Test | BH Lynx 5 Carbon 8.9: opgepast, agressieve katachtige!

Vorig jaar verscheen al de aluminium versie (waarvan je onze presentatie hier kunt vinden) en nu is het dus de beurt aan de BH Lynx 5 Carbon.

De comfortabele en speelse all mountain-fiets bleek al snel een allrounder die ook goed uit de voeten kan tegen de chrono. Er komen dan ook twee varianten: de ‘simpele’ BH Lynx 5 Carbon met een voorvork van 130 millimeter (een Fox 34 zoals op de hier geteste versie) en een LT-variant. Deze laatste behoudt achteraan een veerweg van 130 millimeter, maar krijgt wel een stevigere Fox DPX2-achterdemper in de plaats van een Fox DPS. Het gaat hier nog steeds om een luchtdemper, maar ook een veerdemper kan gemonteerd worden. Een grotere voorvork met 150 millimeter veerweg (Fox 36) maakt de LT-versie compleet.

Het frame

Het frame van de BH Lynx 5 Carbon doet denken aan dat van de Lynx 4.8, zijn neefje met een veerweg van 120 millimeter en 27,5″-wielen. Al merken we enkele subtiele wijzigingen op.

Zo kreeg het balhoofd op de nieuwe Lynx 5 Carbon een iets ander uiterlijk, werd het bovenste deel van de fiets fijner en kreeg de fiets ook een nieuw kleurtje.

Onder de laklaag zit een frame dat voor 100% uit carbon werd vervaardigd, dus ook de imposante link en de achterdriehoek. Zonder de achterdemper zou het frame uitkomen op een gewicht van 2,2 kilogram. Daarmee zitten we in het (zeer) goede klasgemiddelde en benaderen we het gewicht van een Spaanse soortgenoot waar de BH toch onvermijdelijk doet aan denken: de Orbea Occam.

BH preciseert dat ook de achteras in het gewicht is opgenomen, net zoals een serie beschermingen waarmee het merk de fiets wilde uitrusten. “We willen dat onze fietsen zo lang mogelijk meegaan en dat ze bestand zijn tegen een intensief gebruik,” verklaart Nicola-Yann Vies, de productiechef.

Een fiets zo geruisloos mogelijk proberen maken, lijkt misschien van ondergeschikt belang, maar ook dat draagt bij tot het rijplezier

Hij vervolgt: “De schuine onderbuis van de Lynx 5 is opgebouwd uit versterkte Ballistec-vezels opdat deze onderbuis maximaal bestand zou zijn tegen impacts. Zones die gevoelig zijn voor ruis of herhaaldelijk onderhevig zijn aan impacts, zoals de rechter liggende achtervork of de onderkant van het bracket, kregen dan weer een ‘mastic tape’. We inspireerden ons op de downhillers of endurorenners die hun fietsen zo geruisloos mogelijk proberen te maken. Het lijkt misschien van ondergeschikt belang, maar ook dat draagt bij tot het rijplezier.” 

Onder het bracket zien we ook een luikje. Op onze testfiets, een pre-model, was het opbergvakje nog leeg, maar tooltjes om onderweg het hoogstnodige te repareren passen hier perfect in. Zo kun je er een kleine ratelsleutel met een reeks bits (type Syncros of Topeak), een CO2-patroon en een kettingpons in kwijt. Handig voor zij die niet graag een rugzak meenemen, zij die niet graag allerhande zaken rond de buizen wikkelen met tape of zij die weg zijn van de fameuze Swat Door van Specialized.

De ophanging

Een winnend team verander je niet, dus vinden we ook op de BH Lynx 5 de fameuze Split Pivot-ophanging. Deze maakt met zijn concentrisch scharnierpunt op de achteras al enkele jaren het mooie weer bij BH.

Nicola-Yann herhaalt in grote lijnen wat hij ons eerder ook al wist te vertellen over de Lynx 4.8: “Dave Weagle ontwikkelde een vering die de hele veerweg benut en enkel op het einde van de veerweg stugger begint te werken. Dit geeft het gevoel dat je over meer veerweg beschikt dan daadwerkelijk het geval is en daar komt nog bij dat deze ophanging ook tijdens het remmen zijn werk blijft doen. Enkel op het einde van de veerweg werkt de vering progressiever, maar we hebben ons best gedaan zodat dit niet te veel voelbaar is.” De ophanging moest ook met meerdere types achterdempers kunnen functioneren, van een kleine Fox DPS tot een veerdemper.

De anti-squat waarde ligt met ongeveer 104/108% eerder aan de hoge kant. Tijden veranderen, want de Lynx 5 is enkel bedoeld voor een enkelvoudig kettingblad, dit in tegenstelling tot de 4.8 die drie jaar geleden ook nog voorzien was voor een dubbel kettingblad. Voor de plaatsing van het hoofdscharnierpunt nam men een kettingblad met 32 of 34 tanden als referentie. Dit hoofdscharnierpunt ligt exact ter hoogte van de bovenkant van de tanden van het kettingblad.

Geometrie

De geometrie is naar goede gewoonte een hoofdstuk waarin BH zich weet te onderscheiden. We hebben hier niet te maken met excentrieke afmetingen zoals bij andere Spaanse merken wel het geval is, denk maar aan Mondraker, maar we herinneren ons wel dat de Lynx 4.8 (weer hij) een pionier was om een langere reach te gebruiken.

De dag van vandaag zijn we al het een en ander gewend en dus hebben de afmetingen van de BH Lynx 5 niets extreems meer. Zo heeft de medium (van de gewone Lynx met de voorvork van 130 millimeter) een reach van 440 millimeter, een liggende achtervork van 435 millimeter en een balhoofdhoek van 66,5 graden. De vrij rechte zithoek moet het trappen op de pedalen bevorderen. Zeer kenmerkend voor de fietsen van BH is dat het bracket vrij laag ligt, wat ook hier het geval is met een grondspeling van 330 millimeter.

Op de LT-versie is de reach een tikkeltje korter (-5 millimeter) doordat de voorkant hoger komt te liggen; de balhoofdhoek bedraagt 65 graden en de zithoek 74 graden.

Onderdelen, prijzen en versies

“Voor onze fietsen kiezen we producten die we zelf ook betrouwbaar vinden en die in onze ogen goede prestaties leveren op het terrein. We mountainbiken zelf ook en we hopen dat de mensen dat ook voelen wanneer ze met onze fietsen rijden,” zegt de productiechef op een zeer vastberaden manier. Hij citeert daarbij de BikeYoke Revive-zadelpen, die we zelf ook flink waarderen (ziehier onze test), maar die niet vaak van origine op de fietsen van grote merken te vinden is.

Het onderdelengamma bij BH kende enkele wijzigingen. Het grootste voorbeeld zijn de wielen die we in het verleden als te zwaar hebben bestempeld, maar waarvan de naven nu bijna 200 gram lichter zijn geworden. Op deze versie vinden we ook nieuwe velgen met een breedte van 30 millimeter, wat perfect is voor het programma van de fiets.

De banden komen uit de stal van Michelin, met een Force AM achteraan en een Wild AM vooraan, beiden met een breedte van 2.3. Een montage die we tijdens onze test wel op prijs stelden.

Het carbon stuur (Evo) is van eigen makelij en wordt op het hele gamma gecombineerd met een stuurpen van 60 millimeter. Ook de handvatten dragen de signatuur van BH en we stelden zowel de grip als het comfort op prijs.

We mochten in avant-première op pad met het topmodel uit het gamma, de BH Lynx 5 Carbon 8.9 met een Sram XX1 Eagle (met het nieuwe en lichtere DUB-crankstel waar we later op zullen terugkomen). De remmen komen van Shimano (XTR M9000, XT en M6000)

Voor de veringen vertrouwt BH op Fox. Op ons topmodel hebben we recht op de Factory Kashima-versie van de F34 en de DPS-achterdemper.

Het topmodel heeft een prijskaartje van 6999 euro, wat een flinke smak geld is, maar gezien de afmontage nog bijna redelijk lijkt in vergelijking met heel wat fietsen van de concurrentie. Op de weegschaal kwamen we uit op een gewicht van 12,190 kilogram, zonder de pedalen.

Van de BH Lynx 5 zijn ook goedkopere versies verkrijgbaar: de 7.9 met een GX Eagle-groep en Fox Performance heb je voor 4699 euro, de versie met een NX Eagle en Fox Rythm voor 3699 euro.

Dan volgen de aluminium modellen (zelfde geometrie en filosofie) die beginnen met een prijskaartje van 1899 euro. Het aluminium topmodel met een GX Eagle en Fox Performance gaat voor 3699 euro over de toonbank.

Eindigen doen we met de LT-versie. Daar heb je de keuze uit een carbon 7.9 en een aluminium 5.9 (GX Eagle, Fox Performance) die beiden zijn uitgerust met een iets kloekere voorvering (150 millimeter). De prijzen gaan van 3899 tot 5299 euro.

Op de volgende pagina lees je alles over onze terreintest >>>