Ontdekking | Enkele herfstdagen in de Zwitserse Aletsch Arena

Door Pierre Pauquay -

  • Natuur

Ontdekking | Enkele herfstdagen in de Zwitserse Aletsch Arena

Het felle zomerlicht van de zon is al een paar weken zachter geworden en verlicht de bergen in Boven-Wallis met warme en diffuse tinten.De koeien en schapen zijn na de eerste koudegolf afgedaald naar de lagere valleien terwijl in de Aletsch Arena langzaam het einde van het seizoen nadert.Deze periode is de gelegenheid om nog een laatste tocht te maken in een grandioze omgeving met de geuren en kleuren van de herfst als gezel.

In de Aletsch Arena is het ballet van de kabelbanen nog niet ten einde en worden er eind oktober nog steeds toeristen en locals naar de bergdorpen Riederalp, Bettmeralp en Fiescheralp vervoerd.De moeilijke toegang van deze dorpen maakt net hun schoonheid. Deze dorpen, die zich vastklampen aan de helling, zijn autovrij.Alleen kleine elektrische wagentjes doorkruisen de met houten chalets omzoomde straten.Hotels, restaurants en bars zijn in Boven-Wallis in de herfst nog steeds open en dus laten we onze koffers achter in Hotel Alpfrieden, in Bettmeralp, een partneraccommodatie van de Stoneman Glaciara.

Mountainbikers die zich in de herfst de moeite getroosten hiernaartoe te komen, mogen zich gelukkig prijzen. De (meeste) toeristen zijn verdwenen en over de bergen is weer een rust neergedaald. De paden van de Aletsch Arena, waar zich de grootste gletsjer van de Alpen bevindt, lijken nu voor ons gereserveerd. We hopen er nog enkele dagen te genieten vooraleer sneeuwval de doorsteek van de pashoogtes onmogelijk zal maken. We popelen van ongeduld om de ijsreus te ontmoeten.

Een warme zomer …

In oktober zijn de dagen korter en wisselvalliger. Op één dag kan men op deze hoogte de vier seizoenen beleven. ‘s Morgens bedekt een dun laagje rijp en dauw de alpenweiden en hangt de mist laag tegen de bergflanken. Het is onmogelijk om de contouren van het prachtige gebergte dat ons omringt te onderscheiden. We storten ons resoluut in de richting van het bos waar mooie paden liggen te wachten en hopen morgen op meer geluk om te genieten van de magnifieke panorama’s.

De MTB-kaart uitgegeven door het VVV-kantoor telt 20 routes. Deze zijn niet bewegwijzerd maar met gps te rijden. We kiezen voor mountainbikeroute nummer 9 die 27 kilometer lang is. Een mooie opwarming voor de komende dagen, ook al rijden we in de regen. Het dichte bladerdak beschermt ons en de paden zijn nog niet drassig. De hete zomer heeft zijn sporen nagelaten in het landschap. De bladeren van de bomen zijn verdord en de grond is nog steenhard.

In de namiddag worden opklaringen verwacht. Snel pakken we onze mountainbikes om de top van de Bettmerhorn te bereiken, op 2647 meter boven zeeniveau. Met de fiets op de rug beklimmen we de laatste treden naar de plaats waar de kabelbaan arriveert. Dit decor zou niet misstaan in een James Bond-film, ware het niet dat het doek voor ons onherroepelijk dichtgaat in de herfstschemering.

Geïsoleerd van de wereld

Boven in de bergen wordt de sfeer grimmig. In de gietende regen is er geen teken van leven te bespeuren. Geen kreet of vlucht van een kauw, alleen rauwe en koud aanvoelende grijze rotsen. We moeten naar beneden.

We dalen af tussen de regendruppels en sneeuwvlokken en door het weinige licht zijn de obstakels op de singletrack nog amper te onderscheiden. De angst overweldigt ons. Het pad vereist behendigheid. Vincent laat zich niet kennen en raast de helling af.

‘s Avonds in het hotel verwarmen we lijf en leden. Wat is het heerlijk om je een beetje als gelukkige schipbreukelingen te voelen. Het gehuchtje dat ons toevluchtsoord is, ligt geïsoleerd van de buitenwereld en is enkel door een eenvoudige kabelbaan die in de leegte wordt gegooid met het dorp eronder verbonden. Ik zet zelfs mijn telefoon uit om dit gezellige isolement te voelen.

Ook dat is Zwitserland, onwaarschijnlijke dorpjes, gebouwd in een tijd dat toerisme nog onbekend was.

De bewoners van deze grote hoogten waren zelfvoorzienend en produceerden alles wat ze nodig hadden om te overleven. In de winter woonden ze in Betten en in de zomermaanden trokken ze naar het hogergelegen Bettmeralp. Aan het begin van de 20ste eeuw werd de berg uitgerust met staalkabels en kabelbanen om de beklimming te vergemakkelijken voor de eerste toeristen die het panorama van de Aletschgletsjer kwamen bewonderen. De boeren zijn hoteliers geworden, de velden veranderden in skipistes en de alpenchalets veranderden in luxe accommodatie.

UNESCO-werelderfgoed

De volgende dag verlicht de zon de hele keten van toppen boven de 4000 meter. De koude nacht verdreef de wolken.

Deze keer kunnen we misschien de Aletschgletsjer zien. Als we het dorp verlaten, bereiken we de skipistes die de berg niet al te veel schade hebben berokkend.

Bij het uitkomen van de tunnel, verschijnt een nieuwe wereld. Hier is de berg nog maagdelijk en behield hij een wilde en rauwe schoonheid zonder kunstgrepen.

De ogen van twee mannen nemen een landschap waar dat sinds het ontstaan van de aarde onveranderd lijkt.

De lucht versmelt met het grijs-witte palet van de toppen. Het uitzicht vanaf de Märjelensee is gewoonweg prachtig!

Aan de voet van de Aletschgletsjer zijn we geen mountainbikers meer, maar toeschouwers van een grandioze natuur. Met zijn 86 vierkante kilometer is het de grootste gletsjer in de Alpen. De rivier van ijs is 20 kilometer lang en verbindt de bergen van Wallis met Oberland. Met een dikte van 800 meter op het dichtste punt kan het worden vergeleken met een mini-ijskap zoals die van Antarctica.

Ondanks zijn massa van 11 miljard ton blijft zijn volume verkleinen. 18.000 jaar geleden was de bergrug tussen de Bettmerhorn en de Riederhorn nog bedekt met ijs en raakte de tong van de gletsjer het Rhônedal. Maar net als elders in de Alpen heeft deze reus – die op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat – zich teruggetrokken en leeft hij net als al zijn soortgenoten in de Alpen op geleende tijd.

Stoneman Glaciara

Het pad volgt nu de route van de Stoneman Glaciara: een beroemde route die we al eerder in zijn totaliteit volgden (lees: Ontdekking | Stoneman Glaciara, een onwaarschijnlijk knappe Zwitserse rit). De lus vanaf het controlepunt in Märjela is misschien wel een van de mooiste in de Alpen. Naast onze wielen is de gletsjervallei van de Fieschergletscher ondoorgrondelijk. Rotsen en ijs komen samen in deze chaos.

Op de singletrack ontsnappen we niet aan de natuurkracht die ons klein doet wezen. Het pad is prachtig en kijkt uit over de hele vallei. Het pad is niet moeilijk, maar het landschap eromheen maakt indruk en trekt de aandacht naar links in plaats van naar het voorwiel.

Kort na het uitzichtpunt Märjelewang zetten we koers naar het bergdorpje Fiescheralp. De afdaling over kronkelende paden voert langs natuurlijke trappen en opengereten rotsen.

Bij het buitenrijden van het dorp gaat het snel, heel snel. We genieten van deze piste die ons naar het restaurant Bättmerhitta brengt en de terugkeer naar de beschaving inluidt.

In de namiddag begint de zon te schijnen. Snel stappen we nog een laatste keer op onze mountainbikes om naar de Moosfluh te klimmen, gelegen op 2333 meter hoogte. En weer krijgen we een glimp te zien van de Aletschgletsjer.

We weten niet waar eerst kijken. Achter de gletsjer overschrijden de reuzen van Oberland – zoals de Jungfrau, de Monch of de Eiger – vrolijk de 4000 meter hoogte.

Wanneer we ons omdraaien zijn het andere vierduizenders – de Dent Blanche en Matterhorn – die de horizon blokkeren. Met spijt in ons hart moeten we het gebergte achter ons laten, net op tijd, want enkele dagen later bedekt de sneeuw de paden en herwon de berg zijn eenzaamheid.

Praktische info

DoorPierre Pauquay