar ben vooral bezig mijn eigen positie te behouden. Dat is tijdens de Bart Brentjens Challenge áltijd makkelijker gezegd dan gedaan. De lastige kuitenbijters volgen elkaar in hoog tempo op, inclusief de offroad-versie van de Keutenberg, dit jaar terug in het parcours.
Helaas ontkom je in Zuid-Limburg ook niet aan andere hindernissen. We rijden onze wedstrijd op de postzegel die het heuvelachtigste stukje van Nederland is, ook nog eens in prachtig weer. Op de openbare weg, met andere recreanten (bewoners én toeristen) die op hun manier (te paard, te fiets, te voet) van de prachtige omgeving genieten en niet in de gaten hebben dat er een mountainbikewedstrijd aan de gang is. Soms omdat ze het niet willen weten (en waarschuwingsborden negeren), soms omdat ze het niet kunnen weten (omdat waarschuwingsborden ontbreken of zijn weggehaald).
Elkaar een plezier gunnen, even moeten wachten of plannen of route aanpassen komt in het woordenboek van een Nederlander op zondag niet altijd voor.
En dan zijn er nog de tientallen oversteek-passages. Ze worden bijna allemaal bewaakt door een verkeersregelaar, maar die zijn niet allemaal even bedreven én krijgen soms te maken met automobilisten die niet willen luisteren naar hun signalen. Elkaar een plezier gunnen, even moeten wachten of plannen of route aanpassen komt in het woordenboek van een Nederlander op zondag niet altijd voor.
Het zorgt soms voor gevaarlijke situaties en het gaat ook mis. Koploper Tom Schellekens botst in een blinde bocht in een afdaling net voorbij halfweg koers vol tegen een recreatieve mountainbiker. Het kost ook achtervolgers Teus Ruijter en Wim de Bruijn hun koers: zij stoppen om eerste hulp te verlenen. De recreant heeft geen schade, Schellekens kan later zelf richting de ambulance lopen, in het ziekenhuis blijkt dat hij een hersenschudding heeft en zijn hand heeft gebroken.
Als ik die valpartij ben gepasseerd, zit ik nog steeds op mijn limiet. Op de draai-en-keer-passage tussen Valkenburg en Berg en Terblijt merk ik dat het beste er vanaf is. Ik moet lossen bij mijn vluchtmakkers, en haak met moeite aan bij een achteropkomende grote groep. Daarin een paar jonge gasten, maar ook oud-wegprof Bram Tankink. Die heeft het zwaar geeft hij aan. ,,Dit is mijn enige koers dit jaar.”
Ik realiseer me dat ik er al meer dan dertig marathons heb opzitten. Op de snelle, vlakkere stukken richting de finale wordt er volop doorgetrokken. Waar Tankink zich gehaaid verschuilt in de waaier, word ik uit de wielen gereden. Omdat mijn versnellingsapparaat na duizenden wedstrijdkilometers niet meer helemaal doet wat ik wil, maar vooral omdat de (mentale) pijp leeg is.
Voorin rijden Eenkhoorn en Jens van den Dool samen op de finishstraat in Eijsden af, waar Eenkhoorn de sprint wint. De knapste prestatie van de dag komt misschien wel op naam van Nederlands kampioen Tim Smeenge, die na een vroege lekke band en wielwissel zich terugvecht in koers en alsnog als derde finisht. Zelf word ik na een matig laatste uur zeventiende, terwijl de mannen bij wie ik lang aan het elastiek heb gehangen de top tien halen.
Het maakt me niet zoveel uit. Ik heb opnieuw genoten van de Bart Brentjens Challenge. Ik hoop dat dat nog veel vaker gaat gebeuren, dat de ‘classic’ nog meer een klassieker wordt. Maar, als organisatie én als marathonbikers, moeten we wel kritisch kijken naar het delen van het parcours met andere recreanten. Mountainbiken op de openbare weg in Nederland is nooit zonder risico’s geweest, maar die risico’s mogen eigenlijk niet groter worden dan tijdens deze editie.
Alle uitslagen van de Bart Brentjens Challenge (Karen Brouwer won bij de vrouwen) zijn hier te bekijken.