Test gravelwielen | Asterion E-One Race’R & Gravel’R: eerder sportief of zeer sportief?
Door Léo Kervran -
In het mountainbiken is Asterion al goed ingeburgerd, maar het Franse merk biedt sinds geruime tijd ook een gamma gravelwielen aan. Het aanbod breidt zich snel uit en voor deze test bood het merk ons aan om twee topmodellen te testen: de E-One Race’R en de E-One Gravel’R. Wat zijn hun kenmerken, hoe kunnen we ze onderscheiden, voor wie zijn ze bedoeld? Dit is ons antwoord:
Het is algemeen geweten dat als je de middelen hebt, de wielen een van de items zijn die het vaakst ter sprake komen in discussies als we het hebben over het verbeteren van onze fiets. Dit geldt niet alleen voor onze mountainbikes, maar ook voor onze gravelbikes! We zouden zelfs de neiging hebben te zeggen dat dit in het gravelen nog net iets meer van tel is. Tijdens langere ritten, waarbij je vaker en (in het algemeen) zonder vering rijdt, worden de wielen nog belangrijker.
De vraag stellen is één ding, maar je moet nog steeds het juiste model kiezen. Bij Asterion hebben ze hun gravelgamma in drie onderverdeeld naargelang de behoeften om je makkelijk wegwijs te maken in het aanbod:
- De Race’R-familie is bedoeld voor “80% weg, 20% gravel”. Denk aan de Strade Bianche en elk ander onverhard pad dat gebruikt wordt in wegraces (Dwars door het Hageland, Parijs-Tours, …). Dit zijn gravelwielen die een uitstekend weggedrag moeten bieden, zonder bang te zijn om af en toe een pad op te gaan.
- De Gravel’R-familie zou de meest veelzijdige moeten zijn, aangezien Asterion het presenteert als “50% weg, 50% gravel”. Overal goed, nergens uitstekend?
- Tot slot is er nog de familie Baroud’R, de meest avontuurlijke van de drie. Met zijn 20% weg, 80% gravel-programma verwachten we dat deze wielen meer de nadruk zullen leggen op comfort en schokabsorptie dan de vorige twee, wat ten koste gaat van de dynamiek. We hebben ze niet getest als onderdeel van dit artikel, maar ze kunnen over een tijdje het onderwerp zijn van een aparte test.
Onder elk van deze namen biedt Asterion vervolgens verschillende budgetniveaus: aluminium of carbon velgen en Aivee- of Tune-naven zoals weergegeven op de website … maar er is meer dan dat. Omdat Asterion zijn oorsprong als wielenbouwer niet is vergeten, zijn er vele opties mogelijk: Berd-textielspaken, andere naven, …
Asterion E-One Race’R
Edition One is het toplabel van Asterion. Het was vóór de komst van de zeer exclusieve F-One modellen in bepaalde series zelfs een tijdlang het beste van de vakman uit Lyon. In de Race’R-familie kunnen we momenteel echter niets beters vinden en als zodanig ziet de technische fiche er zeer goed uit.
De velg is uiteraard van carbon. Ze is 30 mm hoog, heeft een interne breedte van 22 mm en weegt volgens het merk 310 gram. Laten we terloops opmerken dat er sinds onze test een nieuwe versie is gearriveerd. In 28×24 mm zou hij iets comfortabeler moeten zijn zonder dat dit ten koste gaat van de aerodynamica en Asterion geeft je de keuze tussen de twee, zonder extra kosten. Qua banden raadt het merk aan om deze wielen uit te rusten met rubber met een diameter tussen 28 en 38 mm.
De Tune KillHill/ClimbHill-naven met “lichte” vrijlooplichamen zijn goed herkenbaar aan hun blauwe kleur (in tegenstelling tot de gouden modellen met versterkte pallen). Asterion heeft wel de lagers vervangen omdat ze niet tevreden zijn met de lagers waarmee de Tune-naven oorspronkelijk zijn uitgerust. Voor de spaken viel de keuze op de referentie, namelijk 24 Sapim CX-Ray spaken aan de voor- en achterkant, in paren gekruist en met elkaar vebonden.
Bij een dergelijke montage is de aangekondigde prijs niet verrassend (zeer) hoog: € 2.099. Het controleren van de weegschaal is echter voldoende om weer een glimlach op je gezicht te toveren. Sterker nog, we wogen ons testmodel op 1221 g (561 g vooraan en 660 g achteraan)! Dit is 3 g meer dan wat Asterion aankondigt, wat een volledig verwaarloosbare en volledig acceptabele variatie betekent.
Asterion E-One Gravel’R
Om een dergelijke vergelijking zinvol te maken, moeten de twee modellen op gelijke voet beginnen en daarom ontvingen we ook de Gravel’R in de Edition One-versie. Dit is echter niet het topmodel uit de familie aangezien Asterion ook een F-One Gravel’R aanbiedt, met een nog lichtere velg (dezelfde profielen maar verder geoptimaliseerde vezels en hars), andere spaken aan de voorkant en lichtere naven.
Hier is de velg lager dan bij de Race’R (25 mm versus 30 mm) en breder: standaard 24 mm. Ook merken we dat de bovenkant van de flanken breder is, om een stevigere velg te bieden tegen stoten en een betere bescherming tegen snake bites. Een bredere velg betekent bredere banden: idealiter tussen 32 en 52 mm doorsnede volgens Asterion, vergeleken met 28 tot 38 mm voor de Race’R.
Verder is de montage identiek aan de E-One Race’R: Tune KillHill- en ClimbHill-naven met nieuwe lagers en Sapim CX-Ray spaken die per twee gekruist zijn en met elkaar verbonden. De prijs: ook € 2.099. Doordat de velg lager is, daalt het gewicht: ons testmodel weegt 1180 g (521 g voor en 639 g achter), of 5 g meer dan geadverteerd door Asterion, maar 41 g minder dan de E -One Race’R.
Terloops merken we op dat gezien de prijs de afwerking voor beide wielsets nogal tegenvalt. Dat het carbon geen speciale behandeling krijgt en discreet blijft, stoort ons niet bijzonder, het is een keuze die begrijpelijk is, maar hetzelfde kan niet gezegd worden van de decals. Met een prijskaartje van meer dan € 2.000 per paar hadden we graag iets beters gezien dan een grote sticker (vooral voor het Asterion-logo, die van de modelnaam is beter geslaagd), die bovendien al snel loskwam op een van onze wielsets. Om nog maar te zwijgen van de kwaliteit van de montage die we in het veld zullen evalueren, het is een groot verschil met de “grote merken” die op dit gebied meer moeite doen.
Asterion Gravel’R vs Race’R: de terreintest
40 g verschil per paar, 2 mm verschil in de breedte, … Qua uiterlijk lijken deze twee paar wielen heel erg op elkaar. Hoewel we tot nu toe over het algemeen goede ervaringen hebben met de producten van Asterion en het merk ze voor heel verschillende toepassingen verkoopt, wisten we niet of we het verschil echt zouden voelen.
Aan het bandenvolume verandert er in ieder geval niets. We hebben deze wielen getest met Schwalbe G-One R-banden (lees hier onze test: Test | Schwalbe G-One R: gravelband om te racen) van 40 mm, een sportieve maar veelzijdige breedte, en we maten tussen 39,8 mm en 40,0 mm op alle vier de wielen.
Bij het trappen op de pedalen gaat alles heel goed, maar gezien het gewicht is dat niet echt een verrassing, zulke lichte wielen kunnen elke fiets transformeren. Er is echter een klein verschil tussen de Race’R en de Gravel’R, vooral op “sportieve” carbon frames zoals de Cervélo Aspero, Scott Addict Gravel, BMC Kaius, …
Waar de Gravel’R-wielen de inspanningen van de biker ondersteunen door zichzelf te doen vergeten, wekken de Race’R-wielen de indruk een “elastisch” effect te hebben, als een gespannen kruisboog die bij elke versnelling wordt losgelaten. Ze nodigen je uit om vaker opnieuw te relanceren om van deze kleine boost te profiteren, en aangezien het maar één stevigere pedaalslag kost dan de vorige om de machine in gang te houden, maken we er gretig gebruik van!
Kortom, de Race’R beloont snel rijden en inspanningen leveren beter dan de Gravel’R. Ze hebben een veel sportiever karakter. Interessant gezien het feit dat ze de zwaarste set van de twee zijn (slechts 41 g verschil), en dit laat zien dat de technische fiche niet altijd alles zegt. Met dezelfde naven, dezelfde spaken en een vergelijkbaar gewicht qua velg, is het dus perfect mogelijk om, afhankelijk van het ontwerp van de velg en de algemene geest van de montage, qua rijgedrag twee verschillende wielen te bekomen.
Qua comfort is hij vrij hard. De frontale en laterale stijfheid zijn aanwezig en als dit onderwerp jouw voornaamste zorg is, zijn deze wielen over het algemeen niet voor jou gemaakt. Maar ook hier voelen we een klein verschil tussen de twee modellen, dit keer in het voordeel van de Gravel’R. Ze ‘botsen’ minder hard dan de Race’R bij “grote” schokken en bieden iets meer demping in gaten, wortels of stenen.
Laten we zeggen dat dit het verschil is tussen je tanden op elkaar knarsen bij elke impact en je lijnen zorgvuldig kiezen, of jezelf wat meer ontspannen en minder zorgen maken als je ziet dat je een grote steen niet kunt ontwijken. Op steenachtige afdalingen ben je met de Gravel’R minder bang om hard te gaan.
In dit opzicht zou de optie van de Berd-textielspaken die Asterion aanbiedt interessant kunnen zijn. We winnen aan gewicht (ongeveer honderd gram per paar) en bovenal bieden we iets meer tolerantie aan de wielen. Zonder de spaken te vervangen zou het misschien ook al helpen om de spaken van elkaar los te maken om meer comfort te hebben, maar dan zul je waarschijnlijk een beetje dynamiek moeten opofferen op glooiend terrein.
Ten slotte valt er qua precisie niets te klagen op de weg of op glooiend terrein. Of het nu met de Gravel’R of de Race’R is, niets beweegt en je voelt je volkomen op je gemak bij het carven van prachtige bochten met ongelooflijke snelheden. Wanneer de baan echter meer gaten heeft, worden de zaken erger. Net zoals je comfort verliest, heb je meer toewijding nodig om je trajecten te behouden en niet “afgeleid” te worden door een slecht geplaatste steen of een enigszins prominente wortel. De Gravel’R’s doen het iets beter dan de Race’R’s, maar we kunnen niet zeggen dat dit hun sterke punt is.
Bij het demonteren van de wielen – om ze terug te sturen naar Asterion – valt ons nog één laatste ding op: de aluminium bodies van Tune vertonen na een half seizoen al (heel wat) gebruikssporen. Het is waar dat de Shimano GRX 11 V-cassettes met hun individuele tandwielen er niet aan helpen, maar het is duidelijk een punt om nauwlettend in de gaten te houden, vooral tegen de prijs van de Tune-vrijwielen (bijna € 200).
En aangezien we het over Tune-naven hebben, voegen we er nog aan toe dat je niet mag vergeten ze regelmatig een onderhoudsbeurt te geven! Zoals alle hoogwaardige apparatuur kunnen deze producten lang meegaan, maar dit alleen op voorwaarde dat hun staat regelmatig wordt gecontroleerd: afdichtingen, geen modder of zand in de buurt van de lagers, smering van het pal-/tandwielgebied met de juiste producten, … Alle aanbevelingen en intervallen die moeten worden gerespecteerd, zijn beschikbaar op de website van de Duitse fabrikant.
Verdict
Deze Asterion E-One Gravel’R- en E-One Race’R-wielen vallen resoluut aan de “sportieve” kant van het immense spectrum van wat gravelen vertegenwoordigt. Als je van snel rijden houdt en niet wilt spelen op de grens tussen gravel en mountainbiken, dan zullen deze wielen zeker bij je passen. Ze zijn zeker niet voor iedereen geschikt (zelfs zonder de prijs te vermelden), maar in hun vakgebied hebben ze hele leuke dingen te bieden. Voor het comfort lijkt de Baroud’R-familie op papier veel geschikter en we hopen dat we de kans krijgen om ze in de toekomst te testen om te zien of Asterion effectief in staat is om de wielen een eigen karakter te bieden.
Meer info via asterion-wheels.com