Eerste wereldbeker marathon in Morzine: wat te verwachten?
Door Adrien Protano -
Dit jaar zag een nieuwe XC Marathon World Cup het levenslicht ter vervanging van de ter ziele gegane “UCI Marathon Series”. Op het programma vier manches: Nove Mesto (Tsjechië), Finale Ligure (Italië), Morzine (Frankrijk) en Snowshoe (VS)! Voor deze primeur in Frankrijk hebben we de krachten gebundeld met Rémi Groslambert, lid van het Giant France MTB Pro Team, om een verkenning uit te voeren. Hier vertelt hij ons het verhaal van deze dag en de lessen die hij daaruit leerde een paar dagen voor de wedstrijd.
Met de aangekondigde 101 kilometer en 4000 meter positief hoogteverschil zal de wereldbeker XCM in Morzine zijn sporen nalaten, net zoals de verkenningen, zelfs uitgevoerd in een gematigd tempo. Daarom dat we voldoende tijd om te recupereren hadden ingepland en de verkenning al op zondag 3 september hebben uitgevoerd, ofwel twee weken voor de wedstrijd. We deden de verkenning in het gezelschap van Loïc Blanc (3de in de MB Race) en Alexandre Raedisch (lid van Team La Forestière). Het doel is om de afdalingen te bekijken, het circuit visueel op te nemen, te bepalen waar we op de wedstrijddag best onze inspanningen sparen en de keuze van het materiaal te optimaliseren.
Vanuit het centrum van Morzine vertrekken we om het hele parcours af te leggen, met uitzondering van de eerste klein lus van 10 km (met 600 hoogtemeters) dat we de dag voor de race zullen verkennen. Op papier is de route iets om van te genieten: een grote lus met lange beklimmingen, helemaal iets anders dus dan de eerste manche in Nove Mesto waar een ‘vlakke’ lus meerdere keren moest afgelegd worden.
Via een breed pad verlaten we Morzine. De eerste lus van 10 km waar we het al over hadden, moet al een eerste selectie teweegbrengen om het peloton uit te rekken. Na die lus wordt het nog wat lastiger, met een beklimming van tien kilometer met 900 m hoogteverschil. Hoe hoger we stijgen, hoe steiler, en de laatste drie kilometer zijn eindeloos! We zijn het er alle drie unaniem over eens dat een kettingblad met 32 tanden geschikt lijkt voor deze start.
Eindelijk piekt de Col de Coux aan de horizon, synoniem met de Frans-Zwitserse grens. Het panorama van de Dents du Midi is geweldig. Een korte, ruige en bochtige afdaling brengt ons boven Champéry voordat we aan een lang gedeelte over glooiende paden beginnen.
Vanaf kilometer 42 beginnen we aan de 3de beklimming van de dag, een glooiend en vrij regelmatig stuk van 5 kilometer dat ons naar het hoogste punt van de route brengt, op bijna 2100 meter boven zeeniveau. De hoogte is voelbaar en ademen wordt lastiger, maar het uitzicht is de moeite waard!
Na het ronden van dit kleine bergmeer, start aan de Chésery-hut een leuke en snelle singletrack. Grote verrassing: achter een bocht komen we enkele bekende gezichten tegen: Martin Vidaurre, Gwendalyn Gibson, Carter Woods en Riley Amos bereiden zich hier voor op de World Cup-manche XCO van Les Gets die een week voor de marathon plaatsvindt.
Een paar uur nadat we via de Col de Coux Zwitserland zijn binnengereden, verlaten we het Alpenland weer en zijn we terug in Frankrijk. We dalen via een kleine, typische singletrack uit het hooggebergte af naar Lindarets en komen er terecht tussen de downhillers en endurorijders die profiteren van de meerdere skiliften van de Portes du Soleil. Met onze lycra broeken en korte veerweg, lijken we wel op indringers. Hoe dan ook, de afdaling naar het dorp Châtel belooft leuk te worden, zeker via een van de vele routes in het bikepark.
Maar wat een teleurstelling. Het is in werkelijkheid via een lang, breed, steil, kronkelig en nogal oninteressant bospad dat we het dorp beneden bereiken … Wat jammer! Als troostprijs stoppen we in Châtel voor de lunch. Tijdens de race zal dat niet mogelijk zijn, dus genieten we er nu dubbel van! En zegt men niet dat hoe meer je rijdt, hoe meer je mag eten?
Zodra onze voorraad weer is aangevuld, gaan we terug op pad voor een vrij onregelmatig stijgend stuk van 10 kilometer. Het pad is afwisselend vlak en steil met zelfs enkele modderige stukken. De korte afdaling die volgt omvat de eerste echt leuke singletracks van het parcours, het werd tijd!
Het meer van Plagnes symboliseert het begin van de laatste beklimming van de dag. Zes regelmatige kilometers onderbroken door een beruchte portage die wel eens de doorslag zou kunnen geven na 5,5 uur racen … Pas op voor krampen!
Mooie bergpaden, het kruisen van de beroemde kudde geiten in het dorp Lindarets en een laatste ruig en technisch gedeelte completeren de laatste afdaling van de dag. Het is in de rotsachtige passages van deze laatste afdaling dat mijn achterband beslist om er de geest te geven …
Met nog 9 kilometer te gaan besluit ik om te finishen op de tire noodle in mijn band! Bij het meer van Montriond is het landschap prachtig, maar het lijdt geen twijfel dat deze laatste vlakke stukken zwaar zullen zijn tijdens de race op zaterdag. Tot slot brengen twee kilometer vals plat langs de rivier ons naar de finishlijn, gelegen aan de hoofdweg naar Morzine.
6u30 fietsen, 92 kilometer en 3600 hoogtemeters: onze verkenning draaide uit op een behoorlijk volle dag! Het doel is bereikt: persoonlijk gaat mijn hart richting een hardtail, gezien de weinige technische stukken en het aanzienlijke hoogteverschil. Een kettingblad met 32 tanden, versterkte banden en tire noodles zijn vereist. Ik heb ook mijn voedings- en inspanningsplan kunnen verfijnen, maar dat deel ik niet, dat is geheim!
Het parcours en de landschappen zijn schitterend, een wereldbeker waardig. Aan de andere kant betreuren we het gebrek aan technische en leuke secties, de kilometers singletrack zijn op de vingers van één hand te tellen. De race belooft echter lastig te worden, met een positief hoogteverschil van 4000 meter. En het gerucht gaat dat naast deze zware zaterdag er de volgende dag nog een flink aantal renners ook aan de start van La Forestière (100 km) zullen staan … Tot weerziens in het weekend van 16 september!
Tekst en foto’s: Rémi Groslambert