Gravel Ride KRLS 2.2 | Eerbetoon aan Karel Van Wijnendaele
Door Jan Van Herck -
Het weerbericht van de dag belooft niet veel goeds. Hevige regenbuien, veel wind en koude temperaturen. Een ideale gelegenheid om je capaciteiten als flandrien te tonen, zou Karel Van Wijnendaele gedacht hebben. En dus trokken we erop uit voor een gravel ride van 80 kilometer.
Zoals de titel al doet vermoeden, staat de afkorting KRLS voor de bende die het evenement organiseert. De “Koareltjes van Wijndale”, een groep gravelbikers die de liefde voor gravel én een knipoog naar de legendarische figuur Karel Van Wijnendaele in leven wil houden. En dus is er de 2.2 editie (tweede editie) van hun gravel ride in en om Torhout, de geboortestreek van opperflandrien Karel. We zetten ons schrap voor 80 kilometer gravel, met een schamele 300 hoogtemeters. Dat zou op het eerste zicht een haalbare kaart moeten zijn.
Die fameuze Carolus Ludovicus Steyaert was in de jaren 1900 een sportjournalist die onder zijn “schuilnaam” Karel Van Wijnendaele artikels publiceerde. Naar verluidt publiceerde hij meer dan 11.000 artikels gedurende zijn journalistieke leven. Aan dat aantal kunnen we niet tippen, verre van zelfs, maar vastbesloten er eentje bij te doen én nieuwsgierig naar de gravel-mogelijkheden in deze West-Vlaamse regio gaan we als een raket van start.
Flandrienweer
Over schuilen gesproken, we rijden zowat 5 minuten zonder regenjas en besluiten dan hem aan te trekken en doen hem niet meer uit voor de gehele rit. Het regent namelijk onafgebroken, het is relatief koud (ten opzichte van de vorige dagen) en bijkomend is iedere veldweg herschapen tot een glibberige modderstrook. Het weer is guur, de wind waait hard en de regenvlagen zijn bij momenten intens. Kortom: het is echt flandrienweer.
De zachte temperaturen van de voorbije dagen hebben ervoor gezorgd dat we de verkeerde kledijkeuze hebben gemaakt. We gaan van start in korte broek (en zonder overschoenen) simpelweg omdat we geen lange broek meegenomen hebben in de auto. Bij de start aangekomen, kijken er een paar gravelbikers verbaasd op. “Dat zijn echte flandriens”, hoor ik iemand veel te luid mompelen. Eigenlijk niet, maar in dit geval doen we graag alsof.
Als je het koud hebt, is er een simpele remedie. Gas geven en met veel power op de pedalen stampen. En zodoende knallen we dus de eerste gravelstrook op, een oude trambedding die van Oostende naar Torhout loopt. De grind ligt er een beetje wak en slushy bij en er is ten gevolge van de regenval een tweetal centimeter pap waardoor je fietst. Maar de wind blaast fors in de rug. Dat is alvast een voordeel en het jaagt de snelheid met een ruk de hoogte in.
Aan kastelen geen gebrek
Wanneer we haaks linksaf de trambedding verlaten, fietsen we vooral over autoluwe baantjes door de velden in de omgeving. We volgen het fietsknooppuntennetwerk dat slechts af en toe onderbroken wordt door een offroad strook dwars doorheen een grasland of akker. Die stroken liggen er steevast zwaar, zompig en modderig bij. Het is helaas herfst/november. Totdat we in de buurt van een kasteel over statige grindwegen en knotsende kasseistroken richting de ingang van datzelfde kasteel dokkeren. Karel heeft trouwens in de nabijheid van het kasteel van Wijnendale gewoond en dankzij het lobbywerk van de Koareltjes gravelen we heel even over privéterrein.
Die dreven vormen meteen ook een welgekomen afwisseling tussen de autoluwe betonbanen en de modderige veldwegen. Op die veldwegen ligt er steevast een smalle geul van zo’n 10cm breed waar we over willen fietsen. Hoofdreden: omdat het daar aangenaam fietsen is. Maar doordat er naast die geul een graskant ligt, vergt het ook volledige focus. Recht voor je kijken en zo strak mogelijk proberen te sturen. Indien niet, schurkt de band tijdens het rijden tegen de zijkant van de graszomp aan en word je heen en weer geslingerd of verlies je het evenwicht.
Zorgen ook voor evenwichtsverlies: de modderstroken in combinatie met de bandendruk in onze Schwalbe R-One banden. Normaal gezien rijden we altijd met een druk van 2,3 à 2,5 bar, maar die bandendruk moeten we verlagen in de hoop meer grip en een minder slingerende rijstijl te bekomen. Bij momenten gedragen we ons zoals een dronken ridder die de weg naar zijn kasteel wil terugvinden. Slippend, zwalpend en slingerend …
No mud, no glory
We hebben ons verkeken op de 80km en maar 300 hoogtemeters, zoveel is duidelijk. Zowel de zompige ondergrond als de hevige wind als de regenbuien hakken er stevig in en vergen veel krachten. Om een voorbeeld te geven: bij momenten rijden we over een lange modderige veldweg bergopwaarts (1 max 2% bergop), waarbij we slechts 12km/u rijden maar wel 500 watt arbeid moeten leveren. De Red Bull aan de tweede bevoorrading geeft je vleugels, maar niet voor ons tijdens de passage door die modderstrook. Als we het dan toch over spreuken hebben, past de leuze geïnspireerd door het nabijgelegen Club Brugge “no mud, no glory” nog het best bij deze tocht.
Karel Van Wijnendaele was journalist van beroep, maar bij het brede publiek is hij beter bekend als (mede) oprichter van de Ronde van Vlaanderen. En bijgevolg leeft zijn legende voort tijdens die jaarlijkse wielerhoogmis. Dat kan tellen als pluim om op je hoed te steken. Ook een pluim, en zeker op de hoed van de Koareltjes te steken, zijn het ontbijt met koffie en croissants, de bevoorradingen en de après bike inclusief paella of spaghetti meat balls. Kort samengevat was het deze editie flandrienweer op zijn best. Maar een échte Koarel moet daar tegen kunnen …
Meer info: Koareltjes van Wijndaele
Foto’s: Dimitri Quintyn