Test | 1000 kilometer met de Sram X1: wat rest er nog voor de topmodellen?
Door Olivier Béart -
Met het uitbrengen van de Sram XX1 is het Amerikaanse merk een serieuze uitdaging aangegaan die verder gaat dan simpelweg een overstap naar 11-speed, namelijk de uitdaging om de bikers te overtuigen dat ‘minder meer is’. En dus dat de combinatie van een enkelvoudig kettingblad met een cassette met een zeer uitgestrekt bereik heel wat voordelen biedt: het is eenvoudiger, betrouwbaarder, lichter, enz. Maar ook al zien we het concept veel opduiken in crosscountry en enduro, toch blijft het door zijn dure prijskaartje toch enigszins voorbestemd voor de gefortuneerden onder ons. Sram nam de tijd om met goedkopere modellen op de markt te komen en doet dit heel geleidelijk, want de Sram X1, XO1 en XX1-aandrijvingen liggen zeer dicht bij elkaar in het gamma. Het is pas met het uitbrengen van de Sram GX dat men echt een stap lager zet in het gamma. In afwachting van onze test van de Sram GX, richten we ons hier op de X1. Tot voor kort was deze groep het goedkoopste model als je een 1×11-groep op je fiets wilde monteren. We wilden dan ook weten wat deze groep waard is op het terrein in vergelijking met de XX1 en XO1, en ook hoe het zit met de duurzaamheid en werking van de groep na meer dan zeven maanden intensief testen en 1000 kilometer op onze teller? Dit is het antwoord, onderdeel per onderdeel, van deze duurtest.
De test vond grotendeels plaats in België, maar we trokken ook naar het buitenland om deel te nemen aan enkele evenementen en reizen (Open Enduro du Beaufortain, een trip naar de Vogezen en de Alpen, enz). Van de modder ging het naar de stenen en de fiets kende zelfs het plezier van op enkele podia te eindigen in Belgische endurowedstrijden, want de test werd grotendeels uitgevoerd door één van onze beste en snelste renners, Nicolas Casteels. Tijd nu voor ons overzicht.
In de werkplaats | Sram X1, XO1 en XX1: zoek de zeven verschillen!
Als we de onderdelen monteren, stellen we vast dat de verschillende onderdelen van de Sram X1 enorm hard lijken op de onderdelen van de XX1 en XO1-groepen. Als je hem naast de XO1 legt, moet je al bijna een vergrootglas gebruiken om een verschil te merken. Enkel het crankstel is op de grote broer uit carbon vervaardigd en hier uit aluminium. Met de XX1 is het verschil een tikkeltje duidelijker, maar het blijven, behalve het crankstel, details zoals een beetje carbon op de shifters of op de kooi van de derailleur. Enkel de cassettes van de XO1 en XX1 zijn verschillend, want ze maken gebruik van een X-Dome-constructie waarbij de eerste tien kransjes uit één stuk staal zijn gefreesd, terwijl bij de X1 de verschillende kransjes aan elkaar zijn geklonken. Op de X1 is het grootste kransje nog steeds uit aluminium, terwijl deze op de recente Sram GX uit staal is.
Als we de XX1 (foto’s hierboven) op de weegschaal confronteren met de Sram X1 merken we dat het verschil nog miniem is, als we tenminste het crankstel buiten beschouwing laten. Op het geheel derailleur, cassette en shifter is er slechts een verschil van 73 gram af te lezen op de weegschaal (622 gram voor de XX1 tegenover 695 gram voor de X1), en dat voor een prijsverschil van meer dan 300 euro (957 euro tegenover 641 euro). Het is pas als we het carbon crankstel van de XX1 of XO1 mee in rekening brengen dat we een duidelijker verschil merken (ongeveer 150 gram extra). Rest ons nu om te kijken wat de X1 op het terrein waard is, maar in dit stadium slaat de balans toch eerder over in het voordeel van het minst dure model.
Voor zij die de cijfers op onze weegschaal niet goed kunnen aflezen, geven we hier nog even het geverifieerde gewicht mee van alle onderdelen van de Sram X1-groep: 257 gram (achterderailleur), 314 gram (cassette), 124 gram (shifter), 13 gram (beugel van de shifter), 698 gram (X1 1400-crankstel met 32 tanden), 90 gram (PressFit BB92-trapas) en 265 gram (ketting), wat een totaal geeft van 1761 gram voor de complete groep die we monteerden voor deze test.
De officiële adviesprijs van de Sram X1-groep is exact € 1000
Als we dit onderdeel per onderdeel bekijken, dan zijn de prijzen als volgt: 83 euro voor de shifter, 237 euro voor de derailleur, 284 euro voor het crankstel, 321 euro voor de cassette, 43 euro voor de Pressfit GXP-trapas en 32 euro voor de ketting.
Als we de prijs van de nieuwe groep vergelijken met zijn oudere broers, dan merken we dat de XX1 50% duurder is (1526 euro) en de XO1 30% (1316 euro). Als je echter wat surft op het internet, zal je al een X1 vinden rond de 700 euro, een XO1 rond de 900 euro en een XX1 net boven de 1000 euro. De verschillen zijn dus niet enorm, maar toch. Als je echt op zoek bent naar een goedkoper alternatief, dan is het beter om je te richten naar de GX die je al rond de 400 euro zal vinden. Ter info: al de foto’s met een houten achtergrond zijn genomen aan het einde van de test. De foto’s waarbij de groep op de fiets gemonteerd staat, na ongeveer twee derde van de test. De groep die je hier ziet, heeft dus al tussen de 600 en 1000 kilometer in de benen! Laat ons nu eens onderdeel per onderdeel bekijken.
Achterderailleur: betrouwbaar en nauwkeurig
In de werkplaats vonden we het systeem om de kabel aan te spannen iets moeilijker te bedienen dan op de XX1, maar de achterderailleur van de Sram X1 presteerde wel sterk. Hij schakelt zeer snel en nauwkeurig, met aan de ene kant een zeer soepel gevoel maar ook het nodige ‘lawaai’ elke keer je schakelt, wat ons doet herinneren aan de krachten waaraan het geheel wordt blootgesteld.
De slijtage van de derailleurwieltjes is bijzonder klein. Doordat ze één tandje meer hebben dan op de klassieke derailleurs (Sram 10-speed en Shimano / 12 tegenover 11 tanden) wordt de spanning misschien iets beter verdeeld en door hun narrow-wide tekening houden ze de ketting goed vast. Na meer dan 1000 kilometer zijn ze dan ook nog zo goed als nieuw! Oké, de zomer van 2015 was zacht, maar de omstandigheden tijdens de laatste maanden van deze test waren heel wat zwaarder. We zijn dan ook onder de indruk en nemen onze hoed af voor Sram.
De Sram X1-achterderailleur ziet er bijna net hetzelfde uit als de achterderailleur van de XO1 en XX1; het is dan ook bijna onmogelijk om bij de eerste oogopslag een verschil te merken. De smalle achterderailleur komt maar net voorbij het frame, ook als de ketting op het kleinste kransje ligt. Daardoor wordt de derailleur niet te veel blootgesteld aan botsingen (maar wel een tikkeltje meer dan de laatste Shimano-exemplaren) en als je er toch eens mee botst zal de schade eerder esthetisch zijn, zoals op ons testmodel dat meerdere botsingen overleefde, maar waarvan de werking niet verstoord werd.
Shifters: een verschil? Welk verschil?
Ook de Sram X1-shifter lijkt hard op die van de XO1; beiden hebben een aluminium hendel en een aluminium bovenstuk. De XX1-shifter is echter iets compacter en maakt op de voornoemde plaatsen gebruik van carbon. Dit om enkele grammen te winnen, een duurdere look uit te stralen en een iets soepelere werking van de shifter te bekomen. Maar in vergelijking met de XX1 en de XO1 is het meest markante verschil vooral dat er geen mogelijkheid is voorzien om de positie (hoek) van de hendel om op te schakelen fijn te regelen. De hendel heeft dus een vaste positie en ook al bevalt deze positie het merendeel van de bikers, toch zullen zij die van fijne afstellingen houden een beetje gefrustreerd zijn.
Het prijsverschil tussen de versies met of zonder deze fameuze instellingsmogelijkheid is dan ook enorm: zo kost de XX1-shifter 188 euro, de XO1-shifter 147 euro en de X1-shifter … 83 euro! Dit prijsverschil zal ook wel inhouden dat er bepaalde minder dure onderdelen zijn gebruikt binnenin de shifter, maar tijdens onze test toonde een demontage van de shifter aan dat het binnenste van de bediening nog als nieuw is. Er trad niet de minste speling op en de schakelprecisie is nog duivels goed. Het Zero Loss-systeem is identiek aan dat van de topversies en verzekert een direct schakelgedrag. Met een blinddoek op zouden we misschien het verschil kunnen herkennen met een XX1, maar niet met een XO1.
Cassette: uitzonderlijk duurzaam
De constructie van de Sram X1-cassette (codenaam XG-1080) is eenvoudiger in vergelijking met de XX1 (XG-1199) en XO1 (XG-1195) die over de zeer dure X-Dome-technologie beschikken (de eerste 10 eerste kransjes zijn uit één stuk staal gefreesd). Hier is het grootste kransje van 42 tanden uit aluminium en zijn de eerste drie kransjes uit een enkel stuk staal gefreesd, maar de rest van de stalen kransjes zijn aan elkaar geklonken, waardoor de prijs kon gedrukt worden. Maar ook al besparen we hier 100 euro ten opzichte van een XX1-cassette (die ook 44 gram lichter is), toch blijft het tarief gepeperd: Sram kondigt een adviesprijs aan van 321 euro! Op het web vind je de cassette al rond de 200 euro, en de XX1-cassette rond de 250 euro, maar dat blijft enorm als je terugdenkt aan de 9- en 10-speed cassettes uit het middensegment die je al vond rond de 50 euro.
Het is duidelijk dat Sram een complexere weg bewandelde om een 11-speed cassette te ontwerpen dan zijn rivaal Shimano. Bij Sram gaan de vertandingen van 10 tot 42 en vergt de cassette een specifieke XD-body. Bij Shimano zijn de cassettes dan wel goedkoper, maar ook zwaarder (+100 gram ten opzichte van de X1) en zijn de vertandingen beperkter (11/40 of maximaal 11/42). Maar dit is allemaal relatief. Ten eerste beschikt Sram sinds de komst van de GX over een cassette die voor 100% uit staal is gemaakt en waarvan de prijs duidelijk lager ligt (adviesprijs van 150 euro en rond de 100 euro in de realiteit).
En nog belangrijker is het feit dat de huidige Sram 11-speed cassettes verbluffend stevig zijn en weinig slijtage tonen. Na 1000 kilometer is zelfs de zwarte afwerkingslaag van onze Sram X1 XG-1080 nauwelijks aangetast en de tanden zien er nog als nieuw uit. We stelden eerder al vast dat de 11-speed aandrijvingen de neiging hebben om de slijtage beter te verdelen over alle kransjes van de cassette, wat dan weer zorgt voor een betere duurzaamheid van de cassettes (als je toch regelmatig je ketting verwisselt), maar hier is het echt top, ook voor het grootste aluminium kransje. Je kan dan ook niet anders dan je hoed afnemen voor Sram en zeggen dat de cassette voortaan niet meer het slijtageonderdeel is dat het was in het verleden, wat ook helpt om de bittere pil van de prijs door te slikken. We zien ook vaak fietsen die zijn uitgerust met een XO1 in combinatie met deze cassette, wat een manier is om wat geld te besparen en die niet meteen opvalt voor de consument, en in de praktijk ook niet voelbaar is op het terrein.
Crankstel: een robuuste, maar geen onverwoestbare afwerking
De X1-groep wordt aangeboden met drie verschillende aluminium crankstellen – de series 1000, 1200 en 1400 – die ook bij de GX-groep gebruikt worden en ook technisch hetzelfde zijn. Wij hebben de 1400-versie getest, het topmodel. Om zich te onderscheiden van de GX1 zal de X1 voortaan aangeboden worden met een Direct Mount-kettingblad (met geïntegreerde ster), waardoor je ongeveer 60 gram wint ten opzichte van de hier geteste optie. Je kan dit kettingblad trouwens ook op een bestaand crankstel monteren, op voorwaarde dat de ster verwijderbaar is.
Je zou kunnen denken dat je ook op de zwarte afwerking van de Sram X1-traparmen al snel de minste gebruikssporen zou zien, maar tot onze grote verrassing duurde dit toch langer dan gedacht. Het was pas aan het einde van onze test, nadat we meerdere tochten maakten in de modder en met grotere schoenen, dat de anodisatie sporen begon te vertonen. De afwerking is dan ook heel wat beter dan op de laatste generatie van de Shimano XTR, waarvan we ook een duurtest hebben gepubliceerd.
Maar mirakels bestaan niet en ook Sram heeft nog geen onverwoestbare afwerking uitgevonden
We raden je dan ook aan om je traparmen meteen te beschermen met een film, iets wat Sram overigens best al meteen zou kunnen doen, zoals op de carbon traparmen. De uiteinden van de traparmen weerstonden goed als ze in contact kwamen met de grond. De stijfheid van het geheel werd nooit in vraag gesteld en de traparmen hebben niet geleden onder een soms brutaal gebruik, zoals op de grote jumps in een bike park.
Op het kettingblad, van 32 tanden in ons geval, zien we een lichte slijtage, maar niets alarmerends. Voor de zekerheid lijkt het ons redelijk om dit kettingblad over 500 kilometer te wisselen (dus na 1500 kilometer in totaal). Omdat we het crankstel ook in enduro hebben gebruikt, monteerden we een chain guard om geen enkel risico te nemen. Maar we hebben ook de kans gehad om de Sram X1 te testen zonder de chain guard en dankzij het X-Sync-systeem bleef de ketting mooi op zijn plaats liggen. Zelfs na 1000 kilometer blijft de ketting mooi over de tanden grijpen, maar we herhalen het nog eens dat bij een gebruik in enduro een chain guard onontbeerlijk is. Ten slotte geven we nog mee dat Sram sinds kort ook stalen kettingbladen aanbiedt voor zij die de ultieme duurzaamheid zoeken.
Trapaslagers: correct, maar ook niet meer dan dat
De Sram X1 wordt aangeboden met een as van 24 millimeter (GXP) of 30 millimeter (PF30 en BB30). Wij hebben de eerste optie getest met een PressFit GXP-trapas. Deze is, dankzij de plastic cups die goed in het frame schuiven, zeer makkelijk te installeren, simpelweg door er zachtjes met een hamer op te tikken. Maar om hem zonder te beschadigen te verwijderen, heb je wel professioneel gereedschap nodig … En dan nog! Sram koos voor een optie waarbij het frame beschermd wordt, wat begrijpbaar is, maar je hebt hier wel te maken met een wegwerponderdeel dat je niet kan demonteren en terug monteren. Dit is duidelijk geen duurzame ontwikkeling …
De lagers hebben ongetwijfeld het meeste afgezien tijdens onze test. Ze draaien nog, maar als we het crankstel demonteren en de afdichtingen verwijderen, zien we toch al serieus wat oxidatie en ook dat er binnenin bijna geen vet meer zit. Sram heeft gewerkt aan de duurzaamheid van de lagers en we hebben ook geen last gehad van geblokkeerde lagers, zelfs niet als we de fiets na een natte tocht enkele dagen aan de kant hebben gezet zonder te kuisen, maar er rest nog een weg af te leggen om op hetzelfde niveau te komen als de rest van de groep. Gelukkig is de prijs van de trapaslagers redelijk (43 euro).
Ketting: in het (goede) gemiddelde
De ketting die wordt aangeraden om te gebruiken in combinatie met de X1-groep is de Sram PC-X1. Er bestaat nog een duurder model, de PC-XX1, en een goedkoper model, de PC-1130. In tegenstelling tot bij de XX1 hebben we hier geen recht op holle klinknagels, noch op de Hard Chrome oppervlaktebehandeling. Het verschil in gewicht is verwaarloosbaar (rond de 10 gram), maar de PC-X1 kost 27 euro minder dan zijn grote broer (32 euro tegenover 59 euro). En na deze test vragen we ons af waarom we meer zouden betalen!
Onze Rohloff-kettingslijtagemeter toont dat de Sram PC-X1-ketting iets meer dan 0,075 millimeter uitgerekt is, maar minder dan 0,1 millimeter, wat de limiet is en een teken dat de ketting dringend moet vervangen worden. Maar om de dure cassette te sparen, is het beter om geen spelletjes te spelen en we raden dan ook aan om de ketting om de 1000 à 1200 kilometer te vervangen. Dit is vooral een voorzorgsmaatregel, want op het terrein werkt ze nog zoals op dag één en we zien geen spatje roest, ondanks dat we ze niet echt gespaard hebben.
Verdict: Sram X1, een slimme keuze!
Onze eindconclusie van deze duurtest van de Sram X1 zit dan ook vervat in de titel: wat rest er nog voor de topmodellen? De Sram X1 lijkt visueel sterk op zijn grote en luxueuzere broers, de XX1 en XO1, en is dan ook ongetwijfeld hun gevaarlijkste concurrent bij de 11-speed aandrijvingen. Ook Shimano biedt deze optie aan, maar deze wordt door de Japanners minder naar voren geschoven dan de 2×11. De werking van de X1 heeft alles van een high end-aandrijving en de duurzaamheid en betrouwbaarheid behoren tot zijn grootste kwaliteiten. De Sram X1 mag dan wel niet geweldig veel goedkoper zijn dan zijn grote broers, toch kan je je afvragen of het zin heeft om meer te betalen om enkele grammen gewichtswinst te boeken en een beetje meer carbon op je fiets te hebben als de prestaties zo dicht bij elkaar liggen. Vooral in enduro, waar het gewicht minder van belang is en waar je al wat sneller stukken maakt. We trappelen al vol ongeduld om aan onze test van de nieuwe Sram GX1 te beginnen en deze laatste is een heus 1×11-instapmodel bij de Amerikaanse reus. Maar tot dan is deze Sram X1 volgens ons de beste optie van dit moment wat betreft de prijs-kwaliteitsverhouding bij een 1×11.
Meer info: www.sram.com/sram/mountain/family/x1