Elfsteden(gravel)tocht: It giet oan!
Door Jan Van Herck -
De tocht der tochten wordt hij ook wel genoemd: de roemruchte schaatsroute langs de elf historische steden van Fryslân. Ondergetekende leende een Trek Checkpoint SL 6 gravelbike, trotseerde net op de dag dat het NK Tegenwindfietsen plaatsvond de ruige stormwind en hevige regenval en reed 25 jaar na de laatste Elfstedentocht de route opnieuw. It giet oan! Oftewel: hij gaat van start.
Dé Elfstedentocht. Dat is de meest tot de verbeelding sprekende schaatstocht van de Lage Landen. Vergelijk het gerust met eendagswedstrijden in het wielrennen zoals de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix of met epische gravel of mountainbike (eendags)tochten. Een klassieker van formaat en uniek in zijn soort, maar met hét grote verschil dat er bij onze favoriete fietsevents een datum wordt geprikt en er behoudens calamiteiten zoals covid-19 (en dergelijke) gestart kan worden. Voor een Elfstedentocht is er meer nodig. De weersomstandigheden moeten gedurende meerdere weken koud (vriestemperaturen overdag), guur en droog zijn zodat het ijs minimaal 15 centimeter dik is.
Als het vriest, ontdooien de Hollanders.
Door die specifieke weersomstandigheden ligt de datum van een Elfstedentocht nooit vast, laat staan dat er elk jaar een tocht kan gereden worden. In totaal zijn er maar 15 officiële edities geweest en de laatste wedstrijd is exact 25 jaar geleden. Voor de volledigheid: met spruitjesboer Henk Angenent als winnaar in een sprint. De Elfstedentocht is dus zeldzaam en iets waar reikhalzend naar uitgekeken wordt. “Als het vriest, ontdooien de Hollanders”, luidt een plaatselijk gezegde. En stijgt automatisch de Elfstedenkoorts.
Die 11 steden zijn trouwens niet willekeurig gekozen. Het zijn de plekken die van oudsher stadsrechten hebben gekregen en het originele idee van een Elfstedentocht dateert al van 1890 wanneer een groep mannen en vrouwen als uitdaging in 1 dag langs alle Friese steden willen schaatsen. Om dat te bewijzen en eeuwige roem te vergaren, laten ze hun paspoort of papier (later stempelkaart) signeren in elke stad. Op die manier is het concept van de checkpoints, waar je je deelnemerskaart moet laten afstempelen, geboren. Ik neem niet geheel toevallig ook een Checkpoint, namelijk de gloednieuwe gravelbike van fietsconstructeur Trek, en vat met veel goesting de tocht aan …
Ljouwert
Leeuwarden, oftewel Ljouwert in het Fries, daar ligt de start en finish van de 200 kilometer lange schaatsroute. Uiteraard start ook ik in de hoofdstad van Friesland en ik doe dat aan de ijshal bij het standbeeld van de Elfstedenrijder (plaatselijk ook wel Iisfretter genoemd). En zoals de traditie dat voorschrijft, doe ik dat voor zonsopgang. De rit volgt zo veel als mogelijk het schaatstraject, met dat verschil dat er niet overal wegen zijn langs die kanalen en er ook nog gravelsegmenten en bosdreven gevonden moeten worden.
Voor de planning van de tocht heb ik hulp gekregen van kenners uit de regio, maar dan nog is zo’n route uitwerken helemaal niet evident. Want na welgeteld anderhalve kilometer stond ik al voor een brug over het kanaal die gesloten (het is te zeggen: open) was. Even binnensmonds vloeken, omrijden en dan maar afkloppen op 221 kilometer. Ik laat geen stempelkaart signeren in iedere stad, maar beschouw dit verslag, mijn Komoot-file en een reeks foto’s als voldoende bewijs van de prestatie. Een stempelkaart uit nostalgie is leuk, maar je moet meegaan met je tijd.
Swettepaad
De schaatsers rennen met hun schaatsen in de hand naar de Swettehaven, waar ze de schaatsen ombinden en van start gaan langs het Swettepaad richting het eerste checkpoint in Sneek. Ik volg via het fietspad ook die waterweg en bonk een eerste keer fors tegen de wind. Het klinkt misschien vreemd, maar ik moet mijn fiets zowaar in een hoek van 30 graden houden om de rukwinden op te vangen. Later die dag verneem ik dat net vandaag het NK tegen-de-wind-rijden in Nederland gehouden wordt. Dat verbaast me alleszins niks.
Wanneer er een strakke zuidwestenwind blaast en er een lange dag in het zadel gepland staat, kijk je best even op de routekaart. De tocht loopt eerst pal in zuidelijke richting, draait dan met een ruime boog naar het IJsselmeer (westen) en dus krijg ik pas na 85 kilometer een eerste keer wind in de rug. Pacing strategie is een duur woord, maar wat wel een feit is, is dat ik ten gevolge van deze omstandigheden bewust rustig van start ben gegaan en me niet heb “opgeblazen”.
Tijdens dat eerste deel krijg ik geen “echte” gravel (lees: grind) stroken voor de wielen geschoven, maar rouwig ben ik daar niet om. Mijn snelheid ligt onder de 20 km/u ondanks het feit dat ik meer dan 200 watt vermogen trap. Langs die kanalen ligt een bruut fietspad van een meter breed en in mijn hoofd begin ik al wat te rekenen. Aan dit tempo ben ik dus 11 uur onderweg en dat is lang genoeg. Om de frustratie daarover niet toe te laten in mijn brein, verzet ik de gedachten. Snot, rochels, fluimen en ander vocht vliegen zonder krachtinspanning links van me weg. Dat is dan toch alweer een voordeel! En aangezien ik de tocht solo aanvat, is dat zelfs covid safe.
Ondanks het gebrek aan grind/gravel ben ik tevreden met de keuze voor een gravelbike. Bij deze storm- en regenachtige weersomstandigheden zijn de bredere Bontrager-banden (GR1 Team Issue) met een beetje profiel heel handig om het evenwicht te bewaren en strak over de gladde houten bruggen te sturen. Eindelijk, na anderhalf uur beuken duiken de eerste 2 checkpoints, Sneek en IJlst op. Authentieke en charmante stadjes doorprikt met diverse kanalen, talrijke bruggen en smalle steegjes. Snits en Drylts heten deze plaatsen in het Friese dialect. Dat klinkt net iets “echter”.
Het drama van Piet Kleine
Een bijkomend voordeel van een gravelbike en bijhorende bredere banden (35 millimeter in dit geval), is het comfortabele en stabiele rijgedrag over straatbakstenen. In Nederland liggen de dorpskernen bezaaid met rode bakstenen die in een hoek van 45 graden op de rijrichting zijn gelegd. Nog een typisch Hollands fenomeen zijn de windmolens, en ook daaraan geen gebrek. In dit geval doet de molen dienst als houtzagerij en ik kan me op een dag als vandaag perfect de voordelen van windenergie inbeelden.
Bij gebrek aan bossen om te schuilen is er energieverspilling genoeg wanneer we rond het Slotermeer naar Sleat (Sloten) rijden. De schaatsers steken dat grote maar ondiepe meer helemaal over en omwille van de omvang van het meer is dit één van de cruciale punten tijdens de Elfstedentocht. Vriest het Slotermeer dicht, of lukt dat niet? Daar ligt meestal de knoop.
Heldenverhalen
Drama en heldenverhalen, ze liggen kort bij elkaar. Maar eerst krijg ik ein-de-lijk wat echte offroad wegen voor de wielen geschoven. Ronkende namen als Bremer Wildernis en Lycklemabosch spreken tot de verbeelding en de boswegen vormen een welgekomen afwisseling voor de strakke paden vlak langs waterwegen met namen als Sânfeart en Opfeart.
Op zich is het heerlijk rijden in de bossen en de fiets gedraagt zich op die ondergrond als een vis in het water. Bossen zijn in deze regio echter een unicum en het merendeel van de route rij je in gestrekte draf langs waterlopen met een vergezicht over weilanden waar hier en daar een kudde schapen de kou en de regen trotseren.
Mijn knoop is (herhaling) de forse wind maar intussen is er ook een regendouche bijgekomen. Vooral de strook vlak langs het IJsselmeer richting Starum (Stavoren) en Hylpen (Hindeloopen) hakt er stevig in en de moed zakt net als het regenwater in mijn schoenen. Een beetje vergelijkbaar met Piet Kleine tijdens de laatste editie in 1997. De postbode schaatste op kop nabij Hindeloopen maar heeft een stempelpost gemist. Hij eindigt nog als vijfde maar wordt gediskwalificeerd, terwijl televisiebeelden aantonen dat hij er is geweest. Drama.
Het slagen van deze onderneming hangt aan een zijden draadje. De kou hakt er stevig in. Mijn voeten zijn aan het soppen in een ijskoud voetbad en dat veroorzaakt rillingen over heel mijn lichaam met kippenvel en stuiptrekkingen tot gevolg. Ik ben al 4 uur aan het vechten tegen de natuurelementen en dat eist zijn tol. Maar net op dat moment is de redding nabij. In de bestelwagen van de meegereisde fotograaf heb ik namelijk reservekledij zoals droge sokken, een thermische vest en dergelijke gestopt. Het is van kledij wisselen of opgeven. Blijven lachen en vooral positief denken, dat kan ik ook gebruiken. In de verte, een paar honderd meter verwijderd van de route, bespeur ik een vreemd gebouw, een soort omgekeerde piramide. De boerderijen hebben hier een typische stijl met puntdak en deze bouwheer heeft ervoor gekozen om het concept helemaal om te keren. Op zijn zachtst gezegd “opmerkelijk”, maar ook een aangename verrassing die een grauwe glimlach op mijn vermoeide gelaat tovert.
Het is intussen nog heviger beginnen regenen (een understatement) maar aangezien ik me in voornamelijk noordelijke richting begeef, heb ik tenminste de wind en de regen in de rug. De snelheid gaat de hoogte in tot 30 km/u terwijl ik daar amper 130 watt arbeid voor moet leveren. De kilometers schieten goed op en ik passeer over brede fietspden in een razendsnel tempo Warkum (Workum) en Boalsert (Bolsward).
Hoog tijd voor een heldenverhaal om me aan op te warmen. Zoals tijdens de editie van 1941 waar ene Tamme de Vries als 11-jarige met zijn vader de Elfstedentocht aanvat. Naar verluidt heeft vader De Vries meermaals bij zijn zoon aangedrongen om de reis te onderbreken en de trein terug te nemen of ergens te logeren. Tamme wilde van geen ophouden weten en bereikte 6 minuten voor sluitingstijd de finish …
Grondlegger Pim Mulier
Wanneer je de finish als schaatser voor middernacht bereikt, krijg je volgens de traditie een Elfstedenkruis als aandenken. Tamme de Vries heeft dat trouwens niet gekregen omdat hij te jong was en de organisatie geen verkeerd signaal wilde geven. Dat fameuze Elfstedenkruis is terug te brengen tot Pim Mulier, geboren in de buurt van Harns (Harlingen) en een van de drijvende krachten achter de organisatie van de eerste Elfstedentochten. De legende wil dat hij een van de schaatsers was die eind 1890 al een eerste keer de elf steden in 1 dag bezocht én in de zomermaanden een fervent wielrenner was.
Over wielrennen gesproken: ik ben zowaar twee wielertoeristen tegengekomen die zo vriendelijk zijn me enkele kilometers op sleeptouw te nemen. Ik slinger een beetje van links naar rechts achter deze fietsvrienden om zo weinig mogelijk tegenwind te vangen. De fietstrein stopt aan het strand in Harlingen waar eindelijk een streepje zon te bespeuren valt. Ik warm er zowaar even van op en vind een vierde adem waarna ik bijna achteloos Frjentsjer (Franeker) passeer en me opmaak voor de laatste 70 kilometer.
Het pact van Dokkum
“Op het ijs vallen rangen en standen weg”, zo luidt een Fries gezegde. Iedereen is gelijk en ook op de gravel- en de mountainbike is dat zo. Wellicht de bekendste deelnemer aan de Elfstedentocht (editie van 1986) is de huidige Nederlandse koning Willem Alexander. Onder de schuilnaam W.A van Buren en in het diepste geheim neemt hij deel en finisht de zware tocht. Wie trouwens veel schaatsers wil zien tijdens een Elfstedentocht, gaat best in de buurt van het gehucht Bartlehiem kijken. De route naar de laatste stad Dokkum loopt heen en weer over dezelfde Bonkevaart en als ik in Dokkum aankom, gaat de zon alweer onder.
Bonkevaart klinkt ook als het zware en kloppende gevoel dat ik in de bovenbenen opmerk. De spreekwoordelijke jus is er uit en het wordt vechten tegen de weersomstandigheden en gefocust blijven in de duisternis op weg naar Leeuwarden. Temeer omdat ik als nagerecht zowaar nog op een hagelbui wordt getrakteerd! Na zo’n lange en epische dag komt het beste in een mens naar boven. Zoals tijdens de Siberische editie van 1940 toen de 5 koplopers beslisten om samen over de finish te schaatsen. Een beslissing die beroemd zou worden als “Het pact van Dokkum”. Het werd een chaotische aankomst gevolgd door urenlang gediscussieer, waarna het bestuur de 5 schaatsers tot winnaar heeft uitgeroepen. Mij bezorgt het laatste checkpoint in Ljouwert een deugddoend maar tegelijk ook een immens grauw en leeg gevoel. Of zoals ze in het Fries zouden zeggen: “It is dien (het is gedaan)!”
De fiets, de fiets en verder niets
Mijn Elfstedentocht ondernam ik op de Trek Checkpoint SL 6 eTap. Bontrager zorgde er dan weer voor dat ik het onderweg, met een lading kledij, aangenaam warm zou hebben en voor de veiligheid kwamen daar ook nog Bontrager-lampjes en een fluogele helm bij. Daar lees je alles over in onze Gear Check: www.vojomag.nl/gear-check-de-trek-checkpoint-voor-onze-epische-elfstedentocht.
Met dank aan Trek Benelux.
Wil je graag onze route narijden? Dat kan, via de Komoot-pagina van Vojo.
Komoot – Jouw route naar avontuur. Komoot is een app voor het vinden, plannen en delen van avonturen. Gedreven door het verlangen om de wereld te verkennen en met behulp van aanbevelingen van vele outdoorliefhebbers, is het hun missie om unieke avonturen te inspireren en voor iedereen mogelijk te maken.