Dossier | Fietsverlichting: 11 lampen voor meer licht in de duisternis
Door Jurgen Groenwals -
Wie nog nooit in het donker met de mountainbike door het bos heeft gereden, willen we graag uitnodigen daar eens werk van te maken. Rijden in het donker geeft een totaal andere dimensie aan mountainbiken. Het is goed voor je techniek, het geeft je een heel andere kijk op de omgeving – zelfs op trails waar je goed mee vertrouwd bent – en met een goed setje fietsverlichting hoeft het zelfs helemaal niet veel trager te gaan dan gewoon overdag.
Wie geen zin heeft zich doorheen onze intro te worstelen en meteen naar de verschillende lampjes wil, kan via de links hieronder zonder verdere omwegen naar zijn of haar favoriet lampje springen. De lampjes in deze test zijn overduidelijk gemaakt met ‘zien’ als doel. Er is namelijk nogal een flink verschil tussen ‘zien’ en ‘gezien worden’. Rij je gewoon in de stad of op de weg, dan is het van levensbelang dat je goed gezien wordt. Ga je echter in het bos rijden of wil je deelnemen aan 24-uurs races of nightrides, dan is een goed verlicht pad van het grootste belang. Natuurlijk kan je de hier geteste lampjes ook gewoon in de stad gebruiken, maar hou er dan wel even rekening mee dat de maximale lichtopbrengst verblindend werkt voor het verkeer. De kracht van deze verlichtingssets wordt bijna steeds uitgedrukt in lumen. Het devies lijkt wel: ‘hoe meer lumen, hoe beter’. Een woordje duiding. Lumen is de eenheid van lichtstroom en is de maat voor de totale hoeveelheid zichtbaar licht van een lichtbundel die in alle richtingen wordt afgegeven. Die totale hoeveelheid zichtbaar licht kan heel geconcentreerd zijn – denk in dat verband bijvoorbeeld aan een laserstraal – of net heel verspreid, een gloeilamp bijvoorbeeld. De lichtstroom is dan weer de totale hoeveelheid licht in een lichtbundel en is afhankelijk van het vermogen van de lichtbron. Lux is de lichthoeveelheid die op een oppervlakte terechtkomt. Lux en lumen verschillen in die zin van elkaar doordat lux ook rekening houdt met de oppervlakte waarover de hoeveelheid licht (lumen) verspreid wordt. ‘Hoe meer lumen, hoe beter’ is dus een motto dat wel een indicatie geeft, maar niet helemaal correct is. Stel dat jouw lamp van 1500 lumen een heel erg smalle bundel aan licht geeft, dan zal dat ongetwijfeld een erg fel licht zijn, maar op de trails minder bruikbaar dan mijn lamp met 1000 lumen die een erg breed oppervlak belicht. De lens van je lamp zorgt voor de verstrooiing van het licht en als je bundel wat breder is, is de trail nu eenmaal beter verlicht. De lenzen en spiegels in je verlichting zijn dus minstens van even groot belang als het aantal lumen. Eigenlijk is lux de meest bruikbare waarde, maar omdat er in de fietsindustrie geen standaarden zijn opgelegd hoe licht gemeten wordt, pakt iedereen graag uit met zoveel mogelijk lumen. Dat leidt er natuurlijk toe dat ook wij in deze test de kracht van de verlichtingssets uitdrukken in lumen. Op de foto’s bij de verschillende lampen hebben we steeds dezelfde testopzet gebruikt om duidelijk te maken hoe breed en ver de lamp schijnt. We hebben kegels geplaatst op 2,5 meter van elkaar, de verste kegel staat op 25 meter verwijderd. De lamp is steeds gericht op de tweede kegel en dus op 5 meter afstand.Lumen zijn niet heiligmakend
Hoe hebben wij dan de lichtopbrengst gemeten?
Voor elke foto hebben we uiteraard dezelfde settings van het fototoestel gebruikt. Want ja, ook met een fototoestel kunnen we de verlichting van deze of gene lamp flink doen verschillen. Een langere sluitertijd of een andere ISO-waarde maakt een wereld van verschil in beeld, maar natuurlijk niet in de praktijk. Op de twee bovenstaande foto’s zie je duidelijk het verschil wat er gebeurt wanneer we de sluitertijd en de ISO-waarde van ons fototoestel aanpassen zodat er meer licht binnenkomt in onze lens.
Daarom hebben we ons fototoestel op een statief geplaatst en voor alle foto’s dezelfde instellingen gebruikt. We kozen voor ISO 100, een diafragma van f/8 en een sluitertijd van acht seconden. Ook de brandpuntafstand van onze lens (24 millimeter) bleef tijdens de shoot onveranderd.
Led
Het mag duidelijk zijn dat alle verlichtingssets in deze test gebruikmaken van led-technologie. Led staat voor Light Emitting Diode en is een elektronische halfgeleidercomponent die bij stroomdoorgang licht uitstraalt. De behuizing waar leds in zijn ingebouwd, fungeert tevens als lens. Door de langere levensduur, het lagere energieverbruik en de hogere schokbestendigheid worden almaar meer traditionele lampen vervangen door leds. Een naam die je vaak ziet terugkomen wanneer het over led gaat, is die van het Amerikaanse CREE, veruit de grootste led-fabrikant ter wereld.
Stuur of helm
Voor beide manieren van bevestigen valt wel een lans te breken. Het voordeel van een lamp op je helm is dat de richting waarin je kijkt, verlicht wordt. Je kijkrichting is – voornamelijk net voor je een bocht aansnijdt – vaak net even anders dan je rijrichting. Het nadeel aan de lamp op je helm is vaak het extra gewicht en – bij een externe batterij – hinderlijke kabeltjes richting batterij rond je hoofd. Zit je batterij in de rugzak, dan ben je eigenlijk steeds genoodzaakt ook je helm af te zetten wanneer je even in je rugzak moet zijn. Monteer je een lamp op je stuur, dan kan je vaak een wat zwaarder en dus krachtiger exemplaar monteren. Idealiter is een combinatie van beide.
Interne of externe batterij
Ook hier zijn voor beide systemen voor- en nadelen te bedenken. Het voordeel van een externe batterij is dat je die makkelijk kan losklikken voor een laadbeurt, terwijl je lamp gewoon kan blijven zitten. Externe batterijen zijn vaak ook iets krachtiger dan de interne variant. Maar die externe batterij is meestal ook een stuk zwaarder dan die interne. Zeker wanneer je een helmlamp gebruikt, is gewicht toch wel van belang. In het laatste geval is het zaak na te kijken of de meegeleverde kabels lang genoeg zijn om de batterij in je achterzak of rugzak op te bergen. Dan kan je meteen ook een reservebatterij meenemen. Zo rij je nog langer in het donker.
Waterdicht
Winter staat niet enkel voor vroeg donker, maar ook voor nattigheid, modder en vuil. Een fikse regenbui hoeft niet meteen het einde van je nightride te betekenen. Een lampje dat behoorlijk waterdicht is, is geen overbodige luxe. Om waterdichtheid te klasseren, is een IP-codering in het leven geroepen. IP staat voor International Protection Rating. Die IP wordt dan gevolgd door één of twee cijfers. Het eerste nummer verwijst naar de mate van bescherming tegen het indringen van objecten en loopt van 0 tot 6. Het tweede cijfer slaat op de beschermingsgraad tegen vocht en loopt van 0 tot 8. Hoe hoger het getal, hoe beter de bescherming. Stel dat een product een rating van IP67 krijgt, dan betekent dat dat het product helemaal stofdicht is en dat er geen water binnendringt wanneer het wordt ondergedompeld. Bij de lampen merken we dat er vaak slechts één cijfer wordt gebruikt. Dat slaat dan op de waterdichtheid. Op de plaats van het eerste getal verschijnt dan vaak een X. Een lamp met waterdichtheid IPX6 kan je als waterbestendig beschouwen, wat zoveel betekent als dat je er prima mee door een fikse regenbui kan rijden. IPX8 is dan weer helemaal waterdicht, die lamp zou je ook onder water kunnen gebruiken.
Wat zegt de wetgever?
Hoeveel lumen je nu al dan niet mag gebruiken op de weg, daar is de wetgeving niet bepaald helder over. Het is enkel belangrijk dat de verlichting voldoende licht geeft om je veilig door het verkeer te bewegen. Beetje kort door de bocht geeft een lamp van 2000 lumen zeker en vast méér dan voldoende licht om je door het verkeer te bewegen. Zelfs met 100 lumen ben je al voldoende zichtbaar in het verkeer. De wetgever staat er niet bij stil dat er onderhand bijzonder krachtige verlichting voorhanden is die zelfs meer licht geeft dan de grootlichten van een auto. Rij je op volle kracht met een lamp van 1000 lumen of meer op de openbare weg, dan ga je tegenliggers simpelweg verblinden. En in het Koninklijk Besluit (België) dat deze wetgeving regelt, lezen we ook dat je licht niet verblindend mag zijn. Eenduidig is het niet, maar we willen je toch sterk aanraden op de openbare weg je verlichting te dimmen.
Mag je eigenlijk ‘s nachts in het bos rijden? Ook daarover is de Belgische wetgever minder duidelijk. Via het Agentschap Natuur en Bos ontdekken we de toegankelijkheidsregels voor bos en natuurgebieden. Daarin lezen we onder meer dat het verboden is de rust te verstoren in het bos (artikel 97 Bosdecreet) en dat er een verbod is op het verstoren van dieren en hun jongeren, eieren, nesten of schuilplaatsen in openbare bossen (artikel 20 en 30 Bosdecreet). Dieren gaan ‘s avonds en ‘s nachts op zoek naar voedsel en vinden het vast niet fijn wanneer ze in die activiteit gestoord worden. Voor de dieren is het dus niet wenselijk. In hoeverre dat opgaat voor de wetgever wanneer je met je mountainbike ‘s avonds door het bos rijdt, is een schemerzone. In Nederland bepaalt Staatsbosbeheer dat je tussen zonsondergang en zonsopgang eigenlijk het bos niet in mag. Vaak worden er ritten georganiseerd waarvoor de nodige vergunningen voorzien zijn. Vermijd gedoe (of eventuele boetes) en informeer je goed wanneer je ‘s nachts de Nederlandse trails aanvalt.
De avond valt, het wordt donker. We trekken een extra warm laagje fietskledij aan, checken of onze batterij opgeladen is, klikken een lampje vast en duiken het bos in. ‘s Nachts rijden blijft een aparte kick.
Tot daar de intro. Tijd voor onze bevindingen van de verschillende fietslampjes, klik daarvoor in het onderstaande menu >>