Ontdekking | Over oude berberpaden door Marokko
Door Euan Wilson -
Gewekt door het ochtendgebed dat door de bergen weergalmt, waggel ik nog half slaapdronken naar het raam en zie de wereld rondom mij langzaam ontwaken. De zon kleurt de bergtoppen oranje terwijl uit de hutten in het dorp dunne rookpluimen de lucht in kringelen. Marrakech mocht, met zijn diep ingewortelde cultuur en gezellige drukte, dan nog zo betoverend en fascinerend zijn, toch is het pas hier dat ik het Marokko ontdek waar ik van droomde. In het Atlasgebergte maak ik me op om samen met twee vrienden het onbekende in te trekken. Gelukkig hebben we ook nog Lahcen, een lokale gids die al snel een vriend zou worden, aan onze zijde.
Op de onverharde weg van ‘downtown’ Imlil slalommen we, tussen de loslopende kippen en katten en de bewoners die aan hun dagdagelijkse ritueel beginnen, het dorp uit. Daar maken we kennis met enkele mannen en hun muilezels. We laden onze fietsen op de rug van de muilezels en gezwind beginnen ze aan de klim richting de top, ons achterlatend in een wolk van stof.
In hun hoefsporen klauteren ook wij naar boven, maar tegen dat wij de top bereikt hebben, hebben zij hun last (lees: onze fietsen) al afgegooid en zijn ze al begonnen aan hun weg terug naar het dorp. Voor de inheemse Marokkaanse nomaden, de Berbers, zijn muilezels een belangrijk vervoermiddel voor zichzelf en hun bezit. Maar ook voor onze fietsen zijn ze het geschikte lastdier.
Vanop de bergpas werpen we een blik op de trail die in de vallei onder ons loopt, als een klein litteken in een landschap van bergruggen en puinvelden. We volgen de Berbers voor ons over een smal pad dat helemaal uitgesleten is door de vele voeten en hoeven die hier door de jaren heen gepasseerd zijn. De afgrond aan onze rechterzijde negeren we zo goed en zo kwaad als kan. We hobbelen over stenen die van onder onze wielen wegspringen tot de rode ondergrond plotsklaps plaatsmaakt voor een zilverkleurige. De ene keer vinden we voldoende grip, de andere keer schuiven we weg dat het een lieve lust is.
De suikerdosis is zo hoog dat je het glazuur van je tanden kunt stropen terwijl je het drinkt
Hoe lager we dalen, hoe meer het maanlandschap rondom ons overgaat in een weelderige, groene begroeiing. Overleven wordt genieten. Onder het toeziend oog van drie jongeren dalen we langs rotsige traptreden naar een berghut. Lahcen begint meteen een gesprek met de eigenaar en seconden later worden onze glazen vanuit de hoogte gevuld met muntthee. Dit spul is zoals raketbrandstof; de suikerdosis is zo hoog dat je het glazuur van je tanden kunt stropen terwijl je het drinkt. Maar lekker is het wel!
Langs terrasvormige akkers brengt een singletrack ons een bergdorp binnen. Deze trail is nog technischer dan al hetgeen we voorheen al reden. We worden met grote ogen nagestaard en al snel worden we in de steegjes achtervolgd door een hele sliert kinderen.
Even verder staan we letterlijk te voet doordat de weg is opengebroken voor ‘wegenwerken’. Nou ja, wegenbouw zou beter klinken. Deze afgelegen hoek van Marokko zal niet lang meer onherbergzaam zijn … “Jammer,” schiet er door onze gedachten, “maar waarom zou men hier niet van dezelfde infrastructuur mogen genieten als in de rest van Marokko”, maken we onszelf al snel de bedenking. Of toch op zijn minst van een minimum aan infrastructuur. Het zit nu eenmaal in de menselijke natuur om steeds weer te evolueren en zich aan te passen aan een altijd veranderende wereld. Stof tot nadenken wanneer we ‘s avonds het meer geciviliseerde Ouirgane bereiken om de nacht door te brengen.
Nog half in slaap rollen we vanuit ons bed rechtstreeks in een door Moeder Aarde gesculptuurde speeltuin van rode aarde. Eric waant zich meteen in de hemel en knalt smooth door de bochten. Boven aan een dam steken we een meer over en hier nemen we afscheid van de rode klei.
De vruchtbare oase waar we ons nu in bevinden, is niet meteen wat we associëren met Marokko. We cruisen door velden vol klaprozen en door smalle openingen in de stenen muren die zijn bedekt met scherpe doornen om het vee buiten te houden. Ze blijken ook het perfecte afschrikmiddel voor onze mountainbikes.
Unaniem beslissen we om de shuttle te nemen om de duizend hoogtemeters die voor ons liggen te overwinnen. De volgwagen wordt opgetrommeld en de bikes verdwijnen op het dak. Even later kijken we elkaar opgelucht aan wanneer we een groep bikers passeren die zichtbaar lijden bij elke trap op de pedalen op de zware klim. Ik heb medelijden met ze, toch voor minstens vijf seconden, wanneer we hen voorbijstuiven.
Eens boven in de bergen beginnen onze lege magen te mopperen en we stuiven een stoffige singletrack af tussen de akkers die ook hier in terrassen zijn aangelegd. Bij een eerder vervallen boerderij zien we twee herders die net aan hun lunch willen beginnen. Ze maken een praatje met Lahcen en bieden meteen een stuk brood en thee aan. Met een lach en een handzwaai nemen we afscheid en storten ons op enkele mooie bochten vol flow die hier enigszins misplaatst lijken. Het lijkt wel of het pad is aangelegd met onze twee wielen in gedachten en niet de kortste weg volgt om van punt A naar punt B te gaan.
Onze avondbestemming komt in zicht; een hoopje huizen rond een moskee. Het is heerlijk om oude berberpaden te volgen en elke avond ergens anders je kamp op te slaan. Het duurt niet lang meer of we bevinden ons in een doolhof van steegjes waar we door een houten poort naar een ommuurde tuin worden geleid. Sinaasappels klampen zich vast aan de takken, kleurrijke tapijten sieren de grond en de tajine suddert op de sintels. We hadden het slechter kunnen treffen …
Na enkele dagen Marokko ben ik gewend aan de ‘onvrijwillige’ wekker in de vroege ochtend, wanneer de muezzin vanaf de minaret oproept tot het gebed. Iedereen lijkt wel hetzelfde gedacht te hebben en nog voor het eerste ochtendlicht zitten we al rond de ontbijttafel. Op de kaart overlopen we nog eens onze route die ons naar de vlaktes rond Marrakech moet loodsen, weg uit de bergen.
We laten de oranjerode huizen achter ons en maken ons op voor een lange dag in het zadel. We rijden door een kloof met vervaarlijk uitziende kliffen. Het lijkt wel of we in een western zijn beland en ik verwacht me elk moment aan een bende cowboys te paard. We martelen onze pedalen en cassette en doorkruisen een volgend dorpje dat zich vastklampt aan de bergwand. Vervolgens spuugt de weg ons uit in een ravijn waar we ons op de planeet Mars wanen.
Elke laag van de vallei die we achter ons laten, is zoals het omslaan van een pagina in een boek
Op de top van een volgende bergpas schieten we nog snel een muilezel voorbij vooraleer hij aan zijn weg naar beneden begint. Onze route zigzagt de helling af en onze banden zoeken naar grip. Elke laag van de vallei die we achter ons laten, is zoals het omslaan van een pagina in een boek, waarbij ook hier de steeds veranderende plot ons alsmaar verder lokt.
Bij een knoestige oude boom schakel ik een tandje bij. Ik kijk om en zie mijn vrienden in de verte, twee stippen in een overweldigend oranje landschap met daarboven een diepblauwe lucht. We rijden langs grillige rotsen en naderen een volgend dorp. Even worden we aan de harde middagzon onttrokken wanneer we onder de huizen door naar beneden slingeren. Daar duiken we naar links, waar we de loop van een droge rivierbedding volgen die ons nog maar eens naar onze volgwagen brengt.
Lichamen en fietsen schudden heen en weer wanneer de 4×4 zich een weg omhoog baant op de steile helling. Net wanneer ik dreig in te dutten, zwaait de zijdeur open en stroomt de zon binnen. Voor me uit starend, ontwaar ik bergketens die kriskras door elkaar lijken te lopen.
Terug in het zadel scharrelen we tussen het scherpe struikgewas dat niets liever wil dan je van je fiets gooien. Deze omgeving is de groenste waar we deze week zijn doorgereden en de reden ligt onder ons, een meer glinsterend in de zon. Links, rechts en dan rechttoe rechtaan naar de berghut. De vermoeidheid slaat toe en elke bult voelen we tot in de diepste vezels van onze handen. De laatste zonnestralen leiden ons de schemering in (de zon gaat vroeg onder in Marokko) en we haasten ons naar Ouirgane waar jammer genoeg het doek valt over onze trip door Marokko.
Het lijkt al een eeuwigheid geleden dat we nog tussen de kraampjes op het drukke marktplein van Marrakech dwaalden, maar ik kan me de vele verkopers hun geschreeuw en geroep nog scherp voor de geest halen. En ook de oproep tot het gebed, waar ik eerst van moest huiveren, zal als een zoete herinnering in mijn gedachten blijven hangen.
Ook zin gekregen om Marokko te ontdekken, weet dan dat H+I Adventures deze reis ook in 2019 zal aanbieden. Meer info op mountainbikeworldwide.com.
Tekst en foto’s: H+I Adventures
Nog niet genoeg, bekijk dan hieronder het filmpje dat Euan en zijn vrienden maakten:
[field name=iframe]