MB Ultime | 240 km non-stop: wanneer is het ver genoeg?
Door Olivier Béart -
De MB Race, die al bekend stond om zijn lange afstand van 140 km met heel veel hoogtemeters, heeft dit jaar met de MB Ultime een nog gekkere variant gekregen. We spreken hier van een wedstrijd van bijna 240 km met ongeveer 11000 hoogtemeters die in duo moet worden gereden. De inspiratie komt uit de ultra trail races, maar als er zowel op de klimmen en in de afdalingen heel veel moet worden gewandeld, gaat dat niet te ver? Van de 37 teams die begonnen hadden er bijna 30 opgegeven na 100 kilometer en kwamen er uiteindelijk slechts zes aan de finish. We verzamelden de indrukken van Fred, die deelnam voor het team Vojo/Shimano en wiens voorbereiding we hadden gevolgd, Xavier één van de weinige finishers en onze eigen Jeffry die samen met 5 andere Vlamingen aan de start stond.
Aan de start stonden er net geen 40 duo’s om zich in het onbekende te lanceren. Het regende niet, maar de lucht was nog koel en de ondergrond nat als gevolg van de onstabiele weersomstandigheden in de dagen voorafgaand aan het evenement. Onder hen Fred, Xavier en Jeffry aan wie we vroegen om ons een klein verslag te geven van hun avontuur. Eén van hen haalde de finish. Xavier vond het leuk, Fred niet en Jeffry beklaagde hem zijn deelname niet, maar gaat niet opnieuw proberen. Dus hier zijn drie standpunten over dezelfde gebeurtenis.
De MB Ultime van Fred: ik hou van extreem, maar dit was te …
We hebben veel twijfels voor de start van dit avontuur, maar vrijdag om 10 uur staan Axel en ik aan de start. We hebben het geluk te zijn uitgenodigd door Shimano Frankrijk en Vojo, en we zijn van plan dit mooie geschenk te eren. De paar weken regen voorafgaand aan het evenement zullen het ons niet gemakkelijk maken en dat zullen we snel mogen ondervinden.
We gaan vanzelfsprekend rustig van start. Desondanks zitten we heel snel in de kopgroep en we schuiven na de eerste beklimming op naar de eerste plaats. De drie andere teams van “locals” die ons volgen komen heel snel terug in de afdalingen en maken het verschil dankzij hun techniek en terreinkennis. Ik moet toegeven dat de keuze om zonder dropper post van start te gaan niet goed was. Ik ging er van uit dat het parcours van de MB Ultime niet technischer ging zijn dan de MB Race van 140km, maar ik had het volledig mis …
Na 50 km en 4u15 wedstrijd, komen we aan bij de eerste bevoorrading in Beaufort. We staan nog steeds in contact met de kopgroep, want we zien de eersten daar terug vertrekken. Fysiek gaat alles goed, onze begeleiders staan klaar voor ons en enkele vrienden zijn ons komen aanmoedigen en dat is goed voor het moreel. We hebben echter geen tijd om te lang te treuzelen, we vertrekken weer voor 44 km en een mooie lus in het massief van de Beaufortain. Na de passage aan het meer van Saint Guérin, is het maar liefst 45 minuten hiken op smalle wandelpaadjes die er spekglad bijliggen door de regen. Uiteindelijk kunnen we op de gekende richel daar beginnen afdalen … maar niet op de fiets, want dat is te gevaarlijk! We gaan dus minder snel bergaf dan we bergop gaan en hier begint het voor ons een beetje een probleem te worden. We zijn mountainbikers en per definitie houden we van rijden, wat de afgelopen uren voor ons echt niet genoeg het geval was.
Op dit punt beginnen we ons zorgen te maken en zeggen we tegen onszelf dat de keuze van dit soort parcours voor een ultra-lange-afstandsevenement een beetje fout zou kunnen zijn. Maar we vervolgen onze weg, want opgeven bij de eerste kleine ergernis behoort niet tot onze gewoontes. 95 km en een dikke 9 uur later (ja, slechts iets meer dan 10 km/u gemiddeld), zijn we terug in Beaufort voor de 2de bevoorrading en rijden we in 3de positie.
Hier eten we goed en trekken we droge kleren aan om aangesterkt en warm de nacht in te duiken. We installeren de lichten, controleren de fietsen (die nog perfect werken en alleen een beetje smering van de ketting nodig hebben) en verzorgen onze verwondingen (ik ben vrij hard gevallen, mijn helm heeft het goed gedaan, maar heb een grote blauwe plek op mijn dij). We gaan weer op weg en besluiten om het eerste rustpunt in Les Saisies als huidig einddoel in ons hoofd te steken. Daarna zien we wel.
Om daar te komen moeten we bijna 27 kilometer klimmen. Eenmaal over de Col de Bisanne, nemen we delen van de Ultra Trail de Mont Blanc om kort af te dalen naar Les Saisies met onderweg als extraatje een passage van 25 minuten door een drassig moeras waar we weer moeten wandelen. We hebben er helemaal geen plezier meer in en we stellen ons de vraag of ten aller koste doorgaan en het gevaar van sommige passages erbij te nemen het risico wel waard is. Is de verhouding tussen wandelen en fietsen niet helemaal scheef getrokken? Fysiek gaat het nog steeds ok en ons materiaal laat ons niet in de steek, net als onze begeleiders. Maar we kiezen met ons verstand en besluiten om de wedstrijd, die voor ons te extreem is, daar aan het eerste ruststation te verlaten.
Na 123 km, 6500 hoogtemeters en een inspanning van 12 uur en 40 minuten, leverden we ons GPS-baken in. Het was een eerste keer voor iedereen, zowel voor de organisatoren als voor ons … Wij respecteren het enorme werk van de organisatie en denken niet dat we het beter kunnen doen al hadden we ons misschien nog beter kunnen voorbereiden. Maar toch denken wij dat er stof tot nadenken is voor de organisatie met het oog op de volgende edities en dat er een manier is om het zwaar te maken zonder zo ver te gaan en zonder de deelnemers zulke risico’s te laten nemen. We hebben ook diep respect voor de zes teams die geëindigd zijn … Nogmaals dank aan alle mensen die betrokken waren bij dit avontuur dat zeker in onze herinnering zal blijven!
De MB Ultime van Xavier: onbeschrijflijke emoties
Xavier is een Belg, maar hij zit meestal in de Alpen, in de buurt van Chamonix. Hij is ondertussen meer een bergman dan een iemand van de “vlakte”. Hij is ook een groot liefhebber van extreme uitdagingen, zowel fysiek als technisch. Hij zond ons een zeer lang verslag van meer dan 8 bladzijden, waarvan wij de belangrijkste gedeelten in de volgende tekst hebben opgenomen.
Ik hoorde voor het eerst over de MB Ultime begin 2020, wat het begin was van een voorbereiding die 18 maanden heeft geduurd. Uit de communicatie blijkt dat de wedstrijd zich richt tot zeer ervaren bikers, die niet alleen vertrouwd zijn met lange afstanden, maar ook met de bergen. Met nog 10 dagen te gaan voor de MB Ultime, worden de duurtrainingen vervangen door intensiteit en doe ik verkenningen van een deel van het parcours. Vooral het “zotte” gedeelte rond Beaufort. Om mezelf niet onnodig uit te putten terwijl ik aan mijn techniek werk, doe ik deze verkenningen op mijn elektrische mountainbike. Het is duidelijk dat de hoop op een (nog) langere MB Race met “glooiende beklimmingen en technische maar vloeiende afdalingen” aan het vervliegen is! Het zal zeer technisch worden en er zal zeker moeten worden gewandeld.
Wij denken dat met de evolutie van de fietsen en de atleten, de organisatoren van de MB Race het voortouw wilden nemen. Wanneer meer dan 200 fietsers er elk jaar in slagen de ooit bijna onmogelijke 140 km lange MB Race te voltooien, en de Transvésubienne na lange tijd een waanzin te zijn geweest bijna een formaliteit is geworden, moet men zich aanpassen om “de zwaarste race ter wereld” te blijven.
Op de dag van het evenement voorspelt het rampzalige weer van de vorige dagen niet veel goeds. De organisatie zorgt dat we drie tassen kunnen overbrengen naar drie ruststations (waar we maximaal 90 minuten kunnen rusten), maar de eerste 125 km zijn bijna autonoom, met slechts twee bevoorradingen na 50 km en 2500 hoogtemeters en 95 km en 5000 hoogtemeters. De maximumtijden zijn berekend op basis van een gemiddelde van 8 km/u. Wetende dat een klassieke MB Race met 12 km/u wordt gereden voor de “snelsten” en dat het hoogteverschil per kilometer hier ongeveer gelijk is en dat er veel meer wandelpassages zullen zijn, denken we dat voor ons een gemiddelde van 10 km/u een realistische doelstelling is.
De start wordt gegeven om 10 uur ‘s morgens, zodat we bij het begin van de nacht kunnen aankomen bij het eerste ruststation in Les Saisies. Er stonden 37 teams aan de start, met zeer uiteenlopende profielen maar met over het algemeen zeer ervaren rijders. Ik zie veel lycra aan de start (wat een respectabele keuze is, ieder zijn meug) en ook de typische XC-schoenen. Ik denk dat die rijders de vele draagstukken in het roadbook niet gezien hebben. Wat mij betreft, ik ben de enige die (lichte) kniebeschermers draagt, om het risico op een ernstige verwonding te beperken. De race zal niet gewonnen worden op de afdaling, maar hij kan daar verloren worden!
De kaart was eng. De realiteit genadeloos.
De lus rond Beaufort zag er op de kaart eng uit, de realiteit was genadeloos. Na het draagstuk van meer dan 40 minuten is het stuk op de bergkam uitzonderlijk mooi en moeilijk tegelijk. Naar mijn mening, is het niet gevaarlijk … het is gewoon extreem. Bij de tweede stop in Beaufort is het tijd om de lichten op de fiets te zetten en iets stevig te eten. De organisatie heeft gezorgd voor spaghetti en soep, terwijl de vrijwilligers onze fietsen wassen! We vertrekken vol goede moed richting Les Saisies. Eenmaal op dit punt gekomen krijgen we tot onze verrassing te horen dat er slechts drie teams voor ons zijn. In de zaal, op de yogamatten, liggen de vermoeide concurrenten die zijn afgehaakt te slapen. Tegen 2 uur ‘s nachts, als we vertrekken, zijn er nog maar twee teams na ons aangekomen. Het is duidelijk dat ook wij het moeilijk hebben, maar we denken dat we een unieke kans hebben om deel te nemen aan de eerste nachtelijke mountainbikewedstrijd in de Alpen.
Na een overlevingsnacht, waar het parcours op zich wel meeviel maar we meerdere keren stevig gevloekt hebben, steken we eindelijk de weg naar Val d’Arly over. De organisatie heeft ons voor dit gedeelte gewaarschuwd: het gaat omhoog en er is geen echt pad! We proberen onder de bomen door te gaan maar ons stuur is te breed, we gaan er dus zo goed mogelijk overheen. De route en de omstandigheden beginnen hun tol te eisen, maar de klim op de weg tot het tweede ruststation op 175 km is een verademing. Het landschap is prachtig aan de voet van de Aravis en het zien van onze begeleiders brengt een glimlach op ons gezicht. Daarna, beginnen we te dromen van een meer glooiende 60 km finale …We vertrekken op de “Route de la Soif”, een lokale klassieker van 15 km glooiend klimmen met 500 meter hoogteverschil. Niet alleen gaat onze gemiddelde snelheid omhoog, maar misschien is dit een goed voorteken voor het verdere verloop van de rit? Bij de bevoorradingspost na 20 km staan we nog steeds 5de, en we krijgen te horen dat de Belgen Kevin Van Hoovels en Kristof Declerck kort na ons vertrek uit Arpettaz ook daar zijn aangekomen. Er zijn nog maar 6 teams in de race! We vragen ons af waarom er een derde ruststation op slechts 20 km verder is, maar we begrijpen al snel waarom. De Col de Niard is opnieuw een heel stevige beklimming. Het grindpad kronkelt tot aan de voet van een 300 meter hoge “muur” met een pad in het midden. We kruipen (letterlijk) omhoog!
Om het hoogteverschil in te schatten, na twee reeds afgelegde “Everestings”, gebruik ik de Ventoux als meeteenheid.
Op de top zouden er nog “slechts” 1300 meters te klimmen zijn. Niet eens een Ventoux! Ja, om het hoogteverschil in te schatten, na twee reeds afgelegde “Everestings”, gebruik ik de Ventoux als meeteenheid. De top van de Niard-pas is dichtbij, maar het blijft wandelen. De echte wandelaars (diegenen zonder fiets) worden steeds talrijker en moedigen de “zombie”-fietsers die ze tegenkomen gul aan … Het traject naar de schuilplaats van Tornieux, het laatste ruststation, is eindeloos. Maar deze keer zitten we in een voortreffelijk toevluchtsoord/restaurant. Veel vrijwilligers wachten nog steeds op ons, ook al zijn we het op één na laatste duo . Zij bevestigen dat de rest van het peloton in Les Saisies of Arpettaz is gestopt.
Hier stelt het medische team ons enkele onschuldige vragen om in te schatten of we fysiek en mentaal nog in staat zijn om verder te doen. Mijn Engels-sprekende teamgenoot Tom probeert in zijn beste Frans te praten, maar vermoeidheid en taal zorgen ervoor dat een van de medische stafleden steeds nadrukkelijker wijst op de moeilijkheidsgraad van de laatste 25-30 km. Maar in dit stadium, is opgeven geen optie meer. We gaan weer op weg en krijgen een slechte verrassing. De paden die ons de laatste 1500 meters hadden moeten doen klimmen zijn kapotgereden door bulldozers en modder. Als gevolg daarvan zij we terug de fiets aan het voortduwen en lijkt het resterende hoogteverschil maar niet af te nemen.
Willen de organisatoren het echt om gehaat te worden? We zijn bijna blij als we daarna een afdaling op asfalt mogen doen. En bovenal, beginnen we eindelijk aan de laatste klim! Hier is het alsof we terug in de echte wereld zijn beland, want nu rijden we samen met de rijders van de MB Ultra. We tellen het hoogteverschil meter voor meter af. De andere deelnemers bekijken ons als aliens! Een Zwitserse deelnemer omhelst me zelfs om me te feliciteren dat ik het zo ver heb gehaald. Euforie vermengt zich met vermoeidheid … De gekende oversteek van de Jaillet is nog steeds even vermoeiend en we doen er twee keer zo aan over als toen ik zelf de MB Ultra reed. Maar in dit stadium doet tijd er niet toe en het enige wat telt is dat we over 30 minuten finishers zullen zijn!
Mijn teamgenoot is een Schot die de zwaarste races ter wereld heeft gereden, maar hij is net zo emotioneel als ik.
De laatste afdaling is magisch, bijna vloeiend voor ons, gezien wat we eerder hebben meegemaakt. Voor we in de menigte aankomen, geven Tom en ik elkaar een goede handdruk, zeer symbolisch. Mijn teamgenoot is een Schot die enkele van de meest veeleisende races ter wereld heeft gereden, maar hij is net zo emotioneel als ik. We komen aan, waar onze vrouwen achter de finishlijn staan. 32 uur! We zijn vijf minuten na de uitreiking van de medailles voor de MB Ultime. We hadden gehoopt op een klein podium met vijf teams, maar we hebben wel de medaille om onze nek!
Ik hoop van harte dat de organisatoren dezelfde geest zullen behouden en dat zij, wanneer zij de commentaren hebben verwerkt, het volgend jaar opnieuw zullen doen. Als het weer beter is, laten we dan hopen dat de “sterren” van de MB Ultra zich laten verleiden door een nieuwe uitdaging en aan de start zullen staan van de MB Ultime. Misschien gaan de eersten onder de 24 uur? Maar zoals de organisator me terecht zei: dit is geen race, het is een uitdaging!
De MB Ultime van Jeffry: het Vlaamse onderonsje
Het verhaal van de Vlamingen in Megève is er eentje die wat vreemd tot stand is gekomen. Enkele maanden voor het evenement belde Nicolas Vermeulen (meervoudig Belgisch kampioen Marathon) me op om te vragen of ik zijn duo-partner kon vervangen voor een extreem avontuur. Nicolas is ondertussen al enkele jaren gestopt als professioneel biker, maar de passie voor het mountainbiken en de zoektocht naar een uitdaging (nu als een in shiften werkende vader van een gezin met twee kinderen) zal nooit verdwijnen. Zonder veel na te denken zei ik ja … de afstand en de hoogtemeters leken me extreem maar niet ondoenbaar. Maar Nicolas was reeds 2de geworden in de 140km van de MB Race en ook op verschillende fora las ik dat het vooral op goed bollende paden was en dat de afdalingen best ok waren. Een dropper post of full-suspension was eigenlijk niet echt nodig. Ik nam echter geen risico’s en reed er wel mee. Ik twijfel net voor de start nog om schoenen te dragen waar ik beter mee kon wandelen, maar mijn oude XC schoenen zijn ondertussen soepel genoeg geworden om er toch mee te starten.
Er zullen uiteindelijk nog 4 andere Vlamingen aan de start verschijnen. Eén daarvan was ultra-atleet Kristof Declerck, die zowel al lopend of fietsend al heel veel gekke stoten heeft uitgehaald en mentaal niet te breken is. Zo volbracht hij vorige zomer een “Everesting” op de hoogste duin van België. Hij reed bijna 600x dezelfde helling omhoog. Ook hij was in laatste instantie nog op zoek moeten gaan naar een nieuwe teammaat. Hij vond die in de vorm van een zekere Kevin Van Hoovels. Kevin reed ooit samen met Nicolas naar een 4de plaats in het eindklassement van de Cape Epic en ging daarna nog naar de Olympische Spelen in Londen en werd 10de op een WK. Qua talent en palmares moet ik dus op voorhand al mijn meerdere erkennen, maar heb zelf de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan in meerdaagse marathons zoals de Cape Epic en de Transprovence en bij lange afstandsritten zoals de Transvésubienne en de Epic Enduro. Ik kwam net terug van een ander extreem avontuur in de vorm van de Mountain of Hell en had me voorgenomen dat ik alvast niet de reden “mocht” zijn tot opgave.
Onze rit verliep in grote mate tussen die van Fred en Xavier. We reden rond de 7de en 8ste plek en net als Fred hadden wij grote moeilijkheden met de vele wandelpassages en extreem technische en gevaarlijke passages. “Klerske”, deed het meeste te voet, want veel echte MTB ervaring heeft/had hij niet. Vandaar ook dat op zijn Strava-profiel er slechts 220km en een 25 uur bewegende activiteiten werden geregistreerd. Ik probeerde zoveel mogelijk te rijden, want met mijn lamentabele heupen en enkels is stappen voor mij niet vanzelfsprekend. Ik kreeg rond kilometer 25 al een mentale dreun toen ik als een “oud ventje” zwoegend en mankend mijn weg probeerde verder te zetten. De mindset van 10-11km/u gemiddeld vast te houden mochten we direct vergeten.Tijdens de eerste bevoorrading namen Nicolas en ik uitgebreid de tijd om ons terug klaar te maken voor de lus in de Beaufortain. Kevin en Kristof kwamen iets na ons binnen en vertrokken dus ook iets later.
Samen overbrugden we de gevaarlijke bergkam. Aan de linkerkant was het honderden meters diep, dus een misstap behoorde niet tot de opties.
In de klauterpartij na 80 kilometer om de richel met uitzicht op het meer van Saint Guérin te bereiken, ging het licht echter uit voor Nicolas. We waren ondertussen 10 uur onderweg en hij moest echt even gaan zitten. Ik wist dat onze twee compagnons de route niet ver na ons kwamen en liet hem zijn tijd pakken om even te bekomen, terwijl ik zelf zo goed mogelijk probeerde om omhoog te geraken. Na een tiental minuten kwamen ze bij hem, namen hem mentaal op sleeptouw en zo kwam hij terug in beweging. Samen overbrugden we de gevaarlijke bergkam. Aan de linkerkant was het honderden meters diep, dus een misstap behoorde niet tot de opties. Bij het vallen van de nacht reden we de uiterst technische afdaling naar de tweede bevoorrading. Daar besloten we om geen verdere risico’s te nemen. In onze vermoeide toestand was het onverantwoord om nog verder te kruipen in het hooggebergte.
Kevin en Kristof gingen wel door, dit terwijl wij werden opgepikt door de 4×4 van de medische staf die ons naar Les Saisies bracht. We besloten om daar niet te blijven en direct nog 20 kilometer (op asfalt en voornamelijke bergaf) te rijden en zo in onze eigen chalet te overnachten. Nicolas en ik dronken nog een glas bier, praatten wat na en rond 2 uur ‘s nachts zijn we gaan slapen. Kevin en Kristof waren ondertussen aangekomen op het eerste ruststation. We werden na een korte nacht wakker en zagen op de live-tracking dat de kilometers voor alle deelnemers heel moeilijk vooruitgingen, maar de overgebleven deelnemers bleven wel onverstoord doorgaan. Ook onze gekken deden voort. Laat in de namiddag, haalden ze als allerlaatste (en 6de duo) de finish. Een prachtige prestatie waar ze onder ander geleerd hebben dat zot zijn WEL zeer kan doen …
Het slotwoord
Als het de bedoeling was om een wedstrijd zonder enige vergelijking op poten te zetten, dan is dat gelukt! Deze MB Ultime was extreem in al zijn vormen. Het is duidelijk dat het een stempel heeft gedrukt op alle deelnemers en degenen die hen volgden. Evenementen als deze zijn wat een sport eigenlijk altijd nodig heeft. Want het is nodig om de gevestigde orde en gewoontes af en toe door elkaar te schudden. Wat niet betekent dat het per se zo moet zijn. Zoals je aan de hand van deze drie verhalen hebt kunnen lezen, kan eenzelfde race heel verschillend worden ervaren en waargenomen. Dit was een primeur en vanaf nu zijn de kandidaten voor mogelijke toekomstige edities gewaarschuwd: je moet niet alleen een mountainbiker zijn, je moet een echte “mountaineer” en “overlever” zijn om te slagen en een specifieke, zeer volledige voorbereiding is noodzakelijk. De opmerkingen over de roekeloze risico’s die sommige deelnemers in bepaalde secties leken te moeten nemen, moeten niettemin tot nadenken stemmen. Het extreme heeft dit niet nodig. Dit betekent natuurlijk niet dat het makkelijker moet worden gemaakt, verre van dat! Afspraak volgend jaar?