Interview | Jenny Rissveds: met goud op de drempel van haar carrière!

Door Jan Geys -

  • Sport

Interview | Jenny Rissveds: met goud op de drempel van haar carrière!

Ze is amper 22 en toch staat ze al aan de top. Op enkele jaren tijd, of beter op enkele maanden, heeft ze haar statuut van vrouwelijke MTB-belofte ingeruild voor dat van olympisch kampioene. Een wereld van verschil die meer dan één iemand uit zijn lood zou slaan. Maar dat is op het eerste zicht niet zo bij Jenny Rissveds, ook al geeft ze toe dat ze zichzelf soms in de arm moet knijpen om te beseffen wat haar allemaal overkomt. We hadden tijdens haar bezoek aan Scott Benelux een exclusief gesprek met een goedlachse, maar een tikkeltje gereserveerde, jongedame.

Beginnen doet Jenny met een anekdote van wat haar onlangs overkwam op een Zwitserse luchthaven: “Geen water?”, vraagt de douanebeambte. “Nope”, antwoordt ze. “Geen andere vloeistoffen?” “Nope.” “Er moet toch iets zijn in je handbagage waardoor het alarm afgaat.” “Ah, misschien mijn havermoutpap? Of mijn luidspreker? Of de inbussleutel?” Alles ging apart door de scanner. “Nee, al die dingen zijn in orde. Maar kijk, hier in je tas is nog iets …” “Drie tellen later viel mijn frank. Ik was het compleet vergeten, want het was iets dat ik normaal niet bij me heb in mijn handbagage. Maar toen ik op deze septemberdag terugkeerde uit Zwitserland, had ik het wel bij op vraag van mijn sponsors. Het was mijn gouden medaille uit Rio!” Jawel, het vergt wat tijd om je te realiseren dat je olympisch kampioene bent, zeker als je nog zo jong bent!

Half oktober zette Scott Benelux in Kortenberg zijn deuren open voor het publiek en ter gelegenheid daarvan hadden we, tussen de handtekeningensessies en de vip-tochten door, een exclusieve ontmoeting met Jenny Rissveds. Dag Jenny!

7, Rissveds, Jenny, Scott-Odlo, Falu CK, SWEJenny, tijdens de wereldbeker in het Zwitserse Lenzerheide noemde Thomas Frischknecht, je teammanager, je ‘een jong vogeltje op de drempel van het leven’. Zes weken later word je olympisch kampioene! Het gaat wel erg snel voor je …

Misschien wel ja. Nu achteraf komt het soms over me heen dat ik besef dat ik olympisch kampioene ben. Zoals met die anekdote op de luchthaven die ik zonet vertelde. En dan komen de herinneringen naar boven over wat ik dit seizoen bereikt heb. Maar wat is snel? Als de vorm goed is ga je niet in de remmen knijpen omdat je nog te jong bent. En het succes lijkt ook wel vanzelf te komen, zolang ik me maar niet nerveus maak en me goed in mijn vel voel, presteer ik goed. En het feit dat ik nog maar tweeëntwintig ben doet er dan niet toe. Trouwens voor mij ben ik nog steeds gewoon mezelf, Jenny. En gelukkig is dat ook zo voor mijn familie en vrienden! Het is de buitenwereld die me als Jenny de olympische kampioene bekijkt.

jenny_rissveds_interview_2016_copyright_obeart_vojomag-15Was het je eerste gouden medaille tijdens de wereldkampioenschappen U23 in Nove Mesto die je de innerlijke rust bracht die nodig was voor de rest van het seizoen?

Ik wilde inderdaad graag die wereldtitel U23 behalen die me tot op heden steeds ontsnapt was, maar ik denk niet dat die overwinning me meer vertrouwen heeft gegeven. Het was uiteindelijk maar bij de U23. Begin 2016 maakte ik de keuze om een jaar vroeger dan normaal over te stappen naar de elites om er de wereldbekers te betwisten, en het niveau in die wedstrijden ligt toch nog een stapje hoger dan in de wedstrijden bij de U23. In mijn eerste wereldbeker bij de elites in Cairns werd ik negende, ondanks dat ik mijn zadel brak en ik van omzeggens vijfenveertigste positie moest terugvechten naar de top tien. En in de wereldbeker van Albstadt werd ik al tweede, ondanks een crash. Omdat mijn vorm het ganse seizoen goed was, bouwde ik mijn vertrouwen dan ook op doorheen het seizoen.

Nochtans hield je kwalificatie voor de Olympische Spelen wel wat voeten in de aarde …

Ja, dat is zo. Het selectiesysteem voor de Olympische Spelen is vrij apart. Ik ben de enige Zweedse die op topniveau aan mountainbiken doet, dus alvorens mezelf te kwalificeren, moest ik eerst Zweden kwalificeren. Ik moest er voor zorgen dat Zweden voldoende punten had, zodat mijn land een startbewijs kreeg voor de olympische wedstrijd. Ik haalde dat doel pas in de maand mei en het was pas vanaf dat moment dat ik me echt kon beginnen voorbereiden voor Rio.

4, Neff, Jolanda, Stoeckli Pro, , SUI 7, Rissveds, Jenny, Scott-Odlo, Falu CK, SWE 10, Pendrel, Catherine, Luna Pro Team, , CANNu we het toch over Rio hebben, laat ons even teruggaan naar die voor jou memorabele zaterdag 20 augustus. Voelde je ‘s morgens al dat dit ‘je dag’ zou kunnen worden?

Nee, dat is iets dat je ‘s morgens niet kan voelen. Het is niet dat je opstaat en voelt dat je benen goed zijn. Het is eerder dat je vertrouwen moet hebben in al de tijd en het werk die je gedurende een lange tijd aan je conditie en trainingen hebt besteed. En het is daardoor dat je je met een gerust gemoed naar de start kan begeven en je 100% kan geven.

Op het moment dat ik viel, ging er wel een ‘damn it’ door me heen. En er was een fractie van een seconde de angst dat ik op zaterdag niet aan de start zou staan …

Er was wel die crash op training enkele dagen voordien …

Klopt, op woensdag viel ik tijdens mijn eerste training op het olympische circuit, met snijwonden in de knie en elleboog als gevolg. Resultaat: zes hechtingen in de knie en vier in de elleboog. Eerlijk gezegd was ik zelf verrast dat ik nadien zo positief bleef. Op het moment zelf ging er wel een ‘damn it’ door me heen, en er was een fractie van een seconde de angst dat ik op zaterdag niet aan de start zou staan. Maar een uurtje later voelde ik me al terug in orde, en op donderdag zat ik al terug op mijn bike om het circuit opnieuw te verkennen. Het feit dat ik hechtingen had, stoorde me toen al niet meer.

Jenny’s eerste wereldbekerzege bij de elites in Lenzerheide, in 2016.

Op zo’n momenten speelt ook het mentale aspect een belangrijke rol. Is dat iets wat je specifiek kan voorbereiden?

Toch wel. Sinds mijn zeventiende werk ik samen met een mental coach. Ik reed toen, in 2011, wedstrijden op de weg en tijdens de wereldkampioenschappen voor junioren in Italië kwam ik zwaar ten val. Ik was nadien zo bang dat ik bijna niet meer op een fiets durfde kruipen. Het is op dat moment dat ik met die mental coach ben beginnen werken. Ondertussen is er tussen ons ook een goede vriendschap ontstaan. Als atleet wil je steeds alles onder controle houden en heb je het soms moeilijk om toe te geven dat we ook wat hulp van buitenaf kunnen gebruiken. Dankzij mijn mental coach heb ik een andere kijk op bepaalde zaken en ben ik het ganse jaar door mentaal in orde, ook tijdens de grote evenementen.

5, Wloszczowska, Maja, Kross, , POL 7, Rissveds, Jenny, Scott-Odlo, Falu CK, SWE 10, Pendrel, Catherine, Luna Pro Team, , CANOp welk moment tijdens de wedstrijd ging de pijn over in het besef dat je zou gaan winnen?

Pas aan de eindmeet, echt! Het is nog altijd een mountainbikewedstrijd en daarin kan tot op het laatste moment van alles gebeuren.

Was het belangrijk dat je broer ook in Rio aanwezig was?

Ja, enorm. Heel mijn familie is trouwens al gans mijn carrière heel belangrijk geweest. Ze hebben me steeds enorm geholpen en gesteund in wat ik doe.

jenny_rissveds_interview_2016_copyright_obeart_vojomag-10

Als wij aan Zweden denken, dan denken we meer aan wintersporten … Hoe ben je als jong meisje in contact gekomen met de mountainbike?

Jullie hebben inderdaad het beeld dat Zweden een wintersportland is, maar in feite wordt er ook veel aan zomersport gedaan. Het is eerder een mix van zomer- en wintersport. Je ziet er veel mensen lopen en fietsen. Zelf heb ik er nooit aan gedacht om competitief aan wintersport te doen, al beoefen ik wel wintersporten. Ik reed op mijn zevende mijn eerste mtb-wedstrijd en op mijn tiende reed ik ook wedstrijden op de weg, wat ik acht jaar gedaan heb. Ik sluit ook niet uit dat ik op een dag terug wedstrijden op de weg zal rijden, maar nu nog niet, want ik houd te veel van de mountainbike.

jenny_rissveds_interview_albstadt_2015_copyright_obeart_vojomag-3

Is er een grote mountainbikescene in Zweden?

Er is bij ons best wel een goede mtb-cultuur, vind ik. Heel mijn jeugd reed ik bijna wekelijks wel ergens in de omgeving een wedstrijd. En in Falun, waar ik woon, vind je vele natuurlijke en ook handgebouwde trails. Je vindt er dan wel geen hooggebergte, maar het is er heuvelachtig, waardoor je er intense korte klimmen en afdalingen tegenkomt. Het is best een goede plek om te wonen …

Ik train graag in de sneeuw. Zelfs bij -5°C of -10°C trek ik graag naar buiten!

Valt het je niet hard om te trainen tijdens de sombere dagen en koude winters in je land?

Nee, ik vind dat helemaal niet erg. Ik denk dat dat iets individueels is. Er zijn bij ons inderdaad veel bikers die naar Mallorca of Gran Canaria trekken om er in de winter te gaan trainen, maar ik train graag in de sneeuw. Zelfs bij -5°C of -10°C trek ik graag naar buiten, ook al zijn de dagen in de winter veel korter. En naargelang het weer wissel ik de mountainbike en koersfiets af. Al gebeurt het ook dat ik de langlaufski’s aantrek, of dat ik ga zwemmen of lopen.

2, Rissveds, Jenny, Scott-Odlo, Falu CK, SWE

Was het Europees kampioenschap in je eigen land de grootste ontgoocheling van het afgelopen seizoen?

Nee, het is niet omdat ik tweede eindigde dat ik ontgoocheld was. Ook al was er meteen na de wedstrijd een zweem van ontgoocheling, toch was ik achteraf heel blij met dit resultaat. Veel renners focussen zich te veel op het resultaat en zeggen: “Ik wil winnen; of ik wil in de top vijf eindigen”. Het is goed om jezelf doelen te stellen, maar zelf zie ik dit anders. Als je je enkel op deze doelen focust, dan bestaat de kans dat je achteraf ontgoocheld zal zijn. Mijn doel is steeds om me 100% te geven en vooraan stand te kunnen houden, maar ook om mijn wedstrijd zo in te delen dat ik me niet te snel opbrandt en flexibel genoeg ben om te kunnen anticiperen op de omstandigheden van de dag. En als ik dan weet dat ik al die zaken goed heb gedaan en toch ‘maar’ tweede eindig, dan ben ik blij.

jenny_rissveds_interview_2016_copyright_obeart_vojomag-19

Je bent lid van het Scott Racing Team, hetzelfde team waar ook Nino Schurter deel van uitmaakt. Hoeveel druk legt dit op je schouders?

Toen ik drie jaar geleden bij Scott-Odlo tekende, was dat een nieuwe situatie voor me. Het was mijn eerste profcontract en natuurlijk was ik nerveus, want ik tekende bij één van de beste teams ter wereld. Maar alle jongens uit het team verwelkomden me met open armen en deden me op mijn gemak voelen. Zowel Thomas Frischknecht, de teammanager, als de rest van het team zijn super goed voor me. We zijn vrienden, wat toch wel belangrijk is aangezien we 170 dagen per jaar samen op pad zijn.

jenny_rissveds_interview_2016_copyright_obeart_vojomag-6

Mogen we stellen dat Thomas Frischknecht heel belangrijk voor je geweest is in je ontwikkeling?

Zeker! Er zijn meerdere mensen belangrijk voor me geweest, zoals mijn familie die me al heel mijn leven steunt. Maar net zoals mijn familie is ook Thomas iemand zonder wie ik vandaag nooit zou gestaan hebben als waar ik nu sta. Thomas is meer dan een teammanager, hij is ook een goede vriend en een geweldig mens.

jenny_rissveds_interview_2016_copyright_obeart_vojomag-14

Leer je veel van hem en de andere teamleden?

Eigenlijk leren we elkaar niet echt dingen. Het is echt niet zo dat we ‘s morgens zeggen: “Vandaag gaan we dit leren”. We hangen eerder wat samen rond. We gaan samen biken en we kijken dan vooral naar elkaar. Soms stoppen we om iets eens wat beter te bekijken en dan probeer ik er inderdaad iets van op te steken. Maar niet enkel van Nino of Thomas. In het team werken we met zijn allen goed samen. Zo beslissen we ook samen met de mecaniciens welk type fiets ik in een bepaalde wedstrijd zal gebruiken, een hardtail of een fully. En ook welke banden ik best kan monteren, wordt samen besproken.

jenny_rissveds_interview_2016_copyright_obeart_vojomag-16

Ondertussen wordt er hevig aan onze mouw geschud om het interview af te ronden zodat Jenny aan tafel kan, maar we kunnen er niet aan weerstaan om haar nog een laatste vraag te stellen: “Jenny, voor een atleet is voeding heel belangrijk en Zweden kent zelfs een nationale wafeldag, is het niet moeilijk om te weerstaan aan onze wafels, frieten en bier?” Jenny schiet in de lach en antwoord: “Nee hoor, een dagje zondigen kan geen kwaad …” Oef, zo zijn ook wij weer gerustgesteld dat we ons niet schuldig moeten voelen als we ons de volgende keer aan één of andere lekkernij te goed doen, want als de olympische kampioene al zegt dat het geen kwaad kan …

DoorJan Geys