Ontdekking | Indian Summer in Quebec #1: Saint-Raymond en Shannahan
Door Olivier Béart -
Aan het begin van vorige herfst hadden we het geluk om een prachtige Indian Summer te mogen beleven aan de andere kant van de grote plas, meer bepaald in het Canadese Quebec. We deden dit uiteraard in het gezelschap van onze mountainbike en het eerste deel van onze reis bracht ons naar Saint-Raymond, een klein dorpje ten noordwesten van de stad Quebec, en het prachtige Shannahan-gebergte enkele kilometers verderop. Maar we willen je waarschuwen, want na het lezen van dit artikel zou je wel eens een onweerstaanbare drang kunnen ontwikkelen om zelf naar de Canadese wildernis te trekken. Verder lezen is dan ook op eigen verantwoordelijkheid!
Aaah, Canada! Voor heel wat mountainbikers zijn plaatsen als Whistler en Squamish een natte droom, maar niet enkel in British Columbia liggen er geweldige paden op onze banden te wachten, ook in het oosten van het land zijn er heel wat uitgestrekte bossen en landerijen die een ontdekking waard zijn.
Om onze reis een extra tint te geven, kozen we voor de fameuze Indian Summer als periode om naar Canada te gaan. We schrijven eind oktober 2017 en dankzij Orbea en Sram wordt een jarenlange droom eindelijk werkelijkheid. Ons reisdoel is de provincie Quebec dat dankzij de world cup MTB in Mont-Sainte-Anne wel een belletje doet rinkelen bij de diehard mountainbikefans, maar toch nog niet zo gekend is als de buren uit Whistler en Squamish.
Onze eerste stappen in Quebec
Afstanden tussen toeristische trekpleisters zijn in Quebec van een heel andere orde dan in onze contreien waar alles op een zakdoek bij elkaar ligt. Je moet er dan ook wat voor over hebben en vanuit Montreal moet je rekenen op een trip van een viertal uurtjes in de wagen. Gelukkig zit de sfeer er meteen goed in. Onze groep bestaat uit Rémy van LGB Organisations die deze reis heeft uitgedokterd, Simon als vertegenwoordiger voor Orbea, Altino voor Sram, Steph, Simon, Yohan, Dani en ondergetekende.
Reizen betekent natuurlijk ook mensen ontmoeten en we hadden het geluk om in elk deel van onze reis vergezeld te worden door lokale gidsen. Gidsen die met eigen hand de schitterende paden hebben aangelegd waar we de komende week over mogen rijden. In Saint-Raymond worden we verwelkomd door Tommy Paquet, de man met wie alles in deze regio begon, en zijn kameraad Jérôme.
De avond is reeds gevallen wanneer we eindelijk aankomen in Saint-Raymond, een klein dorpje middenin de natuur en dat op enkele kilometers van de stad Quebec. Outdooractiviteiten zijn hier hot en in de zomermaanden is mountainbiken daar één van.
Onze eerste nacht brengen we door in hotel Roquemont, een gezellig en rustiek hotel waar ook een microbrouwerij onderdak heeft gevonden. We kunnen het dan ook slechter treffen en als we de namen van de verschillende bieren aflopen, voelen we ons helemaal thuis. Of wat denk je van een biertje dat luistert naar de naam Singletrack? Rond een zéééér uitgebreide poutine, een typisch Canadees gerecht bestaande uit frietjes bedekt met verse kaas en gedrenkt in jus, vertelt Tommy ons meer over het programma van de volgende dag.
De paden van Saint-Raymond vertrekken op ocharme 50 meter van onze kamerdeur en onze fietsen staan dan ook al klaar in de gang. Een goede nachtrust moet volstaan om de jetlag uit onze benen te krijgen. Quebec, here we are!
Opwarmertje in Saint-Raymond
Het mountainbikenetwerk van Saint-Raymond telt een dertigtal kilometer aan aangelegde paden, waarvan de moeilijkheid gaat van groen tot dubbel zwart. “Wat, slechts dertig kilometer? Dat is de verplaatsing toch niet waard …,” horen we jullie al denken. Oordeel echter niet te snel, want de kwaliteit van de paden en de manier waarop ze zijn aangelegd zorgt ervoor dat we ons hier geen moment vervelen. We hebben dan ook de indruk dat het gebied groter is dan het in werkelijkheid is. Het hoogteverschil kan je dan weer vergelijken met wat we kennen in de Belgische Ardennen.
Tussen de esdoorns ontdekken we magnifieke singletracks. Hier hebben ze geen eeuwenoud netwerk aan paden zoals wij in Europa wel kennen en het merendeel van de trails werd zeer recent speciaal aangelegd. Deze trails liggen trouwens grotendeels op privéterrein en ze vereisen het nodige onderhoud. Dat kost natuurlijk een beetje geld en daarom vraagt men een bijdrage om de paden te mogen gebruiken. Reken op een vijftiental Canadese dollar, of iets meer dan tien euro. Peanuts voor zo’n pretpark!
We draaien en keren tussen de bomen en het gaat onophoudelijk op en af. Grote ronde stenen remmen ons af, maar echt moeilijk is het allemaal niet. Het blijft heel leuk en we hebben vooral de indruk dat we meer mogen afdalen dan dat we moeten klimmen. En dat hebben we graag!
Grand Eggen, Taureau, Pin Gris, … de zwarte pistes volgen elkaar op. Een beetje technische bagage kan geen kwaad maar een goede trailbike met 120/130 millimeter veerweg (zoals op onze bike) volstaat ruimschoots opdat je nooit de indruk krijgt dat je je leven riskeert op de obstakels.
Onze longen krijgen het stevig te verduren op de opeenvolging van klimmetjes, nietwaar Altino? Als weerwooord werpt hij op dat die dekselse fotograaf (ik dus) de groep al enkele keren op en af de berg heeft laten rijden in zijn zoektocht naar de perfecte foto.
Gelukkig hebben we nog wat krachten gespaard voor het slot en de magnifieke Tablerone die langs immense farms voert waar de paarden onverstoorbaar verder grazen wanneer we hen passeren.
De ondergaande zon is het sein om stilaan terug te keren. Maar zelfs deze verbindingsweg naar de skipistes van Mont Laura en Saint-Raymond is subliem. Onze reis kon dan ook niet fraaier begonnen zijn!
Gastvrijheid made in Quebec
Om deze eerste dag op een mooie manier af te sluiten, werden we uitgenodigd door Elise. Elise? Wie is Elise, zul je jezelf afvragen. Eerlijk gezegd kennen we haar zelf ook maar amper. We maakten eerder toevallig kennis met haar op het vliegtuig. Elise is een schilderes die gepassioneerd is door paarden en na een vakantie in de Camargue, om inspiratie op te doen, terug huiswaarts keerde. En tijdens onze toffe babbel bleek dat we enkele gemeenschappelijke vrienden hebben in Canada, waarop Elise meteen heel onze bende uitnodigde om te komen eten!
Op het menu stond een 100% lokale maaltijd: een originele pastei van eland. Zoals wij jacht maken op onze everzwijnen doen ze dat hier op elanden en bij speciale gelegenheden komt dit gerecht op tafel. Fred, de man van Elise blijkt ook een mountainbiker te zijn en het staat dan ook al snel vast dat hij ons later deze week zal vergezellen. Een betere manier om deze nieuwe vriendschap te bezegelen kunnen we ons niet inbeelden en de hele avond zegt veel over de gastvrijheid van de lokale bevolking.
Shannahan en de Neilson Trails
Op onze tweede dag zetten we koers naar een ander mountainbikegebied aan de rivier Bras du Nord. De enkele mijlen naar het startpunt overbruggen we met de auto waar we in een shop onze toegangskaarten kopen. Dit gebied is groter dan wat we gisteren voor de kiezen kregen dus nemen we ook enkele kaarten mee met daarop de trails van Shannahan.
We bevinden ons nu middenin de wilde natuur van Quebec en de beschaving lijkt ver weg. De rivier Bras du Nord en zijn zijrivieren Neilson en Rivière à Théo wijzen ons vandaag de weg. De bergen op de achtergrond maken het plaatje compleet en lijken wel te waken over de omgeving.
Het gebied is enorm uitgestrekt, maar zelfs vlak bij het infocentrum liggen al een dertigtal kilometer aan leuke trails verborgen. Wij richten onze pijlen echter op de drie Neilson Trails: Neilson Nord, Est en Sud. De totale lengte van deze lus: 25,4 kilometer puur plezier!
Grote meren, watervallen, geweldige trails en … de aankondiging dat er een beer is gesignaleerd in dit gebied. Alle ingrediënten zijn aanwezig voor een fantastische dag. De hemel kleurt diepblauw en door de verrassend hoge temperatuur mag de korte broek buiten vandaag, heerlijk toch!
Het heeft duizenden uren werk gekost om de trails rond Shannahan aan te leggen. Houten bruggetjes, rock gardens, bochten, … ze volgen elkaar in sneltempo op en ieder om de beurt is verbaasd over de schoonheid van het geheel. Vooral ook omdat alles perfect geïntegreerd is in de natuur. Hier voel je dat er met de hand is gewerkt en niet met grote machines die alles platwalsen.
We laten Neilson Nord achter ons om wat steilere klimmen op te zoeken. Tot hiertoe waren de trails eerder vlak, maar daar zou de Neilson Est-trail verandering in brengen.
En dat hebben we geweten. Gedurende drie kwartier beklimmen we eerst een brede, maar bij momenten steile piste die later overgaat in een singletrack. En we hebben geluk. Overal hangen nog verbodsborden wegens het op zijn eind lopende jachtseizoen, maar we kregen groen licht nadat we de nodige inlichtingen hadden ingewonnen. We hebben de paden dan ook voor ons alleen!
De bomen hebben op deze hoogte (al zitten we nog steeds maar rond de 6 à 700 meter) al meer blaadjes verloren dan beneden bij het dorp, maar toch blijven de kleuren ons verwonderen. Yohan laat enkele keren een “Wauw, enorm” over zijn lippen rollen en heeft het er al over om een keertje terug te komen met zijn familie terwijl hij naar adem hapt om het tempo van Simon te volgen (en daar ook min of meer in slaagt).
Het brutalere karakter en de hoogteverschillen van de Est-trail hakken er stevig in en de sector Neilson Sud doet dan ook dienst als verbinding om terug aan het startpunt te geraken. Maar wat een verbinding. We volgen de rivier tot aan het infocentrum en zijn wederom stomverbaasd over het werk dat men hier verricht heeft aan de trails. Nu begrijpen we waarom de lokale sporters deze trail builders zo op handen dragen. Ze mogen dan ook terecht fier zijn op hun werk!
Stilaan is het tijd om afscheid te nemen van Neilson en Shannahan en onze rondtrip verder te zetten. We stappen dan ook in onze wagen en rijden verder naar het Lac Beauport en de Sentiers du Moulin. Maar dat lees je binnenkort in het vervolg. Droom zacht!
De andere artikels van onze trip vind je hier:
– #2 : Lac-Beauport en Sentiers du Moulin
– #3: Mont-Sainte-Anne