Duurtest | Sram GX: chic en niet duur
Door Olivier Béart -
Als we de NX buiten beschouwing laten, dan is de Sram GX het instapmodel van het 1×11 universum van het Amerikaanse merk. Waar de prijs van de X1 niet zo sterk verschilt met die van de XO1 en XX1 (die ondertussen op de Eagle 12-speed technologie is overgestapt), is dat bij de GX wel het geval, waardoor hij een rechtstreekse concurrent wordt van de fameuze Shimano XT. Maar slaagt hij er ook in om topprestaties te leveren? En kan hij een even intensief gebruik aan als zijn grote broers? We hebben de GX dan ook gedurende meer dan een jaar aan de tand gevoeld (crosscountry en enduro) en er ongeveer 1500 kilometer mee afgelegd om tot een verdict te komen!
Net zoals de Eagle 12-speed onlangs, verscheen de 1×11 eerst op de luxueuze XO1 en XX1-groepen. Vervolgens ging men een trapje lager in het gamma, met de uitstekende Sram X1 die feilloos onze duurtest doorstond. Maar tijdens die duurtest kwamen we ook tot de conclusie dat de X1 nauw bij de topmodellen aansluit, zowel qua gewicht en de kwaliteit van de werking (wat een goede zaak is) … als de prijs (wat natuurlijk iets minder goed is). Als je echt een goedkopere 1×11-groep zoekt die in staat is om te concurreren met de zeer agressieve prijzen van de Shimano XT en SLX, dan moet je je wenden tot deze Sram GX.
Als we de catalogusprijzen even vergeten die door de merken naar voren worden geschoven, want deze zijn niet altijd representatief voor de markt, dan merken we dat de prijs van de Sram GX zelfs dichter aansluit bij die van de Shimano SLX dan bij de XT. Zo vind je het geheel shifter-derailleur-cassette-ketting-crankstel al voor 320 euro (SLX), 330 euro (Sram GX) en 400 euro (XT). En dat is toch duidelijk heel wat goedkoper dan de Sram X1, waarvoor je momenteel minstens 600 euro op tafel dient te leggen. Laat ons nu eens kijken of men niet al te veel toegevingen heeft moeten doen om een goedkopere groep te kunnen afleveren …
Sram GX-achterderailleur: eigen identiteit met duidelijke familieband
Vermits de Sram GX-groep goedkoper is, breekt ook het koud zweet minder snel uit als je met deze derailleur ergens tegenaan botst dan met een exemplaar dat enkele honderden euro’s heeft gekost. Hier weet je dat het je geen rib uit je lijf zal kosten om een nieuwe derailleur aan te schaffen in geval van stukken. En ook al springen we heel voorzichtig om met ons materiaal, toch speelt dat onbewust mee … En het uiterlijk van onze testderailleur toont dat we hem niet gespaard hebben, maar hij hield zich kranig!
In vergelijking met zijn duurdere broers, brengt de finale inspectie een zeer geringe speling aan het licht op de draaipunten van de parallellogram. Maar op het terrein hadden we er niets van gemerkt en de derailleur werkte van de eerste tot de laatste dag feilloos. Hij heeft klappen gekregen en ziet er niet meer als nieuw uit, maar de schakelprecisie blijft uitstekend en we hebben nooit aan de oorspronkelijke afstellingen moeten raken. Ook na afloop van deze test is de derailleur nog geschikt voor de dienst en hij zal na de publicatie van dit artikel dan ook nog op onze fiets blijven staan.
In vergelijking met de X1 en de duurdere modellen, voelen we wel dat de Sram GX iets trager schakelt. Wat volgens ons vooral te wijten is aan de shifter (we komen er later nog op terug). Maar de Sram GX heeft geen probleem met een intensief gebruik en ook niet met een gebruik in competitie.
Ook de derailleurwieltjes trekken zich goed uit de slag en de tanden, die wel een beetje slijtage tonen, lijken in staat om nog minstens dezelfde afstand af te leggen dan die we tot op heden met de derailleurwieltjes hebben afgelegd. Enkel de lagers zijn van origine niet goed ingevet en ze blokkeren dan ook snel. Maar eens je deze proper hebt gemaakt en opnieuw hebt ingevet met een topproduct, moet je er niet meer naar omkijken. Kortom, het begint goed!
Sram GX-shifters: het belangrijkste verschil
Als er één onderdeel is op deze groep waarbij het meteen opvalt dat het over een goedkoper onderdeel gaat, dan is het de shifter. Maar wees gerust, het gaat nog steeds om een goed product. Het uiterlijk en de constructie lijken zeer fel op die van de duurdere modellen, maar de feeling van de bediening is op de Sram GX-shifter iets minder levendig en precies. Het dood moment van de shifter bij het opschakelen lijkt iets langer te duren en de kliks zijn een tikkeltje minder duidelijk. Het verschil is miniem, maar toch merkbaar.
Maar ook al hebben wij het geluk dat we regelmatig met duurdere groepen kunnen rijden, toch vergeten we deze kleine verschillen al snel als we met de Sram GX onderweg zijn. We onthouden dan ook vooral dat we vlot kunnen schakelen wanneer we willen, zonder dat dit een bijzondere inspanning kost. Toen we de groep van de ene naar de andere fiets verhuisden, hebben we de kabel één keer vervangen (wat zeer makkelijk gaat trouwens), maar voor de rest hebben we gedurende de test niet naar de shifter moeten omkijken.
Net zoals op de derailleur, verscheen ook hier een geringe speling op de hendel om op te schakelen, terwijl de duurdere modellen die op lagers zijn gemonteerd duurzamer zijn. Maar die zijn ook stukken duurder en de speling is zeer aanvaardbaar en nauwelijks merkbaar op het terrein. We kunnen dan ook zeggen dat het rapport positief blijft.
Sram PG-1150-cassette: een goed zaakje
Met het blote oog is het moeilijk om een verschil te zien tussen de Sram GX-cassette (codenaam PG-1150) en de X1/PG-1180. Beiden maken voor de eerste tien kransjes gebruik van een geklonken constructie, maar de X1 heeft een aluminum krans van 42 tanden terwijl de GX tevreden moet zijn met een stalen krans.
En dat moet de GX cash betalen op de weegschaal. Zo weegt de X1 314 gram en de GX 386 gram. Dat verschil van 70 gram is echter het overwegen waard, want je betaalt voor de GX-cassette maar de helft van de prijs van het X1-exemplaar. De PG-1150 vind je dan ook al onder de 100 euro, terwijl je bijna 200 euro moet neertellen voor de X1. Stof om over na te denken dus …
De duurzaamheid van de X1 had ons verbluft (zoals alle Sram 11-speed cassettes trouwens) en ook de GX ontgoochelt niet! Tuurlijk verdwijnt ook hier de zwarte afwerkingslaag na iets minder dan 1000 kilometer, en dat heeft een duidelijke visuele impact, maar minder erg dan onze foto’s doen uitschijnen. Het belangrijkste is dat het staal van de kransjes nog steeds goed presteert, ook al verandert de kleur.
We merken geen geplooide of stompe tanden op, noch diepe gebruikssporen. Ook het schakelen verloopt nog perfect. De cassette doet dus wat we ervan verlangen. Beter nog, want ook al is het grootste kransje niet datgene dat het meeste slijt, toch merken we hier dat het stalen model van de GX nog bijna als nieuw is, terwijl het aluminium kransje op de X1 na 1000 kilometer toch gebruikssporen begon te vertonen. Als je niet op een grammetje meer of minder kijkt, weet je wat je moet doen!
Sram GX 1400-crankstel: leve de stalen kettingbladen!
Van origine wordt de Sram GX geleverd met een klassieke ster en een aluminium kettingblad. We begonnen onze test dan ook met deze configuratie, maar al snel bezorgde Sram ons een nieuw stalen Direct Mount-kettingblad en we hebben ons gehaast om dit te monteren om de duurzaamheid ervan te testen. Want Sram belooft dat in ruil voor twee maal het gewicht van het aluminium kettingblad, dit stalen kettingblad veel duurzamer zou zijn.
Nu we het over het gewicht hebben, hebben we nog een tip. Als je overschakelt op het Direct Mount-kettingblad met 28 tanden (dit is helaas niet het geval bij 30 of 32 tanden), dan tors je amper extra gewicht mee ten opzichte van een klassiek kettingblad met een aluminium ster. Maar het stalen DM-kettingblad van 28 tanden (138 gram) is wel dubbel zo zwaar als een aluminium DM-kettingblad, dat slechts 66 gram weegt. Als kers op de taart kosten de stalen kettingbladen minder dan 20 euro, ofwel twee tot vier keer minder dan de aluminium 4-gaats of Direct Mount-kettingbladen. Om nu deze kettingbladen op een carbon XX1-crankstel te monteren is niet meteen samenhangend, maar op een GX is dit een uitstekende optie.
Onze test liet toe om vast te stellen dat de duurzaamheid van deze stalen kettingbladen gewoonweg uitzonderlijk is. Het is eenvoudig: behalve de zwarte kleur die verdwenen is, en een lichte roestkleur die tevoorschijn komt als je je fiets na een natte tocht laat drogen (al verdwijnt deze roestkleur snel), zijn de tanden nog als nieuw! Nochtans, hoe kleiner het kettingblad, hoe meer dit de neiging heeft om sneller te slijten, want de wrijvingen van de ketting worden over een kleiner aantal tanden verdeeld. Parallel met deze test hebben we ook een klassiek model van 30 tanden op een andere fiets gemonteerd, en na 3000 kilometer in alle weersomstandigheden verkeert ook dat model nog in een goede staat. De X-Sync tanden zijn efficiënt en zelfs zonder chain guard had de ketting nooit de neiging om van het kettingblad te springen.
De traparmen zijn identiek aan deze van de X1-groep die we vorig jaar gestest hebben. Er bestaat ook nog een tweede, nog goedkopere, versie van deze traparmen. Die versie is herkenbaar aan de uitsparing ter hoogte van de as. In ons geval zijn de conclusies dezelfde als bij de X1: de afwerking is zeer goed en ze zijn zeer stevig, maar Sram heeft de onverwoestbare afwerking nog niet uitgevonden. De traparmen zien er ondanks alles echter nog goed uit en ook de rode toets is na afloop van de test nog aangenaam om naar te kijken.
Wat de Pressfit GXP-trapas betreft, is het resultaat hier beter dan tijdens de test van de X1. De Sram GXP-trapas is nochtans identiek aan het model van toen, dus moeten we naar het frame kijken als reden waarom de lagers hier in een betere staat zijn gebleven; de Devinci Django Carbon is duidelijk veel waterdichter dan de Viper die als basis diende voor de test van de X1 en dat bevestigt nog maar eens dat het grote gevaar voor de geïntegreerde trapaslagers van binnenuit het frame komt.
Sram PC-1130-ketting: schappelijk van prijs en duurzaam
De Sram GX-ketting (of PC-1130) is iets goedkoper dan de X1-ketting (25 euro tegenover 32 euro) en amper 4 gram zwaarder. Maar op het terrein is het verschil niet te merken. Ze loopt even goed over de kettingbladen (van het X-Sync narrow-wide type), ze schakelt even snel van kransje en ze slijt vooral niet sneller dan haar grote zus. Geen enkele reden dus om te aarzelen en als je ze elke 1500 kilometer verwisselt (voor de zekerheid, want ze kan probleemloos 2000 kilometer aan) om de cassette te sparen, dan is dit een uitstekende keuze.
Verdict: het instapmodel houdt zijn beloftes!
We hebben er lang op moeten wachten, want Sram heeft zijn tijd genomen om een echt goedkoper model van de 1×11 op de markt te brengen. Maar het merk heeft dit uitstekend gedaan en de groep komt alle beloftes na. Visueel doet niets uitschijnen dat het hier om het instapmodel gaat en de groep valt niet uit de toon op een prachtig carbon frame als dat van de Devinci Django, die voor de rest met luxueuzere onderdelen is uitgerust. Enkele onderdelen, zoals de achterderailleur en de shifter, hebben na meer dan een jaar dienst wat speling gekregen wanneer we ze zeer aandachtig inspecteren, maar de werking zal de meest veeleisende bikers niet ontgoochelen en de duurzaamheid van de slijtageonderdelen is echt puik! Met een speciale vermelding voor de cassette en het stalen kettingblad (optioneel, maar we zouden niet twijfelen om het aluminium exemplaar dat er van origine bijhoort meteen te vervangen). Gezien zijn prijs kunnen we dan ook zeggen dat de Sram GX een foutloos parcours aflegt en dat het een geduchte concurrent zal zijn voor de Shimano SLX en XT. En met de GX kan je zowel aan de slag in rustige tochten, in crosscountry en in enduro. Het wachten is nu op een Sram GX Eagle, ook al weten we dat de technische uitdaging die een 12-speed vergt niet makkelijk is!
Nuttige links: www.sram.com/sram/mountain/family/gx – Onze duurtest van de Sram X1