Mijn eerste gravelrace in Girona: allesbehalve vlak
Door Paul Humbert -
“Hoe kwam ik hier terecht, hangend achter een wiel, een uur lang tegen 35 à 40 km/u?” Dat was de vraag die ik me stelde tijdens mijn eerste gravelrace, in Girona, een klein paradijs voor deze discipline. Het antwoord is dat ik me eerder toevallig had ingeschreven voor de “Santa Vall”. Dit is mijn verhaal.
Ik voelde het niet aankomen toen ik positief reageerde op de uitnodiging van Specialized om wat meer te komen ontdekken over de Créo, de elektrische race/gravelfiets van het merk. Ik had veel vragen over deze machine en de praktijk die het beste bij dit type fiets past. Girona leek mij de perfecte plek om mijn mening te vormen, aangezien de Catalaanse stad een sterke reputatie voor het gravelen heeft opgebouwd.
Donderslag in mijn trainingsplan: een kleine maand voor vertrek hoorde ik dat we uiteindelijk op een Specialized Diverge zouden vertrekken om Girona te ontdekken en deel te nemen aan de wedstrijd Santa Vall. Zonder de ondersteuning van een motor dus, dat is een gamechanger. Aan de ene kant ben ik blij omdat het een originele fysieke uitdaging is, aan de andere kant maak ik me zorgen omdat ik helemaal niet getraind ben.
Hoewel het beoefenen van gravel bij mij persoonlijk steeds meer tijd in beslag neemt, doe ik het merendeel van de tijd aan mountainbiken. Aan het begin van het jaar rijd ik sowieso weinig. In de buurt van onze redactie in het Franse Annecy betekent gravelen in de wintermaanden een overdosis modder of sneeuw. In januari had ik dan ook nog niet veel zin om plots tochten te maken van 80 km of meer, waar het gemiddelde van mijn laatste uitstapjes rond de 20 km lag.
We gaan niet rond de pot draaien, de start was slecht, waar mijn vrienden eens goed mee moesten lachen.
Naast een gebrek aan training – het resultaat maakt me eerlijk gezegd toch niets uit – is het meer hoe ik op deze wedstrijdinspanningen zal reageren. Ook in het mountainbiken neem ik zelden deel aan wedstrijden, en als dat al het geval is, dan is het meer in enduro. In gravel heb ik geen referentiepunten. Uren non-stop rijden is dan ook een inspanning waar ik niet veel vanaf weet. Tot nu toe bleef gravel voor mij vooral beperkt tot korte inspanningen.
Girona en omgeving: een paradijs voor gravel?
In de fietsbranche is het duidelijk: Girona is een belangrijke bestemming geworden. De Catalaanse stad combineert een charmant historisch centrum met een zeer ontwikkelde fietscultuur, dankzij heel wat voormalige wegprofs die in tal van bedrijven actief zijn. De stad is goed voorzien van mooie winkels, fietscafés, restaurants en overal op straat komen we fietsen tegen. Het lijkt een beetje op Finale Ligure, alleen zien we hier witte schoenen en sokken in plaats van integraalhelmen.
We verlaten het stadscentrum en bevinden ons al snel op de brede paden tussen de velden. Een van de zenuwcentra is de col d’Els Angels, waar brede pistes en een prachtige weg elkaar kruisen, voordat ze afdalen naar de kleine dorpjes in de regio.
Onze ervaring is misschien niet representatief, maar het verkeer was redelijk rustig, wat prettig is als je over de weg twee paden met elkaar wilt verbinden. Het magische is dat je door uit te zoomen op de route-app beseft dat het speelveld oneindig is voor gravel.
Santa Vall: de eerste wedstrijd van het seizoen
De Santa Vall is het eerste evenement van de “Gravel Earth Series”, een reeks gravelraces verspreid over de hele planeet.
De wedstrijd is verspreid over meerdere dagen met op de eerste dag een proloog van 6 km en 400 m hoogteverschil, op de tweede dag een parcours van 80 km inclusief twee chronosecties van 22 en 25 km en een laatste dag die over de volle afstand van 110 km en 1600 hoogtemeters gechronometreerd wordt.
Drie bedrijven, drie sferen: wat ik zal onthouden
Om je een waarschijnlijk saai verslag te besparen, is dit wat ik heb geleerd van drie dagen racen in de Santa Vall:
- Aan het begin van de proloog raakt de onwetende mountainbiker die ik ben verstrikt in de groep en de snelheid. Met een paar pedaalslagen besef ik dat ik bijna 40 km/u rijd, bijna moeiteloos: dit ding is magisch! Ik schuif naar voren, maar de realiteit haalt me in en ik begrijp dat ik er beter aan had gedaan om in de luwte mee te glijden. Mijn benen ontploffen dan ook al snel. Op zondag maak ik dezelfde fout en na 15 minuten besef ik dat ik te hard ging, “als een beginneling”, zou men me naderhand vertellen!
- Bergop is de techniek van belang! Het hele weekend heb ik kunnen zien dat weten hoe je mobiel moet zijn op je fiets om tractie en grip te vinden, een echte troef is als het technisch wordt. Zo voorkom je dat je en danseuse overbelast raakt of vastloopt.
- Als je de laatste meters door Alison Jackson (de winnares van Parijs-Roubaix 2023) en een T-Rex aangemoedigd wordt, krijg je energie!
- Het “speciale” format van de tweede dag is mijn favoriet. Op de lus van 80 km worden twee stroken getimed. Lang genoeg om jezelf te overtreffen, maar kort genoeg om tussenin gezapig met je vrienden te cruisen. Het is het format waarmee verschillende fysieke niveaus naast elkaar kunnen bestaan. Voor de marathonrit van 110 km op de slotdag is het beter om een beetje voorbereid te zijn om ervan te genieten.
- Ongeacht de discipline is de bevoorrading een geweldig moment van de dag.
- Er is gravel en gravel. Elke dag bood ons verschillende routes, met verschillende technische niveaus. Elke parcours had dus zijn eigenheid … en zijn pijn.
- Je moet je ogen open houden en je GPS in de gaten houden. Deze nieuwe gravelraces zijn niet over het hele parcours uitgepijld. Opletten is dus de boodschap, anders loop je het risico kostbare minuten te verliezen … zoals in mijn geval. Leuk en pijnlijk tegelijk.
- Het gemiddelde daalniveau is vrij laag. Voor mij was het een goed moment om even uit te rusten om op het vlakke ‘te sterven’ in het wiel van mijn voorganger. Goed je bochten nemen, helpt ook om energie te sparen bij het relanceren.
- Het vlakke, wat een horror! Vanaf de tweede dag realiseerde ik me dat ik gewend ben om lang te klimmen, maar niet om lang op het vlakke te rijden. Op deze secties heb ik het moeilijk en de zuigkracht van de fietsen voor me heeft me vaak gered (sorry dat ik niet kon overnemen).
- Je moet eten! Meestal eet ik een beetje voordat ik honger krijg, en vaak met een korte pauze. Voordat ik vertrok, had ik het goed voornemen gemaakt regelmatig iets te eten. Zo kon ik het einde van de rit halen zonder een hongerklop.
- Fietsen is altijd fijner in gezelschap. In de Santa Vall, en in Girona in het algemeen, is het wielerpubliek behoorlijk kosmopolitisch, en met een beetje Engels kun je met veel mensen communiceren.
Specialized Diverge Expert en Specialized-accessoires: de balans
Ik reed de Santa Vall zoals gezegd met de Specialized Diverge Expert Carbon. Bedoeling was niet om hier een testverslag over te schrijven, dat deed Olivier al toen de fiets in 2020 werd gepresenteerd.
Ik deel Olivier zijn eerste indruk. Op de Diverge vinden we een redelijk veelzijdige geometrie en bijhorende uitrusting die een goed compromis tussen prestaties en comfort mogelijk maakt. Voor wedstrijdrenners is comfort misschien minder belangrijk, maar in mijn geval waren prestaties EN comfort gewild.
Een goed presterende fiets om snel te kunnen versnellen om een groep in te halen of op te trekken na een bocht om het wiel te kunnen houden. Maar ook een precieze fiets en redelijk van gewicht. Comfort voor de lange ruwe secties en vooral omdat ik niet gewend ben om deze zitpositie lange tijd vast te houden.
Wat ik me vooral herinner van de Diverge is de werkelijk veelzijdige geometrie, het zeer praktische opbergvak zodat je altijd een reparatieset bij de hand hebt, en het niveau waarop de trillingen worden gedempt door de fiets.
Waar de Diverge zich onderscheidde van de meeste andere fietsen was in de proloog en op de steile beklimmingen: met een mountainbikecassette achteraan en een versnelling van 40×50 heb je bij een steile klim een echt voordeel en kon ik op de fiets blijven.
Wat betreft de Future Shock, de kleine demper onder het stuur, kan ik zeggen dat ik er vrijwel zeker van ben dat ik er bij mijn gebruikelijke ritten geen behoefte aan zou hebben en dat het een beetje “wazig” aanvoelde. Tijdens de race – wanneer je in het wiel hangt en weinig zicht hebt – is het echter een goede hulp bij onverwachte schokken. Meerdere keren raakte ik gaten of obstakels in de weg zonder ze “te zien aankomen” en daar bleek het een groot pluspunt te zijn. Als ik moest kiezen, zou ik zeggen dat ik de voorkeur zou geven aan een kleine telescopische zadelpen boven de demper onder het stuur. De geometrie van de fiets is zeer goed.
Wat mijn uitrusting betreft, was ik weg van het mouwloze Prime Alpha-jack gevoerd met Polartech aan de voorkant en van de Propero 4-helm (maar dit is heel persoonlijk en elk hoofd is anders).
Een klein detail dat misschien onbeduidend lijkt, maar op gravel houd ik van een klein tasje op de bovenbuis, waarmee je de zakken van je fietstrui wat kunt verlichten en gemakkelijk toegang hebt tot een energiereep.
Hoe vond ik mijn eerste gravelrace nu eigenlijk?
Ik was bang om te ontploffen, maar ik hield vol. Ik was bang om me alleen te voelen in een roedel ‘roadies’, ik vond vrienden. Ik was bang om me te vervelen, maar het parcours en de formats vermaakten me. Dus keerde ik met een glimlach op mijn gezicht terug uit Girona. Zal ik het volgend weekend nog een keer doen? Waarschijnlijk niet.
Competitie is een uitdaging waar ik van geniet, maar slechts af en toe. En waar de lange zondag een uitdaging was die ik graag aanging, zou ik persoonlijk veel liever de zaterdagrit overdoen. Ik realiseer me dat ik in drie dagen veel heb geleerd over gravelracen, maar ook over mezelf.
Foto’s copyright Alexandre Gazkez i Bodera / Specialized & Santa Vall