Interview & bike check | Loana Lecomte en haar Massi Aire SL
Door Léo Kervran -
Zij die de crosscountry op de voet volgen, zagen het al aankomen, maar ook voor het grote publiek is het ondertussen duidelijk geworden. Door meteen bij haar debuut bij de elites de zege weg te kapen in een wereldbeker – gevolgd door de wereldtitel en de Europese titel bij de U23 – heeft Loana Lecomte zichzelf op de kaart gezet. De Française was zo vriendelijk om tijdens een korte stop in haar geboortestreek, de Haute-Savoie, wat tijd vrij te maken voor de Franse redactie van Vojo. We praten met haar over de progressie die ze heeft gemaakt en over het krankzinnige seizoen dat achter ons ligt, maar ook over haar team en haar toekomst.
Vojo: Loana, met je overwinning in Nove Mesto reed je jezelf dit jaar bij het grote publiek in de kijker. Zou je jezelf even kunnen voorstellen aan diegenen die je nog niet kennen?
Loana: Ik ben beginnen fietsen in de fietsclub van Carroz d’Arâches (in de Haute-Savoie, niet ver van Chamonix). Ik woonde daar en in de winter ging ik skiën, maar mijn ouders wilden dat ik ook in de zomer een sport zou beoefenen. Omdat mijn opa veel op de weg heeft gefietst, hebben ze me op een mountainbike gezet en zo ben ik begonnen. Dat ging zo 8 jaar door, tot mijn 15de verjaardag. Toen moest ik een keuze maken, want de twee seizoenen begonnen elkaar te overlappen en de combinatie werd onmogelijk. Ik koos voor de fiets omdat ik hield van de sfeer die er rond het mountainbiken hangt, maar ook vanwege de skistages die in de zomer bovenop de gletsjer plaatsvonden, waar ik de hele dag zat te bibberen van de kou. Dat was niet echt mijn ding (lacht)!
Vojo: Vanaf je 15de legde je dus volledig toe op de fiets. Draaide het dan ook meteen goed op nationaal niveau?
Loana: Toch wel, ik deed voor het eerst mee aan de Franse bekerwedstrijden en ik won er meteen twee. Het jaar nadien trainde ik niet per se veel, want het leven op de middelbare school in Annecy was in zekere zin ook een openbaring voor me … Ik trainde wel met de club, maar ik genoot ook van het leven (lacht)!
Daarna kwam het besef dat als ik wilde blijven fietsen, ik iets serieuzer moest zijn, toch als ik op het hoogste niveau wou blijven meedraaien. Ik ben naar de Franse Mountainbikeschool in Besançon gegaan en daar ben ik mezelf grondiger en wat serieuzer gaan toeleggen op de trainingen. Het is daar dat ik ook mijn coach (Philippe Chanteau, nvdr) ontmoet heb, met wie ik tot op vandaag samenwerk.
Vojo: We spoelen even door naar 2019, je tweede jaar bij de U23. Je behaalt dat jaar enkele mooie resultaten: de nationale titel, een eerste WB-podium (in Snowshoe) en je won brons op het wereldkampioenschap. Hoe voel je je op dat moment?
Loana: Ik dacht bij mezelf “dit wordt moeilijk om te overtreffen!” Het was nog maar mijn tweede seizoen bij de U23 (in XC duurt de U23-categorie van 19 tot 22 jaar ofwel 4 jaar, nvdr). Ik was dolgelukkig en had niet verwacht dat ik deze resultaten zo snel zou behalen!
Vojo: Tijdens de daaropvolgende winter maak je dan de keuze om in 2020 door te stoten naar de elites, terwijl je in theorie nog 2 jaar te gaan hebt bij de beloften …
Loana: Normaal gesproken hadden de Olympische Spelen in 2020 moeten plaatsvinden en een podiumplaats bij de elites op het wereldkampioenschap of op het Frans kampioenschap was een selectievoorwaarde. Om te hopen op een selectie, moest ik de overstap maken naar de volgende categorie. Niet dat ik dacht dat ik die selectievoorwaarden zou halen, maar door gewoon mee te doen aan wedstrijden samen met de andere Franse rensters, zou ik me met een 15de plaats toch kunnen kwalificeren op voorwaarde dat de anderen slechts 16de of 17de zouden eindigen (de UCI-ranglijst van landen bepaalt het aantal atleten op de Olympische Spelen en Frankrijk heeft recht op 2 plaatsen, nvdr). Het was daarnaast de bedoeling om te groeien en me te helpen een volgende stap te zetten in mijn ontwikkeling.
Vojo: Hoe voelt het om op zo’n jonge leeftijd bij de elites te rijden? Geeft dat niet te veel stress?
Loana: Nee, ik vond het juist leuk, want aangezien Sina Frei niet langer bij de beloften reed – waar ze alles won – waren we nog maar met drie die voor de leiderstrui konden gaan en dat zou me pas onder druk gezet hebben. Ik was bijna verplicht om op het podium te staan of om bij elke wereldbeker in de top 5 te eindigen. Toen zei ik tegen mezelf dat ik bij de elites, waar ik alles nog moet ontdekken, geen druk zou voelen.
Vojo: Nu we het toch over Sina Frei en de belofte-categorie hebben. Eerst was er Kate Courtney, toen Sina Frei en Evie Richards en nu Laura Stigger en jij. Jullie behalen zeer snel goede resultaten bij de elites. Hoe komt dat?
Loana: Ik weet het niet … Laura ken ik goed en dat is niet verwonderlijk want bij de junioren was het erop of eronder tussen ons. Met de anderen heb ik nooit eerder gereden in de lagere categorieën.
Vojo: Nadat je de keuze hebt gemaakt om in de winter over te stappen naar de elites, verloopt het begin van het seizoen 2020 nog goed tot een virus roet in het eten gooit. Hoe ben je daar mee omgegaan?
Loana: Ik heb me vrij goed kunnen aanpassen. Ik had het geluk dat ik in de bergen woon, dus het was vrij rustig (lacht)! Ik heb mezelf niet onder druk gezet, zelfs niet moreel. Ik heb toen niet veel gefietst maar wel aan mijn core stability gewerkt. En ik heb thuis een loopband waar ik regelmatig op liep of ik ging wandelen bij mij in de buurt … Al bij al heb ik goede herinneringen overgehouden aan de lockdown.
Vojo: Heb je je niet gestoord aan het feit dat je niet wist wanneer je terug wedstrijden kon rijden?
Loana: Ik ken inderdaad veel mensen die geïrriteerd waren en dergelijke, maar – misschien ben ik niet helemaal normaal – ik had er helemaal geen last van! Ik dacht, we zien wel, gestresst of niet, we kunnen er toch niets aan veranderen, dus waarom zou ik me opwinden …
Vojo: Na de herstart van het seizoen – waarbij je onder meer Frans kampioene werd bij de beloften – arriveer je in Nove Mesto voor je eerste wereldbeker bij de elites. Er wacht je meteen een bijzondere week met 4 wedstrijden. Met welke gemoedstoestand ben je daar aangekomen?
Loana: De weken voordien had ik bij de elites al goede resultaten behaald in de Franse & Zwitserse bekerwedstrijden. Dat zei al veel over mijn niveau, maar ik bleef tegen mezelf zeggen dat de andere meisjes zichzelf door en door kennen en dat ze supergoed kunnen pieken. Hun topconditie zou wel komen van zodra de eerste wereldbeker zich zou aandienen … Het was mijn doel om de top 10 te halen, dat was al fantastisch geweest! Aangezien we 4 wedstrijden in één week zouden doen, was ik vooral bang dat ik het einde niet zou halen. Het waren dus niet de resultaten die me zorgen baarden. Ik was bang dat ik niet in staat zou zijn om 4 wedstrijden op rij te rijden en dat het me zo veel energie zou kosten dat ik het twee weken later nog zou voelen.
Vojo: Had je daar tijdens de wereld- en Europese kampioenschappen nog last van?
Loana: Toch wel. Fysiek voelde ik me goed, uiteindelijk schommelt de conditie niet zo erg van week tot week, maar door de stress werd het mentaal uiteindelijk wel moeilijk. De warm-ups zijn het ergst, altijd maar hetzelfde herhalen … Eigenlijk was ik mijn wedstrijden niet aan het tellen, maar wel de warm-ups die ik nog moest doen (lacht)! Gedurende die 3 weken heb ik niet eens echt de tijd gehad om er echt van te genieten, ik wist dat ik door moest gaan, steeds maar weer … zelfs na de wereldkampioenschappen. Vreemd, want daardoor voelde het of ik een gewone doordeweekse wedstrijd had gewonnen.
Vojo: Je overwinning in de World Cup brengt heel wat aandacht met zich mee van Redbull TV maar ook van andere media. Heb je je bij de beloften kunnen voorbereiden op die aandacht?
Loana: Nee, ik kreeg niet veel aanvragen bij de beloften, helemaal niet zelfs. Ik denk dat niemand me echt kende. In feite krijg je pas bij de elites het gevoel dat je meetelt, zelfs in de ogen van de concurrentie. Plotseling komt Kate Courtney me gedag zeggen terwijl ze dat eerder nooit gedaan zou hebben. Het is een beetje vreemd, maar je raakt eraan gewend.
Direct na mijn overwinning, of nee, na de derde plaats in de shorttrack, zeggen ze me “maak je geen zorgen, je hoeft niet in het Engels te spreken, het zal toch niet live zijn. We zullen alles nadien wel vertalen.” En dan staan ze daar plots met die camera en wordt de zendtijd verlengd zodat ze het interview live kunnen doen. Dan werd me toch gevraagd om Engels te spreken, waar ik helemaal niet klaar voor was! Dat is nog een werkpuntje (lacht).
Vojo: Van buitenaf bekeken leek je op het wereldkampioenschap en daarna het Europees kampioenschap onaantastbaar bij de beloften. Had je liever met de elites willen racen tijdens deze twee wedstrijden?
Loana: Nee, want zelfs bij de beloften had ik op voorhand niet het gevoel van ‘oké, het is binnen’. Een kampioenschap blijft bijzonder, je weet op voorhand nooit wat er gaat gebeuren. Op de wereldkampioenschappen had ik dus zeker niet met de elites willen racen! In ieder geval zou het tussen mij en Pauline Ferrand-Prévot toch niet op een gevecht zijn uitgedraaid, zij zou een klasse te sterk geweest zijn.
Op de Europese kampioenschappen reden we hetzelfde aantal ronden en in dezelfde omstandigheden als de elites. Kijkend naar de rondetijden zou het interessant zijn geweest om met Pauline te racen, om te zien hoe het zou aflopen. Maar racen met de beloften is op dit moment meer dan genoeg tijdens de kampioenschappen.
Tijdens de Europese kampioenschappen was het ook erg moeilijk om de hele week mentaal fit te blijven, vooral omdat de elites op zaterdag reden en wij (de belofte-vrouwen) pas als laatsten op zondag. Op zaterdagavond kwamen we ze tegen, hun seizoen zat erop en iedereen was relaxed. Dat was moeilijk om de focus te houden.
Vojo: Door je overstap naar de elites zal je je regenboogtrui niet veel kunnen dragen …
Loana: Enkel tijdens de trainingen! Maar overstap of niet, omdat Pauline wereldkampioene is, zou ik de regenboogtrui ook niet mogen dragen in de Franse bekerwedstrijden (waar de beloften en elites samen rijden) omdat er in die wedstrijden geen twee truien met dezelfde kenmerkende eigenschappen aanwezig mogen zijn. Ik zou misschien wel mijn Europese kampioenstrui kunnen aantrekken …
Vojo: Volgend jaar zijn er de Olympische Spelen in Tokio, de reden van je overstap. Je eindigde in 2019 als achtste op het Test Event. Hoe kijk je op die wedstrijd terug?
Loana: Het is een parcours dat me erg bevalt en het is misschien wel mijn favoriete parcours tot op vandaag. Niet erg fysiek, het bestaat uit korte steile klimmetjes gevolgd door afdalingen met zeer grote hindernissen, maar die wel goed te overwinnen zijn. Maar elke wedstrijd is anders. Het is niet omdat ik een wereldbeker heb gewonnen dat ik ze volgend jaar allemaal ga winnen! Iedere keer begin ik terug van nul af aan. Natuurlijk wordt er nu wat meer op mij gelet en als ik in Tokio aan de start verschijn is dat om het best mogelijke resultaat na te jagen, maar we zien wel hoe het loopt …
Vojo: Laten we het over je team hebben, Massi, waar je sinds 2019 deel van uitmaakt. Hoe verloopt dat?
Loana: Het is een vrij professioneel maar toch familiaal team. We kunnen allemaal goed met elkaar opschieten. De twee Franse teammanagers wonen wel in Spanje en onder de atleten zijn we allen Frans met de uitzondering van één Portugees.
Vojo: Julie Bresset vervoegde begin 2020 het team. Delen jullie veel met mekaar? Jullie hebben een gelijkaardige achtergrond.
Loana: Ja, het is zelfs zo dat ze me elke keer zegt: “Dat heb ik ook gedaan!” Het is interessant om met haar te praten, ze deelt veel, ze geeft me raad over wat ik moet doen, wat ik niet moet doen … Ik denk dat het een opportuniteit is om haar in het team te hebben omdat het einde van haar carrière in zicht komt en ik nog maar net ben begonnen. Er is zelfs geen concurrentiestrijd tussen ons, we gunnen het mekaar. Als ze me verslaat ben ik blij voor haar en als ik haar versla maakt het haar niet uit, ik denk dat zij dan ook gelukkig is.
Vojo: De materiaalkeuzes, is dat iets waar je veel mee bezig bent?
Loana: Ah nee, ik vertrouw mijn mecanicien volledig! Nu ja, het interesseert me wel. Ik vind het leuk, maar ik ken er niet genoeg van. Ik praat vaak met Thomas Griot over banden en dat soort dingen. Ik voel dingen aan, maar ik kan op voorhand niet zeggen dat ik die specifieke band wil voor dit terrein, ik moet het testen.
Vojo: Bij de vrouwen ben je een van de weinige atletes die zonder dropper post rijdt?
Loana: Klopt, het zadel geeft me een herkenningspunt en ik weet dat ik daar technisch gezien niet door tekort kom. Ik heb meer werk aan mijn uithouding dan aan de technische kant van de zaak. De gewichtsbesparing van geen dropper te monteren, is me dus meer waard, al doe ik dat teniet door voor een full suspension te kiezen. Op de wereldkampioenschappen reden veel meisjes met een hardtail met een dropper post, wat qua gewicht bijna gelijk is aan een full suspension met een vaste zadelpen! Maar dan verkies ik toch de full suspension.
Vojo: Heb je na je knappe prestaties aanbiedingen ontvangen van andere teams?
Loana: Heel wat, maar met het olympische jaar dat eraan komt, voelt het niet het juiste moment om zomaar van team te veranderen. Ik blijf minstens nog een jaar bij Massi. Ik vind het er prima en op dit moment heb ik niet meer nodig. Ik zou eigenlijk zelfs niet weten wat ik zou missen. Zolang ik niet de behoefte voel om te veranderen, blijf ik liever bij hen, vooral omdat ik er ook nog maar twee jaar ben.
Vojo: Om af te sluiten nog een laatste luchtige vraag. Had je onder de elites een rolmodel, een voorbeeld naar wie je opkeek en met wie het nu vreemd aanvoelt om er tegen te koersen?
Loana: Jolanda Neff! Haar bewonder ik echt en zij was vroeger een beetje mijn idool. Ik wilde graag tegen haar koersen om te zien hoe dat zou voelen, ik was er bijna een beetje bang voor. Als puntje bij paaltje kwam, heb ik ze echter niet veel gezien dit jaar. Maar het is ook cool om me te kunnen meten met Kate Courtney. In Frankrijk ben ik het gewend om met Pauline of Julie te racen, dus racen tegen andere buitenlandse topatleten voelt nog vreemd aan, maar het is fijn.
Loana Lecomte is bezig in de voetsporen te treden van Julie Bresset. Door bij haar eerste deelname een XCO World Cup bij de elites te winnen, schreef ze geschiedenis. Maar Loana Lecomte houdt haar hoofd cool. Tijdens onze babbel leerden we een vertederende persoonlijkheid kennen, een atlete die nog naturel is en nog niet gewend is aan de media-aandacht die haar ongetwijfeld vanaf nu zal achtervolgen. Vriendelijk en met de glimlach stelt ze zich beschikbaar op. Ze geeft hoop aan het Franse MTB. Ze kan rekenen op de ervaring van haar voorgangsters, met Julie Bresset en Pauline Ferrand-Prévot voorop, om zo haar enorme potentieel de komende jaren te bevestigen. Afspraak voor het vervolg op – als corona het toelaat – 8 en 9 mei in Albstadt wanneer de World CUP XCO van dit seizoen van start gaat …
Op de volgende pagina vertellen we alles over de fiets van Loana Lecomte, een Massi Aire SL >>>