Duurtest: 1500 kilometer met de Shimano XT M8000
Door Olivier Béart -
Na eerder het high-end XTR-gamma aan de tand gevoeld te hebben, is het nu de beurt aan de zeer populaire Shimano XT M8000 voor een duurtest. Negen maanden en 1500 kilometer nadat we de 2×11-versie op een Devinci Troy monteerden, die we hebben meegesleurd van de Belgische modder tot de stenen van de Epic Enduro en de Oost-Franse wortels, is hier ons oordeel.
Toen eind 2015 zijn laatste vernieuwde jaargang werd voorgesteld, stapte de Shimano XT M8000 over van een 10-speed naar een 11-speed. Vooraan heb je nog steeds de keuze uit een triple (waarvan de verkoopcijfers in onze streek vertrouwelijk zijn), een dubbel (de versie die Shimano het meeste naar voren schuift) en een enkelvoudig kettingblad (vooral om wat er beweegt op de markt te volgen, maar we voelen hiervoor een zeker gebrek aan overtuiging bij Shimano … dit in tegenstelling tot Sram dat met de komst van de Eagle de voorderailleur bijna begraven heeft).
In het kader van dit verslag hebben we de Shimano XT M8000 in de 2×11-versie getest en we monteerden de groep op een Devinci Troy-frame, een veelzijdige Canadees met 140 millimeter veerweg die ons vriendelijk ter beschikking werd gesteld door Sabma voor deze test van bijna 1500 kilometer.
[field name=iframe]
Hop, een beetje sleutelen en ons strijdros is klaar voor gebruik!
Tijdens onze testperiode hadden we ook de gelegenheid om de groep op andere fietsen uit te proberen, met name op enkele XC-bikes zoals de BH Ultimate (in 1×11) en de BMC Team Elite 01 (in 2×11). Ook daar konden we enkele conclusies uit trekken, zowel over de werking van de aandrijving en de remmen, als over de levensduur. En we zullen merken dat er in ons verdict enkele contrasten naar voren komen, gaande van zeer goed naar punten die voor verbetering vatbaar zijn.
In dit artikel concentreren we ons op de testresultaten van alle onderdelen, met uitzondering van de wielen (die niet beschikbaar zijn met de Boost 148-standaard) en de pedalen (niet ontvangen in het kader van deze test). Eén voor één zullen de verschillende onderdelen van de Shimano XT M8000-groep de revue passeren. We geven nog even mee dat alle onderstaande foto’s de groep tonen in de staat waarin deze zich bevond na afloop van de test (behalve dan de foto’s op de weegschaal).
Shimano XT M8000-achterderailleur: trouw op post
De Shimano XT M8000-achterderailleur neemt in grote lijnen de vernieuwingen over van zijn grote broer, de XTR. De achterderailleur is aangepast aan 11-speed, is compacter en schakelt soepeler. Op het terrein is het duidelijk dat het schakelen zacht, snel en nauwkeurig verloopt. De uitstekende shifters spelen ook een rol, net zoals de cassette en de ketting, en we kunnen dan ook zeggen dat de drie samen een leuke familie vormen.
De verschillen met de XTR zijn makkelijk te identificeren, zowel wat betreft het gebruikte materiaal als de minder verfijnd afgewerkte delen, maar het verwantschap is duidelijk. Behalve dan op het vlak van het gewicht, want met 273 gram lijdt de XT aan een beetje overgewicht. De afwerking daarentegen moet deze van zijn grote broer niet benijden, ook al zie je op de zwarte kleur de minste kras. De derailleur ziet er in elk geval niet ‘goedkoop’ uit als men deze op een duur frame monteert.
De derailleur is compact, maar toch kan dit niet vermijden dat je regelmatig tegen obstakels aanschuurt. En al zeker niet als je hem net als wij op een bike als de Devinci Troy monteert, een fiets die in staat is om de ruwste behandelingen te ondergaan op vijandige en rotsachtige tracks als tijdens de Epic Enduro. Kortom, algemeen beschouwd hield hij zich vrij goed, ook al ziet hij er nu wat sjofel uit …
… maar om eerlijk te zijn, moeten we er bij vertellen dat we de arme derailleur letterlijk verbrijzeld hebben op een steen tijdens de Enduro van de Amblève (zie foto hierboven), met als gevolg dat de bevestigingsbout afbrak en de kooi barstte. Als we iets doen, doen we het ook goed! Maar hier is de derailleur niet de schuldige, want in deze beruchte special zijn er heel wat brokken gevallen en we twijfelen of een andere derailleur deze veldslag wel zou overleefd hebben. Daarom ook dat we zijn eerder zachte prijs waarderen (je kan hem vinden vanaf 70 euro); vooral in vergelijking met de XTR-uitvoering die het dubbele kost.
Het Shadow Plus-systeem, dat ervoor zorgt dat er meer spanning komt op de ketting, is efficiënt en instelbaar naargelang de wensen en behoeften van de gebruiker. We betreuren wel dat er geen systeem is voorzien om de kooi te blokkeren zodat je het achterwiel makkelijker kan verwijderen, wat bij Sram wel het geval is. Positief punt: de stelschroeven van de kabelspanners zijn achteraan makkelijk bereikbaar en men maakt eindelijk gebruik van een inbuskop en niet langer van een kruiskop. We merkten in de loop van onze test ook geen speling op, en eens alles afgesteld was, moesten we tijdens onze test niets meer bijregelen.
De balans van de slijtage van de derailleurwieltjes is goed, vooral die van het bovenste wieltje wiens tanden iets meer uitgesproken zijn en nog als nieuw lijken. Het onderste wieltje heeft een minder uitgesproken tandtekening en toont dan ook sneller gebruikssporen. Een punt dat misschien verdient om verbeterd te worden. De lager waarop het bovenste derailleurwieltje gemonteerd staat, blokkeerde na enkele honderden kilometers. Nadat we alles volgens de regels van de kunst weer opnieuw hadden ingevet, is dit niet meer voorgevallen.
Shimano XT M8000-voorderailleur: Side Swing, een geniaal idee
Shimano heeft nog steeds het volste vertrouwen in de voorderailleur, in tegenstelling tot zijn grote rivaal Sram die alles op het enkelvoudig kettingblad zet. Om dit accessoire, waar veel fietsen tegenwoordig voor passen, hedendaagser te maken, creëerde Shimano de Side Swing. Het gaat om een nieuw zijdelings treksysteem, waardoor men een betere hefboomarm krijgt om de derailleur in werking te stellen. En Shimano pakte ook de kabeldoorvoer aan. Die is nu directer en vloeiender en de kabel komt via een opening ter hoogte van de onderbuis naar buiten.
Het gewicht van de derailleur is vergelijkbaar met dat van andere pull- en swing-modellen (die in de catalogus blijven), maar de werking is verbeterd. En zelfs geen beetje! Shimano heeft blijkbaar een geniaal idee gekregen, want het schakelen van het ene kettingblad naar het andere verliep nog nooit zo soepel en snel. Een kleine tik tegen de shifter volstaat en zelfs als je fors schakelt, verloopt alles soepel. Ook het design van de Shimano-kettingbladen speelt een belangrijke rol. Het is dan ook best om de twee aan elkaar te koppelen, want de nieuwe Shimano-derailleurs presteren niet zo goed in combinatie met de crankstellen van andere merken. Over de stevigheid en de betrouwbaarheid van de voorderailleur kunnen we kort zijn, deze is goed.
Toch kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat dit derailleurtype een beetje laat komt. En hoe goed de Shimano XT M8000 Side Swing ook is, het dubbel kettingblad heeft nu rechtstreekse concurrentie te verduren van de 1×11- en 1×12-groepen van Sram die serieuze voordelen bieden. Natuurlijk is het dubbel kettingblad nog iets veelzijdiger (in vergelijking met de 1×11, want het bereik van de Eagle is hetzelfde), maar de wrijvingen van de ketting tegen de vork van de voorderailleur (ondanks de aanwezigheid van een klein plastic stuk aan de binnenkant van deze laatste) en het feit dat je je om twee shifters moet bekommeren, zijn vandaag dingen die doorwegen.
Shimano XT M8000-shifters: quasi identiek als op de XTR
De nieuwe Shimano XT M8000-shifters zijn quasi identiek aan deze van de XTR, behalve dan dat de shifters om op te schakelen niet van carbon zijn. Voor de rest is het design van de shifters identiek. Ze werken uitstekend en we waarderen vooral de bediening van de shifter om op te schakelen. Het nieuwe ontwerp van de shifter die voor downhill bedoeld is, biedt een betere grip en werkt nog steeds in de twee richtingen (2 Way Release), maar zijn aanraakvlak is hoekiger en oneffener dan in het verleden.
Terwijl Shimano voorheen synoniem stond voor soepelheid en Sram voor een meer abrupt gevoel, is dit voortaan het omgekeerde. De bediening van de shifters blijft zeer soepel (Shimano kondigt aan dat dit 20% minder inspanning kost), maar we voelen duidelijk dat de kliks die het schakelen aangeven abrupter zijn. Het geheel blijft wel zeer aangenaam en vooral snel werken. We kunnen nog steeds meerdere versnellingen tegelijk op- en afschakelen en de derailleur volgt perfect. Met de ogen dicht is het moeilijk om het verschil te merken tussen een XT en een XTR. Kortom, perfect!
Om te eindigen nog een woordje over het i-Spec-systeem, waardoor je de shifters op dezelfde beugel kan monteren als de remhendels. Alles blijkt eenvoudig te monteren en de aangeboden instellingsmogelijkheden zijn goed, zowel wat betreft de hoek als de afstand tot de handvatten. De ingenomen plaatsruimte op het stuur is zeer afgemeten … maar toch moeten we nogmaals zeggen dat het enkelvoudig kettingblad heel wat voordelen biedt ten opzichte van het dubbel kettingblad. Met name dat bij een enkelvoudig kettingblad de linkerkant van het stuur leeg blijft, waardoor men deze plaats kan benutten voor andere functionaliteiten zoals de blokkering van de veringen en/of van de dropper zadelpen. Wanneer je het complete pakket moet monteren, zou je wel eens de nodige kopzorgen kunnen krijgen …
Shimano XT M8000-crankstel: een onaanvaardbare slijtage (bis)
Wanneer je het Shimano XT M8000-crankstel uit de doos haalt, is het een prachtstuk. De kettingbladen en de armen van de crank, die onder een hoek van 70 graden staan, nemen het design over van de XTR. De cranks verschillen door hun zwarte glans (grijs op de XTR), alsook door hun hoekigere vorm. Maar, en we zullen er ons snel bewust van zijn, de duurzaamheid van de afwerking van dit belangrijke onderdeel van de XT-groep lijdt aan dezelfde ziekte als die we op de XTR hebben vastgesteld.
Reeds na enkele tochten zien we dat de Shimano-deco verdwijnt en met de kilometers zien we dit alleen maar erger worden, tot het rampzalige resultaat dat je nu onder ogen hebt. Akkoord, het gaat hier slechts om de deco en dit heeft geen invloed op de werking, maar toch … Het gaat uiteindelijk wel om het meest zichtbare element van de groep, het element dat het imago bepaalt van de groep en zelfs dat van de fiets.
Aan het einde van de test gaf de erbarmelijke staat van het crankstel de indruk dat de fiets in zijn geheel er slecht aan toe was, maar als we onze Devinci Troy van wat dichterbij bekeken, merkten we dat deze nog zo goed als nieuw was (we waren trouwens onder de indruk van de duurzaamheid van de afwerking van het Canadese merk).
Deze terugkerende problemen met de afwerking zijn des te meer te betreuren omdat dit crankstel voor de rest grote kwaliteiten bezit. Dit is met name het geval voor de kettingbladen, getest in 36/26, die van een uitzonderlijke sterkte en duurzaamheid blijken te zijn.
Na 1500 kilometer zijn de stalen tanden nog steeds als nieuw en we vragen ons af wanneer ze hun eerste gebruikssporen zullen tonen. Enkel de rotsen, die we van iets te dichtbij gezien hebben, beschadigden een paar tanden van het grote kettingblad, maar zonder de werking te verstoren. Dit grenst dan ook aan het onberispelijke. Idem voor het schakelen, dat zeer zeker en soepel verloopt.
Maar we moeten toch nog een ander probleem aan de kaak stellen dat we met dit crankstel hebben ondervonden (getest in de Boost-versie op de Devinci Troy en in de klassieke versie op de BMC en BH), namelijk de kettinglijn. Wanneer de ketting op de grootste kransjes ligt, lijkt de kruising van de ketting ons buitensporig, zowel bij het dubbel als bij het enkelvoudig kettingblad. Dit resulteert in een krakende aandrijving, tekenen dat de ketting lijdt, maar ook een bijna zeker verbod om achteruit te trappen. Als je de cranks achterwaarts ronddraait wanneer de ketting op het grootste kransje ligt, dan valt deze meteen drie of vier kransjes naar beneden. Dit is bijzonder vervelend en we hebben dit fenomeen nog niet meegemaakt bij Sram. Het systeem dat ervoor zorgt dat de ketting op de tanden van het enkelvoudig kettingblad blijft liggen, is niet meteen het zekerste (het design is sinds onze test wel geëvolueerd) en het is dan ook beter om een chain guard te monteren.
Shimano Pressfit BB92-trapas
De geïntegreerde trapassen, doorgaans Pressfit genoemd, hebben geen al te beste reputatie. Maar je moet ze wel niet allemaal over dezelfde kam scheren. Betrouwbare Pressfit BB30-trapassen zijn eerder zeldzaam (ze bestaan echter wel), maar de door Shimano gekozen Pressfit BB92-standaard (en ook aangeboden door Sram) is minder gevoelig voor problemen. Toegegeven, de externe lagers waar meer en meer merken naar teruggrijpen, zijn nog altijd duurzamer. Maar de hier geteste Pressfit BB92 van Shimano brengt het er niet slecht vanaf en heeft ook nog eens een pluimgewicht (62 gram, tegenover meer dan honderd voor de modellen met schroefdraad).
Na afloop van de test zijn de lagers niet meer in perfecte staat, maar dit merken we pas als we ze uit het frame halen en ze nauwkeurig bestuderen. We voelen wel dat ze een beetje schrapen, maar toen ze nog met het crankstel op de fiets gemonteerd stonden, bleven ze vloeiend ronddraaien en ze blokkeerden niet één keer tijdens de 1500 kilometer die we hebben afgelegd.
Ze zouden ongetwijfeld nog enkele honderden kilometers hebben kunnen ronddraaien op onze testfiets. Daartegenover staat dat het jammer is dat de Shimano-lagers in de trapas niet toegankelijk zijn. Het volstaat niet om, zoals bij Sram, de plastic kapjes te verwijderen om aan de kogels te kunnen (zie onze test van de Sram X1). Andere limiet van de standaard: zelfs met kwalitatief gereedschap is het bijna onmogelijk om de trapas uit het frame te verwijderen zonder deze te beschadigen, en het zal moeilijk zijn om alles terug te monteren door de soepele plastic cups (die moeten vermijden dat het frame wordt beschadigd). Wanneer op jouw fiets de doorvoer van de kabels wat geforceerd werd ter hoogte van het bracket en je eerst de trapas moet verwijderen om dit op te lossen, dan ben je een zenuwinzinking nabij en is dit uitermate vervelend. Maar Shimano biedt nog altijd trapassen met schroefdraad aan en het is aan de fabrikanten van de frames om de juiste keuze te maken.
Shimano XT M8000 11/40-cassette: betrouwbaar
Ons testexemplaar van de Shimano XT M8000-cassette was de 11/40-versie (aangepast aan een dubbel kettingblad), maar ze bestaat ook in de vertandingen 11/42 en 11/46 (deze laatste is specifiek uitgebracht voor een enkelvoudig kettingblad). In alle gevallen geeft Shimano de voorkeur aan nauwe schakelstappen tussen de kransjes, zelfs bij de 11/46 die tot aan het voorlaatste kransje dezelfde schakelstappen kent als de 11/42. De 11/40 is goed aangepast aan het dubbel kettingblad, waardoor het mogelijk is om kettingbladen te monteren met een verschil van slechts tien tanden. De 11/42-cassette is wat krap voor een enkelvoudig kettingblad en vereist om concessies te doen, ofwel bergop, ofwel aan topsnelheid. We hebben de 11/46 niet getest, maar naar ons gevoel heeft Sram een voordeel met zijn kransje van 10 tanden.
Net als de rest van de aandrijving, is ook de XT-cassette zeer duurzaam
De Shimano XT-cassette is helemaal niet licht, maar wel minder duur dan de cassettes van de concurrentie, en ze kan op eender welk freewheel voor 9 en 10-speed gemonteerd worden. Het schakelen verloopt soepel en stil. Net als de rest van de aandrijving, is ook de XT-cassette zeer duurzaam en de slijtage van het geheel is miniem, behalve dan op het laatste kransje dat zichtbaar wat slijtage toont. Dit wordt bevestigd als we na 1500 kilometer een nieuwe ketting monteren en deze nooit verspringt op de cassette.
Shimano CN-HG701-11-ketting: een sterke schakel
Na enkele jaren worstelen met de 9-speed (snelle slijtage, breuken), kreeg Shimano met de 10-speed alles weer op de rails. Met de komst van de 11-speed waren we geneigd te denken dat dit de ketting zou verzwakken, maar daar is niets van aan! We hebben geen enkele kettingbreuk meegemaakt en de slijtage situeert zich in het goede gemiddelde van de referenties van dit moment (XTR, Sram, KMC).
Na 1500 kilometer toont ons Rohloff-gereedschap een iets hogere slijtage aan dan 0,075 millimeter, maar minder dan 0,1 millimeter. Dat betekent dat het stilaan tijd wordt om de ketting te vervangen, maar er is nog geen haast bij.
Shimano XT M8000-remmen: opnieuw enkele minpunten
We eindigen deze test met een laatste element dat niet meteen deel uitmaakt van de aandrijving, maar wel cruciaal is: de remmen! Shimano staat bekend voor de betrouwbaarheid van zijn schijfremmen, alsook voor de uitstekende prijs-kwaliteitverhouding. De vorige generatie van de XT-remmen, hoewel een beetje zwaar, werd voor al deze redenen uitermate geapprecieerd. Er lag dus een grote druk op de kleine nieuwkomer (in de M8000-versie), maar helaas zijn er enkele minpuntjes te betreuren.
De nieuwe remhendels, waarvan het silhouet subtieler is, zijn esthetischer dan de vorige en met hun stijlvolle antracietkleur ook discreter. We waarderen ook de beugels, die zeer fijn zijn, waardoor het stuur minder volgestouwd lijkt.
De beveiliging om de remmen te openen lijkt ons een beetje zinloos (heb je onderweg al ooit een slecht gemonteerde remhendel verloren?), maar beter te veel dan te weinig. Eens je het systeem kent, is de beveiliging makkelijk te openen. Toch moet je een kleine doorslag bij je hebben.
Pas als je begint te rijden, worden de zaken ingewikkelder. Met de XTR-remmen ondervonden we reeds voortdurend problemen tijdens onze duurtest. En hier niet anders! We hebben op de XT-remmen geen problemen ondervonden met het remvermogen zoals op de XTR’s, maar de consistentie van de remhendel kan radicaal verschillen tussen de ene en de andere rembeurt. Soms moet je de remhendel tot tegen het stuur trekken om de nodige remkracht te voelen, en bij de volgende rembeurt volstaat de minste tik.
Bij navraag zou het gaan om een probleem met het terugkeren van de zuigers, zoals op de XTR. We zijn er min of meer in geslaagd om het probleem te beperken door de zuigers goed te reinigen en ze licht met minerale olie te smeren, maar Shimano kondigde aan dat met de nieuwe exemplaren, die nu in productie zijn, alles in orde zou moeten zijn. En inderdaad, alle testfietsen die we sindsdien in handen hebben gekregen én voorzien waren van XT-remmen, werkten perfect! Het leek dus te gaan om een kinderziekte, wat we met een nieuwe set grondig zullen hertesten om er het onze over te weten (we deden dit ook met de XTR-remmen en daar zijn we nu ook volledig tevreden over). Maar moest je te maken krijgen met dit probleem, contacteer dan het Service Center van Shimano.
Op de modellen waar de kinderziekte is verdwenen, is de remwerking perfect. Het contactpunt is een tikkeltje soepeler dan op de vorige generatie, maar de kracht lijkt onuitputtelijk en ze zijn niet te gevoelig voor warmte, zelfs niet bij stevig endurowerk (ook al is de Saint beter aangepast aan de bergen). Kortom, als je zeker bent dat het exemplaar dat je in handen hebt een exemplaar is zonder de kinderziekten, dan werkt ze onberispelijk. Ook het ontluchten is trouwens een makkie (we hebben dit in het begin van de test uitgeprobeerd om uit te vissen of de oorzaak van onze problemen niet daar lag).
Tot slot nog iets over de slijtage van de remblokjes en de remschijven. Aan het einde van deze test, waarbij het model uit hars niets gespaard bleef, zijn de remblokjes aan het einde van hun levensduur. Vooral achteraan, waar we ze na iets meer dan 1000 kilometer moesten wisselen, terwijl de voorkant wel 1500 kilometer heeft volgehouden. We kunnen spreken van een vrij goede levensduur die iets hoger ligt dan gemiddeld. De remschijven (180/160 millimeter) zijn door de vrijgekomen hitte in lange afdalingen enigszins aangetast en versleten, maar ze hebben hun levenslimiet verre van bereikt.
Verdict
Je zal bij het lezen van deze test al wel begrepen hebben dat de balans van de duurtest van de Shimano XT M8000 zeer gemengd is, een beetje zoals bij de XTR Di2 die we vorig jaar hebben getest. Shimano behoudt wel zijn status door zich onberispelijk te tonen op cruciale punten als de betrouwbaarheid, de efficiëntie en de duurzaamheid van de aandrijving (geheel cassette-ketting-kettingbladen). Verder geeft Shimano met de briljante Side Swing-voorderailleur ook een nieuwe jeugd aan het dubbel kettingblad (ook al blijven we zelf meer overtuigd over de eenvoud van het enkelvoudig kettingblad). Maar het geheel misloopt stomweg punten op de ‘details’, zoals de afwerking van het crankstel die het gehele beeld van de groep bezoedelt. Idem voor de remmen, een domein waar het merk jaren schitterde met zijn betrouwbaarheid en zijn prestaties en waar zijn reputatie nu door enkele kinderziekten wordt aangetast, ook al lijken ze ondertussen opgelost te zijn. De Shimano XT M8000-groep biedt nog steeds een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding (er zijn al promoties te vinden voor minder dan 400 euro, exclusief de remmen), maar het Aziatische merk moet dringend enkele problematische punten oplossen die tijdens onze test zijn te boven gekomen en met een ruimer enkelvoudig aanbod op de proppen komen (niet enkel een 11/46-cassette, maar ook meer vertandingen bij de kettingbladen en een geoptimaliseerde kettinglijn), op risico van achtergelaten te worden door Sram en jaren nodig te hebben om terug bij te benen.
Hier lees je meer over onze duurtest van de Shimano XTR Di2-groep.