Bike Check | De fietsen van de wereldbeker XC 2023 (deel 2/2)
Door Olivier Béart -
Ter gelegenheid van de hervatting van de wereldbeker in het Tsjechische Nove Mesto, hebben we de stands van de teams in de paddocks afgezocht en de fietsen van de beste XC-renners “gestolen” voor een paar foto’s voordat we met de kampioenen en hun mecaniciens spraken. In het tweede en laatste deel van deze grote Bike Check van de XC-teamfietsen van 2023 is het de beurt aan de fietsen van het mannelijke XC-veld.
Beginnen doen we met een opvallend feitje: van de 28 fietsen die we in Nove Mesto op de gevoelige plaat hebben vastgelegd, was geen enkele een hardtail! En dat moet toch wel een primeur geweest zijn, ook al zal het meegespeeld hebben dat we dit artikel in Nove Mesto hebben ingeblikt en niet in klimkoersen als Les Gets of Leogang. Maar je kan toch niet naast de evolutie zien. Andere punten die de afgelopen jaren aanzienlijk geëvolueerd zijn: de banden zijn breder geworden en de meeste renners rijden nu met een breedte van 2.3 of 2.4″, de telescopische zadelpen is essentieel geworden, de veerweg is groter geworden en draait vaak rond de 110 of 120 millimeter aan de voorkant in plaats van 100 millimeter, de stuurpennen lijken korter geworden en minder naar beneden hellend, … En dan hebben we het enkel over de onderdelen en hebben we het nog niet gehad over de evolutie van de frames. Of het de evolutie van het materiaal is dat de circuits van de wereldbeker doet evolueren of omgekeerd, dat is moeilijk te zeggen.
De Pinarello Dogma XC van Tom Pidcock
Dit is zonder twijfel een van de meest in het oog springende fietsen van dit begin van het seizoen. Hij markeert inderdaad de terugkeer van het Italiaanse merk naar het mountainbiken. Dat is geen primeur, er stonden in de jaren 90 al fietsen met dikke banden in de Pinarello-catalogus en meer recentelijk ook halverwege de jaren 2010, maar ze werden nooit gebruikt door een structuur van het niveau van Ineos en door atleten van het kaliber als Pauline Ferrand-Prévot en Tom Pidcock. Ter herinnering: de voorgaande seizoenen en bij zijn olympische titel gebruikte de Brit een ‘anonieme’ BMC Fourstroke. Een situatie die niet kon blijven duren gezien de steeds serieuzere betrokkenheid van Ineos bij alle wielerdisciplines, inclusief het mountainbiken, en de zeer duidelijke wens van Tom Pidcock en Pauline Ferrand-Prévot om door te gaan in een multidisciplinair programma.
Deze nieuwe Pinarello wordt niet voor het einde van het jaar op de markt verwacht, maar het merk heeft het model al officieel gepresenteerd en we hebben de hoofdlijnen ervan al toegelicht in dit artikel: Nieuw 2023 | Pinarello maakt met de Dogma XC zijn grote MTB-comeback.
Het frame is volledig van carbon en onderscheidt zich door zijn verstevigde bottom bracket, waar we een opening zien in het bovenste deel, en vooral door zijn achterarm uit twee delen dat alleen verbonden is door het hoofdscharnierpunt en de verankering aan de link. Meestal zitten er altijd één of meerdere verstevigingsbruggen tussen de liggende en/of staande achtervork. Door deze te verwijderen kan volgens Pinarello ruimte worden gewonnen voor een korte liggende achtervork zonder de speling van de band te benadelen, en de stijfheid van het frame beter gedoseerd worden.
Tom Pidcock heeft recht op een gepersonaliseerde afwerking, het voorrecht van een olympisch kampioen, die herinnert aan zijn gouden medaille en ook aan de kleuren van de regenboogtrui (die hij (nog) niet heeft gewonnen in het XC-mountainbiken, maar wel in het veldrijden en … in het e-mountainbiken). We merken ook het motto “play your cards right” op, dat verwijst naar het tactische vernuft van de piloot.
Een andere grote attractie op deze fiets: de elektronisch gestuurde SR Suntour-veringen. Die waren ook al aanwezig op de BMC Fourstroke waarop Pidcock eerder reed, maar hier werden ze vanaf de ontwerpfase van de fiets opgenomen in de plannen. Zo is de batterij van het systeem in het frame geïntegreerd en zijn er openingen voorzien om de kabels door te voeren.
We kennen niet alle details van hoe het werkt, maar de belangrijkste sensor die wordt gebruikt om het terrein te lezen, zou in de vork zitten (SR Suntour Axon 34 met carbon t-stuk/stuurbuis) en zou bijna in realtime de werking van de veringen in compressie regelen volgens het reliëf van het terrein. Tijdens testdagen worden de grote lijnen van de instellingen per renner vastgelegd en via een app op hun smartphone kunnen de renners vervolgens deze instellingen per circuit heel eenvoudig zelf finetunen. Maar het doel is dat ze, eens ze aan de wedstrijd bezig zijn, zich geen zorgen meer hoeven te maken over hun veringen en dat ze de elektronica het werk kunnen laten doen.
Afhankelijk van de tracks hebben de renners de keuze tussen twee configuraties voor de veerweg: 100/90 of 120/100 millimeter (voor/achter). Een commercialisering in kleine series van deze elektronische veringen lijkt op de planning te staan van SR Suntour.
Wil je nog meer originele onderdelen? Oké, laten we het even over de wielen hebben! Hier gaat het om een set van Princeton Carbon Works, een Amerikaans merk dat vooral bekend is in wegmiddens en daar al partner is van Ineos Grenadiers. Het merk is gespecialiseerd in high-end wielen met een instapprijs van 3000 dollar per paar. De naven doen denken aan modellen van Tune (dat gewend is om voor andere merken te produceren), maar het zijn vooral de velgen in de vorm van een ‘golf’ die in het oog springen. Die vorm is bedoeld om de zones waar de spaken worden verankerd te optimaliseren (stevigheid, spaakhoek, offset). Voor de rest weten we enkel dat de interne breedte 30 millimeter bedraagt en dat er ‘binnenkort’ een commercialisatie zit aan te komen.
De cockpit van Most (het accessoiremerk van Pinarello) valt op door zijn zowel zeer massieve als slanke stuurpen. De headset heeft een vergrendelingssysteem om te voorkomen dat het stuur in contact komt met het frame. Let op de specifieke GPS-steun die ontwikkeld werd door K-Edge, een specialist in dit soort kleine accessoires.
Shimano is minder zichtbaar in de paddocks dan Sram, dat harten weet te winnen met nieuwe technologieën, maar de Japanse reus is nog steeds een partner van belangrijke teams die het merk vele overwinningen opleveren! Tom Pidcock rijdt met een nogal atypische configuratie: een 34t kettingblad voor (wat relatief klein is in vergelijking met zijn concurrenten die regelmatig voor 36 tanden kiezen, of zelfs voor 38 in de shorttrack) en een 10/45 cassette met een gemiddelde derailleurkooi. Hierdoor zijn de schakelstappen kleiner, een punt waarvoor hij als wegrenner gevoelig is. Je zult ook de SRM-vermogensmeter (een pionier in het domein en nog steeds een referentie) opmerken op de ster tussen de cranks en het kettingblad.
Eindigen doen we met de Vertical Helium-zadelpen, een van de lichtste op de markt (tussen 300 en 350 gram, afhankelijk van de versie). Het onderste deel is van carbon, de binnenste pen van aluminium en de bouten van titanium. De cartridge is eenvoudig en ontworpen voor betrouwbaarheid.
De BMC Fourstroke 01 van Titouan Carod
Op naar de tenten van Team BMC voor een van de meest interessante fietsen in de paddocks, de BMC Fourstroke 01. Dit nieuwe model, dat eind vorig jaar werd gepresenteerd, is op het eerste gezicht niets bijzonders, maar als je het van wat dichterbij bekijkt, springen twee dingen in het oog.
Ten eerste natuurlijk de Öhlins-veringen. Het Zweedse merk, dat goed ingeburgerd is in DH en enduro, waagt zich dit jaar aan de XC en zoals gewoonlijk doet het dit via competitie. De producten waar het team op rijdt zijn nog maar net beschikbaar voor het publiek: ziehier de RXF34 m.1-vork en TXC Air-demper.
Ten tweede is er de geïntegreerde AutoDrop-telescopische zadelpen die zelfstandig kan inzakken dankzij een op perslucht gebaseerd systeem. Je kunt tot 14 bar druk in de schuine buis opslaan, die als reservoir fungeert. Als je op de hendel drukt, heb je twee mogelijkheden: de eerste ontgrendelt de zadelpen op een volledig klassieke manier (het is degene die je gebruikt om hem omhoog te brengen), maar de tweede opent een doorgang voor de lucht. De lucht sluipt dan een kleine kamer binnen en oefent een kracht uit die de zadelpen laat zakken. Laat de hendel los en alles vergrendelt met het zadel in de lage positie. BMC heeft berekend dat dit 50-75 squats bespaart tijdens een WB-wedstrijd. Meer over de AutoDrop lees je hier: Test nieuw | BMC Fourstroke 01 & Fourstroke LT: the fight club.
Verder zien we een Sram XX SL-aandrijving, hier met de vermogenssensor in het crankstel. Team BMC was een van de eerste teams die hiervan profiteerde en er vorig jaar – nog voor de presentatie aan het grote publiek – mee naar de top van het podium reed in de wereldbeker (bijvoorbeeld dankzij de overwinning van Titouan Carod in Val di Sole).
Voor de wielen kan het team kiezen uit de Duke-catalogus, een langdurige partner. Dit jaar schakelde het team over op Pirelli-banden na verschillende seizoenen met Vittoria.
Op de fiets van Jordan Sarrou (met stuurbord nr. 10) merken we bij het afronden een merkwaardige cockpit uit één stuk op zonder enig logo of markering. Een prototype van BMC of een verborgen model van een ander merk? Titouan Carod zelf bleef trouw aan een klassieke combinatie van stuur en stuurpen. Let ook op de oplossing die de Franse kampioen heeft gekozen om de zadelpen en de vering te bedienen: de hendel voor de eerste bevindt zich onder het handvat en de lockout (van DT Swiss) bovenop het stuur, wat een beetje gymnastiek vereist, maar met de twee inkepingen van de AutoDrop was er waarschijnlijk geen betere oplossing.
De Canyon Lux World Cup van Sam Gaze
Bij zijn overstap naar de profs werd Sam Gaze beschouwd als een van de toekomstige grootheden van de XC. Bij de beloften werd hij zowel in 2016 als 2017 wereldkampioen en de Nieuw-Zeelander verbaasde in 2018 vriend en vijand door te zegevieren in zijn eerste World Cup bij de elites, in Stellenbosch. Het resultaat op zich was al indrukwekkend, want bij de mannen is het zeldzaam om coureurs vanaf het eerste seizoen op dit niveau te zien presteren, maar de manier waarop was nog indrukwekkender: in de sprint klopte hij niemand minder dan Nino Schurter! Sindsdien heeft de Nieuw-Zeelander een moeilijke periode doorgemaakt met blessures en depressies, maar in 2022 trad hij terug op de voorgrond. Hij werd in drie weken tijd zowel wereldkampioen in de XCC als XCM, en dat met tussen beide wedstrijden in een gebroken sleutelbeen!
Dit seizoen rijdt hij op een Canyon Lux World Cup die een eerbetoon is aan zijn twee regenboogtruien. De basis is erg sober, zoals de fiets van Loana Lecomte die we je een paar dagen geleden hebben gepresenteerd (Bike Check | De fietsen van de wereldbeker XC 2023 (deel 1/2)), maar het finale resultaat is net zo geslaagd.
Voor de rest zijn die twee fietsen helemaal anders, aangezien de ploeg Alpecin-Deceuninck (waarvoor ook Puck Pieterse en Mathieu van der Poel rijden) wordt uitgerust door Fox en Shimano, waar Canyon Cllctv XCO van de Française op Sram en RockShox rekent. Zoals bijna iedereen rijdt Sam Gaze vooraan op een Fox 34 SC in plaats van een 32 SC, die lichter is maar door de renners soms als te flexibel wordt beschouwd en vooral beperkt is tot 100 millimeter veerweg.
In theorie zouden we een Shimano XTR-aandrijving moeten zien. Voor de achterste remklauw werd een Dura-Ace model voor op de weg ingezet (vanwege een tekort aan XTR’s in de Flatmount-standaard?) en we werden vriendelijk verzocht om geen al te gedetailleerde foto’s van de velgen te maken.
Ook op de fiets van Sam Gaze zien we Maxxis Aspen-banden, hier in een Exo 170 tpi-karkas gereserveerd voor atleten.
Jaroslav Kulhavy ging enkele jaren geleden met pensioen, maar we kunnen rekenen op Sam Gaze om de fakkel over te nemen van de meest indrukwekkende zitpositie. De Nieuw-Zeelander is een voormalig teamgenoot van de boomlange Tsjech en is zelf ook groot (1m89). Zijn zitpositie is dan ook min of meer vergelijkbaar met die van Kulhavy. De stuurpen is zo lang dat de Canyon-cockpit uit één stuk niet beschikbaar is in deze maat en we zien ook geen dropper post. De hellingshoek van het zadel is wel relatief klassiek, dat zal nog lang het handelsmerk van Kulhavy blijven …
De BH Lynx Race van David Valero
Het Spaanse merk BH mocht in 2022 van de overwinning proeven met zijn sterrijder David Valero, die won in Snowshoe en momenteel de nummer 1 van de wereld is. Hij rijdt op de Lynx Race met een volledig carbon frame en een veerweg van 120 millimeter voor zijn Split Pivot-achtervering.
Groot in talent, maar David Valero is ook groot in omvang! Zijn zadelhoogte, voor ons gemeten door zijn monteur om ons te bewijzen dat hij ons geen leugens vertelt: 85 centimeter! Valero rijdt echter op een fiets in maat L omdat hij een vrij kort bovenlichaam heeft en het liefst met een iets langere stuurpen rijdt.
De cockpit is een meesterwerkje van Gemini, een klein Spaans merk dat zijn producten volledig met de hand vervaardigt in Barcelona. Deze Pröpus-combo weegt slechts 150 gram, bijna de helft van het gewicht van de meeste combo’s die door grote merken worden aangeboden! En dat weerhoudt hem er niet van om een van de grootste renners in het peloton tevreden te stellen, die ook een van de krachtigste is. De Gemini Pröpus is ook te verkrijgen in vele vorm- en maatopties.
De zeer lichte Bike Yoke-zadelpen ziet zijn bediening heel dicht bij de Fox-lockout voor de veringen geïnstalleerd. Het is krap, maar het werkt, en daardoor zitten alle bedieningen aan de linkerkant en is de rechterkant van het stuur voorbehouden om te schakelen.
De BH Lynx Race van Antoine Jamin
Het Spaanse merk is ook titelsponsor van het team BH-Wallonie, dat ernaar streeft de beste Belgische talenten te laten ontplooien. Onder meer Pierre de Froidmont en Emeline Detilleux werden in dit team klaargestoomd voor meer. Het is junior Antoine Jamin die ons zijn rijtuig voorstelt.
De decoratie is duidelijk anders dan die van de Spaanse structuur van Valero, en dat is niet al te ingewikkeld voor het Spaanse merk, aangezien het beschikt over een personalisatieprogramma (BH Unique) waardoor het heel gemakkelijk gepersonaliseerde afwerkingen kan aanbieden, zowel voor zijn teams als voor elke klant.
De Waalse ploeg kan rekenen op de steun van Suntour voor de veringen. De elektronische blokkering is momenteel voorbehouden aan Tom Pidcock en Pauline Ferrand-Prévot. Antoine plaatst zijn lockout bovenop zijn stuur, aan de linkerkant, om de bediening van de dropper post onderaan te plaatsen. Hij vindt de laatste locatie gemakkelijker toegankelijk en de telescopische zadelpen belangrijker dan het vergrendelen van de vering.
Voor het onderstel kan het Waalse team rekenen op de steun van het Belgische merk Amaruq, dat het team zijn Ultimate SL-model aanbiedt. De wielset weegt 1320 gram en de velgen van 28 millimeter wegen elk 315 gram. Deze wielen worden met de hand gemonteerd in de buurt van Luik/Verviers.
De KTM Scarp Exonic van Mathis Guay
KTM is met twee grote teams aanwezig in de wereldbeker MTB: met het Italiaanse KTM Protek Elettrosystem en met de fabrieksstructuur KTM Factory MTB Team. Wij gingen langs bij dit laatste team en daar is het de Fransman Mathis Guay die er zijn fiets aan ons laat zien. Hij doet dat daags na zijn zesde plaats in de shorttrack van de U23 in Nove Mesto.
Het team rijdt op het topmodel van de Scarp: de Exonic. De afmontage komt ook heel dicht in de buurt van die van de seriefiets.
Aan de achterkant zien we een single pivot + link met een veerweg van 95 millimeter. Net als bij de standaard Scarp Exonic, worden vork en demper geleverd door Fox, maar Mathis Guay koos voor een 34 SC aan de voorkant in plaats van de 32 SC die op de “catalogus”-fiets te vinden is.
De Sram AXS-aandrijving is nog van de oude generatie! Geen XX SL dus zoals bij de grootste teams, hier rijdt men nog steeds met een XX1.
Verrassend is dat de remmen van Shimano komen (XTR) en de remschijven van Galfer! Het KTM Factory MTB Team is een van de weinige grote teams dat niet zowel de remmen als aandrijving afneemt van een van de twee grote spelers in dit domein.
Deze FSA-stuurpen is erg populair in de XC-paddocks, omdat deze verschillende kenmerken heeft die de renners weten te appreciëren. Omdat ze zeer laag en compact is, is het mogelijk om de cockpit te laten zakken (-20°) voor renners die dat willen. De stuurpen is ook bijzonder stijf in torsie en zo precisie geeft aan de cockpit. Aan de andere kant is de stuurpen niet echt licht met een aangekondigd gewicht van 160 gram voor een stuurpen van 80 millimeter. Hier was Mathis Guay zijn positie nog steeds aan het verfijnen en de stuurbuis was nog niet door zijn monteurs afgesneden.
Er is nog een detail waar de fiets van de Fransman afwijkt van het productiemodel. Guay rijdt met Maxxis-banden en niet met Schwalbe. Hier zien we de “commerciële” Exo 120 tpi-versie van de Aspen in plaats van het Exo 170 tpi-prototype.
De Orbea Oiz Team van Luca Martin
De Franse U23-kampioen, Luca Martin, maakte afgelopen winter de overstap naar het nieuwe Orbea Factory Team (net zoals Anne Tauber en Pierre de Froidmont, lees: Anne Tauber en Pierre de Froidmont kiezen voor het nieuwe Orbea Factory Team). Dat fietsenmerk is niet nieuw voor hem, want hij reed voordien al voor KMC-Orbea. Hij toont hier de nieuwste versie van de Oiz, de XC-machine van het Spaanse merk.
De Orbea Oiz van het team komt heel dicht in de buurt van het productiemodel … of eigenlijk moeten we zeggen dat het tegenovergestelde waar is, aangezien deze fiets volledig werd ontwikkeld met het oog op competitie op het hoogste niveau (zie onze test). Met een stijver frame, een herziene geometrie en 120 millimeter veerweg is dit het archetype van het hedendaagse XC-beest.
De montage is heel klassiek met een Shimano XTR-aandrijving.
Idem voor de Fox F34-vork en Fox Float Factory-demper.
Voor de cockpit heeft Orbea zijn eigen stuurpenoplossing ontwikkeld die een mooie integratie van de kabels mogelijk maakt, zonder de praktische kant te vergeten door een tweedelige combo van stuur en stuurpen te behouden. De atleten van het team kunnen ook rekenen op de OC-bediening uit eigen huis om de vork te vergrendelen (3 standen, onderaan het stuur) en de telescopische zadelpen (bovenaan) ergonomisch te bedienen.
Orbea heeft ook een eigen wielenmerk, Oquo, waarvan we hier de XC MP30 Team met carbon velgen van 30 millimeter zien. Deze zijn gemonteerd op DT 240S-naven.
De Thömus Lightrider WC van Vital Albin
Thömus is een klein Zwitsers merk dat naamsbekendheid verwierf dankzij de prestaties van onder meer Alessandra Keller en Mathias Flückiger. De fiets die we je hier presenteren is die van de jongste van het team, de zeer getalenteerde Vital Albin.
De Lightrider is een ietwat “ouderwetse” XC-fiets die uit de band springt in de paddocks met zijn traditionele architectuur en zijn veerweg van 100 of 110 millimeter (afhankelijk van de keuze van de rijder). De geometrie is ook vrij conservatief, met een vrij korte reach en een balhoofdhoek tussen 69,2 en 68,7° (afhankelijk van de veerweg van de vork), terwijl we in XC steeds vaker een balhoofdhoek van 67° zien.
Thömus speelt de Zwitserse kaart grondig uit, met veringen van DT Swiss. Idem voor de originele “omgekeerde” telescopische zadelpen waarvan het meest imposante deel bovenaan zit.
DT Swiss levert ook de XRC 1200-wielen van 30 millimeter die gemonteerd zijn met Schwalbe “First Ride”-banden, hier met een specifiek, flexibeler karkas. De fiets wordt hier getoond in de shorttrack-configuratie met het zeer rollende profiel van de Thunder Burt. In de wedstrijd kiezen de meeste renners voor het nieuwe prototypeprofiel van Schwalbe, dat het midden houdt tussen dat van de Thunder Burt en de Racing Ralph. We zien op de foto ook een klassieke Shimano XTR-aandrijving met 36-tands kettingblad en 10-51 cassette.
De tweedelige cockpit, met de FSA SL-K stuurpen waarover we je al vertelden (zie de KTM van Mathis Guay), staat een redelijk succesvolle integratie van de kabels en leidingen in het balhoofd niet in de weg.
De Giant Anthem Advanced van Antoine Philipp
Antoine Philipp is ongetwijfeld een van de beste Franse renners in het peloton, ook al moest hij jammer genoeg opgeven in de eerste manche van de wereldbeker 2023 na een val waarbij hij zijn duim blesseerde. Hij rijdt op een Giant Anthem Advanced met een zeer originele lak!
De fiets van de Fransman komt vrij dicht in de buurt van het productiemodel, met Fox Factory-veringen en Shimano XTR-aandrijvingen.
We merken echter op dat Antoine Philipp het doet zonder de elektronische Fox Live Valve die aanwezig is op de high-end versies van het productiemodel, en dat hij de voorkeur geeft aan een meer klassieke lockout met kabel. Hij kan rekenen op een ongebruikelijke en vrij ingewikkelde set-up die de Fox-lockout en Shimano-bediening voor de dropper post combineert; beide links gemonteerd, onder het stuur, heel dicht bij elkaar zodat ze direct geactiveerd kunnen worden.
Het team gebruikt Cadex-wielen uit eigen huis met 30 millimeter brede carbon velgen. Ze zijn hier voor de shorttrack geschoeid met de Maxxis Aspen ST 2.4.
De Cannondale Scalpel Team van Alan Hatherly
Dit is wel degelijk de fiets van Alan Hatherly, maar het is niet de Zuid-Afrikaan die naast deze Cannondale Scalpel staat. Je zal Manuel Fumic, die nu teammanager is en de fiets aan ons heeft gepresenteerd, ongetwijfeld wel hebben herkend.
De Cannondale Scalpel 2023 lijkt sterk op de versie van 2022. Hij heeft officieel nog steeds een veerweg van 100 millimeter.
Het frame heeft een nieuwe “Lab 71”-afwerking, die de meest premium modellen in de Cannondale-catalogus aanduidt, een beetje zoals S-Works bij Specialized. Voorlopig is er nog geen sprake van speciale vezels en een lichter frame in het mountainbiken (in tegenstelling tot op de weg en in gravel), maar wel van een zeer geslaagde speciale doorschijnende verf. Het gerucht gaat echter dat er onder ditzelfde label ook meer technisch geavanceerde MTB-versies zouden kunnen volgen.
Het team heeft een langdurige samenwerking met de Amerikanen van Enve, waarvan de velgen (die voorlopig 25 millimeter breed blijven) vooraan op een Lefty-naaf en achteraan op een DT Swiss 240S-naaf zijn gemonteerd.
We kunnen hier duidelijk het nieuwe XC-profiel van Schwalbe zien waarmee verschillende renners voor het eerst zijn uitgerust aan het begin van het seizoen 2023. De noppen zijn op het loopvlak heel laag en dicht bij elkaar geplaatst en worden vervolgens geleidelijk groter en hoger naarmate ze de flanken naderen. Groeven tussen de schoudernoppen versterken de zijdelingse grip. We weten zijn naam nog niet, maar we weten dat hij tussen de Thunder Burt en Racing Ralph/Ray zal gesitueerd zijn in de catalogus.
De Caloi Elite Carbon FS van Henrique Avancini
De Braziliaan Henrique Avancini verliet aan het einde van het seizoen 2022 de Cannondale-structuur, maar hij is nog steeds aanwezig in het XC-peloton met zijn eigen team uitgerust door Caloi. De ‘ouderen’ onder ons zullen dat Braziliaanse merk nog kennen als fietsenleverancier van de wegteams Motorola en het Belgische Lotto halverwege de jaren 90. De vorm van het frame doet denken aan het zeer lichte frame van de Italianen van RZR, die trouwens ook de naburige tent bewoonden.
Geen grote originaliteit voor de veringen (Fox) en de aandrijving (Shimano) met uitzondering van de SRM-vermogensmeter …
Avancini is een van de weinige renners die rijdt met Dyneema-spaken die gemaakt zijn uit ultrasterke textielvezels uit de zeilwereld. De spaken rond het ventiel zijn getint om het ventiel gemakkelijker terug te vinden.
De carbon FSA-cockpit uit één stuk is ook erg origineel. De stuurpen is vervangen door een stuur dat twee “vleugels” vormt aan het begin van de verankering op de stuurbuis en die zorgen voor de offset die gewoonlijk wordt verkregen met de stuurpen.
De Specialized Epic Evo van Adrien Boichis
Dit is zonder twijfel DE meest “flashy” fiets in het peloton! Naast het Factory Racing-team rust Specialized ook het Trinity-team uit, dat kan worden gezien als een ontwikkelingsstructuur voor jonge talenten. In dat team zit ook de Fransman Adrien Boichis, die in Nove Mesto de eerste shorttrack U23 in de geschiedenis won.
In Nove Mesto koos Adrien voor de Epic Evo met 120 millimeter veerweg, maar hij houdt meestal van zeer lichte en responsieve fietsen. Hij vertelde ons dat hij graag de nieuwe Epic WC wilde testen die hij zojuist had ontvangen, en die hem goed zou moeten passen met zijn kleinere achtervering.
De Fransman is technisch nogal begaafd en maakte de gedurfde keuze om het zonder telescopische zadelpen te doen, ondanks het technische karakter van de omloop in Nove Mesto. Hij vertelde ons dat hij zich op zijn gemak voelt op de fiets met hoog zadel en niet graag te veel bedieningselementen op zijn cockpit heeft.
Hij beschikt over de nieuwe Sram T-Type aandrijving die hij al iets eerder mocht uitproberen tijdens de Cape Epic (een wedstrijd die hij reed met legende Christoph Sauser). Nadat hij tijdens een etappe van de Cape Epic een knop van de nieuwe prototype bediening had verloren, wikkelde hij zijn shifter in ducktape. Dankzij deze test tijdens de rittenkoers kon dit probleem door Sram worden verholpen op de productieversies die in de winkels worden verkocht, maar Adrien blijft voorlopig met het prototype rijden om het op de lange termijn te testen.
Verder zien we 4-zuigerremmen om te stoppen en een draaigreep om de veringen te blokkeren.
Op zoek naar de snelst mogelijke set-up, koos Adrien Boichis voor de Specialized Renegade vooraan, gecombineerd met de nog meer rollende Captain achteraan. Als te exclusief beschouwd, wordt de Captain niet te koop aangeboden. Adrien speelt op veilig door te kiezen voor het versterkte Control-karkas en niet voor de lichtste S-Works versies. Hij gebruikt de T5/T7 dual-compound (harder en beter rollend rubber in het midden, flexibeler rubber aan de zijnoppen).
De Scott Spark RC van Nino Schurter
Dit is nog steeds een van de meest opvallende fietsen in de paddocks: de Scott Spark RC van legende Nino Schurter, met zijn unieke geïntegreerde vering.
De fiets van de wereldkampioen werd uitgevoerd in een speciale decal. De koolstof is op het grootste deel van de fiets kaal om een paar gram van de fiets te schrapen, alleen geaccentueerd met gouden inzetstukken en glanzend zwarte markeringen die verwijzen naar zijn 10 wereldtitels met de locatie en het jaar van elke prestatie.
Als officiële renner van Sram/Rockshox, gebruikt Schurter het prototype van de toekomstige SID Ultimate 35 mm, die hij helpt ontwikkelen. Volgens onze informatie zou het chassis verder worden verlicht en zou de hydraulische cartridge worden herzien. Hij rijdt in shorttrack op de spectaculaire carbon Syncros Silverton SL-wielen, maar hij geeft voor de meeste XCO-races de voorkeur aan meer klassieke modellen (carbon velg met stalen spaken) die meer vergevingsgezind zijn.
Schurter kan rekenen op de Scott TwinLock met 3 standen voor zijn veringen, maar gebruikt een kleine staafvormige hendel die 360° bedienbaar is voor zijn zadelpen van het Zwitserse merk Yepp. Deze wordt links gemonteerd, onder het stuur, heel dicht bij de remhendel.
Syncros heeft voor Schurter een stuur-stuurpencombinatie ontwikkeld met een stuurpenkanteling van … -40°! Dat is belangrijk voor de Zwitserse rijder, die niet bijzonder groot is, om een optimale houding en het juiste zadel-stuurhoogteverschil te verkrijgen. Men zal zich herinneren dat hij een van de laatsten was die overschakelde op 29 inch wielen en met 27,5″-wielen bleef rondrijden, vanwege de maat en geometrie van de fietsen.
Voor shorttrack rust Nino zijn Sram XX SL-aandrijving uit met een gigantisch kettingblad met 38 tanden! Hij moet het dan wel doen zonder een vermogenssensor, die niet beschikbaar is in dit formaat. Voor de XCO op zondag monteert hij de Quarq-sensor met een 34-tands kettingblad.
Nog niet genoeg, lees dan zeker ook het eerste deel van onze grote Bike Check van 2023 met de fietsen van de vrouwelijke atleten: Bike Check | De fietsen van de wereldbeker XC 2023 (deel 1/2).
En niet te vergeten: volg ons elk raceweekend om op de hoogte te blijven van de World Cup XC 2023!