Nieuw | BH Lynx Race Evo & LT: tot volwassendom gekomen

Door Olivier Béart -

  • Techniek

Nieuw | BH Lynx Race Evo & LT: tot volwassendom gekomen

Het Spaanse BH zit niet stil. Na de Ultimate Evo vorig jaar en de Ultimate RC eerder dit jaar, is het nu de beurt aan de Lynx Race – de full suspension van de familie – om in het nieuw gestoken te worden. Nog meer dan de geometrie of de ophanging, is het de constructie van het frame die evolueert om de stijfheid van de fiets te verbeteren en de fiets sneller te maken. We zetten alles op een rij en sluiten af met onze eerste rij-impressie.

We zien het de laatste tijd wel vaker bij andere merken en ook bij BH hebben we recht op niet één maar twee fietsen: het eerste model met 100 millimeter veerweg heeft XC-wedstrijden als doelstelling terwijl de LT-versie met 120 millimeter veerweg tot de downcountry categorie behoort. Beide fietsen delen dezelfde basis maar zijn wel uitgerust met verschillende onderdelen (veringen, wielen, …).

Het frame van de nieuwe BH Lynx Race Evo is volledig uit carbon (Toray T800 en T1100 vezels) en heeft een aangekondigd gewicht van 1,950 kilogram, dat is inclusief de demper. Dat is geen recordwaarde in deze categorie, zo weegt het frame van de Orbea Oiz 1,740 kilogram (ook inclusief de demper). BH vertoeft daarmee in het klasgemiddelde samen met prestigieuze modellen als de Cannondale Scalpel en Specialized Epic (het S-Works model uitgezonderd). Dit hogere gewicht valt te verklaren doordat BH ervoor heeft gekozen om het achterste scharnierpunt van de ophanging te behouden, daar waar de andere merken rekenen op de flexibiliteit van het carbon.

Er werd veel aandacht besteed aan de stijfheid van het geheel. Dat is vooral zichtbaar aan het hoofdscharnierpunt dat groter wordt (een diameter van 25,4 millimeter). Hierdoor kon BH op dit kernpunt de torsiestijfheid met 30% vergroten. Verder maken gloednieuwe Acros-pendelkogellagers hun opwachting. De kogels zitten hierbij niet langer in een kooi en ze zijn manueel monteerbaar zonder dat er een lagerpers aan te pas moet komen,. Dit moet zorgen voor een soepelere werking en de lagers zouden beter verouderen dan een klassieke montage (waarvoor een lagerpers nodig is).

Voorheen was het balhoofd conisch maar voortaan meet het oversized balhoofd over de volledige lengte 1,5″. De reden hiervoor is niet de komst van een nieuwe standaard voor de vorkbuis – conische vorkbuizen zijn de dag van vandaag de referentie in alle disciplines – maar wel een zoektocht naar ruimte. De Lynx Race 2021 integreert immers het ICR-systeem van Acros, waarbij de kabels en leidingen intern door het balhoofd lopen, zonder dat je daarvoor extra gaten in het balhoofd moet boren. Sober, efficiënt en esthetisch!

In het balhoofd wordt voortaan een BlockLock geïntegreerd die de stuuruitslag beperkt tot 150 graden om schade aan het frame te voorkomen wanneer je bijvoorbeeld ten val komt. BH ontwikkelde ook een nieuwe stuurpen waardoor er niet langer een stermoer nodig is om alles op de stuurbuis vast te zetten. Bovenaan in de stuurpen zitten er nu twee conische beugels (een vaste en een mobiele).

De extra ruimte die vrijkomt in het balhoofd wordt ingenomen door een multitool. Het is voor het eerst dat BH uitpakt met dit zelf ontwikkelde systeem, op de rest van het gamma volgt dit in een latere fase.

De tool kreeg de naam FIT (voor Fast Intervention Tool) en het systeem zou eenvoudiger en lichter zijn dan dat van OneUpSpecialized of Bontrager, want je hoeft geen schroefdraad te trekken in je stuurbuis of je hebt geen bout nodig die dwars door de stuurbuis gaat. Het tooltje bevat 5 inbussleutels (2.5/3/4/5/6 millimeter), een Torx 25-sleutel, een kettingpons en er is plaats voor een kettingschakel en een CO2-patroon.

BH blijft voor de achtervering trouw aan de Split Pivot-architectuur die – sinds de begindagen van dit model – zo karakteristiek is voor de Lynx Race. Op papier is dit systeem zwaarder dan de monolink die alomtegenwoordig is op XC full suspensions (Cannondale Scalpel, Scott Spark RC, Specialized Epic, …) maar volgens de ingenieurs van het merk is deze architectuur efficiënter omdat het de ophanging kan loskoppelen van de rem- of trapkrachten.

Naargelang de demper beschik je over 100 millimeter veerweg (een demper van 190×40 millimeter) op de Lynx Race Evo of 120 millimeter (een demper van 190×45 millimeter) op de Lynx Race LT.

Op het nieuwe modeljaar 2021 zien we dat de link die voorheen vastzat aan de bovenbuis, nu onder de demper aan de zitbuis wordt bevestigd, een oplossing die we ook al zagen op de eerste modellen die in 2014 verschenen maar nadien werd opgegeven wegens te zwaar. Dat nadeel in overgewicht is door nieuwe productiemogelijkheden nog maar miniem waardoor de functionele voordelen nu zwaarder doorwegen bij het eindoordeel.

Het scharnierpunt aan de achteras (een van de karakteristieken van een Split Pivot-ophanging) werd herbekeken om de achterdriehoek te verfijnen: terwijl ze op het vorige model elkaar op een vrij eenvoudige manier overlapten, verstrengelen ze nu rond de as. Het ziet er beter uit en vooral, het stelt BH in staat om de achterdriehoek 15 millimeter smaller te maken zonder de vrije ruimte voor de banden te beïnvloeden (tot 29×2,4″!).

Op de Evo 2021 zien we dat enkel de zitbuishoek (1,5 tot 2,5 graden steiler) en de reach (12 tot 14 millimeter langer) gevoelig veranderen. De overige waardes veranderen slechts lichtjes. Zo wordt de balhoofdhoek een halve graad vlakker en de liggende achtervork 5 millimeter langer. De BH Lynx Race LT is uitgerust met een vork van 120 millimeter waardoor het balhoofd hoger komt te liggen en de daaraan gekoppelde afmetingen wijzigen, denk aan de reach (iets korter op de LT) of de balhoofdhoek (iets vlakker).

Het gamma bestaat uit 4 Evo-modellen en 1 LT-model. De prijzen werden nog niet gecommuniceerd. Met het BH Unique-programma kan je de kleur van je fiets personaliseren en ook enkele onderdelen kiezen, zoals bijvoorbeeld de toevoeging van een dropper post op het XC-model. Dit geldt ook voor de wielen of de veringen (een montage met 120 millimeter veerweg vooraan en 100 millimeter achteraan bijvoorbeeld).

Bijzonder is dat de Evo-modellen zijn uitgerust met wielen met een interne velgbreedte van 30 millimeter en met 2.4″ brede banden, terwijl de veelzijdigere LT-versie is uitgerust met velgen van 25 millimeter en banden van 2.25″.

Dat mag verrassend lijken, maar BH weet dit makkelijk te rechtvaardigen: de combinatie 30 millimeter/2.4″ heeft een lagere rolweerstand en is dus perfect geschikt voor XC-wedstrijden terwijl de combinatie 25 millimeter/2.25″ veelzijdiger is op vooral vochtige of losse ondergrond (omdat op deze modellen vaak banden liggen met kleine noppen, zal de band van 2.4″ sneller wegschuiven in modder).

BH Lynx Race Evo & LT: de eerste test

We ontvingen op onze redactie zowel een exemplaar van de Lynx Evo met 100 millimeter veerweg als van de LT-versie met 120 millimeter veerweg. Op het moment van dit schrijven hadden we nog maar een keer de kans gehad om beide fietsen uit te laten, het volledige testverslag volgt dus later. Desondanks willen we toch al een eerste testindruk meegeven.

Zo zijn de rijsensaties van de twee versies van de nieuwe BH Lynx sterk gelijkaardig. Het verschil tussen het model met 100 millimeter veerweg en het model met 120 millimeter veerweg lijkt ons veel kleiner dan tussen de Cannondale Scalpel Race en SE, of tussen de Orbea Oiz XC en TR. De reden daarvoor zullen we ongetwijfeld moeten zoeken bij de Split Pivot-ophanging die duidelijk veel actiever werkt dan de veringen op het merendeel van de crosscountry en downcountry fullies die momenteel op de markt verkrijgbaar zijn.

Zowel bergop als bergaf voel je de nodige dosis grip en comfort, wat verbazend is voor zo’n wedstrijdbolide. We wisten de geometrie eerder al sterk te waarderen op de BH Ultimate Evo, het hardtail topmodel van BH, en dat is nu niet anders. Conclusie, we voelen ons snel vertrouwd op de fiets en we laten de remmen dan ook al van de eerste kilometers los. Het rendement en de prestaties werden niet vergeten en we ervaarden een mooie nervositeit bij het versnellen en hadden niet de minste moeite op de minder steile hellingen.

Deze test is uiteraard nog niet ten einde, de komende weken zullen dan ook meerdere van onze testers met deze fietsen rondrijden. We gaan ook enkele onderdelen verwisselen, zoals de 2.4″ banden op de XC-versie die we te breed vinden en die te weinig voorzien zijn van noppen voor de huidige modderige omstandigheden, ook al gedragen ze zich niet slecht op harde ondergoed (wortels, stenen). In de modder schuiven ze echter sneller weg dan de Maxxis Ardent-banden van 2.25″ op de LT-versie. Om beide fietsmodellen echt naast elkaar te zetten in deze test, moeten we in deze winterse omstandigheden voor een deel van de test op zijn minst dezelfde banden onder de fietsen monteren.

Het vervolg lees je binnenkort!

Meer info via bhbikes.com

DoorOlivier Béart