Test nieuw | Cannondale Jekyll 1: hij laat je niet onverschillig
Door Léo Kervran -
Enkele weken na de release van de nieuwe Jekyll, hadden we de gelegenheid om hem aan een praktijktest te onderwerpen tijdens een tweedaags testevent georganiseerd door Cannondale in de Vogezen. Hoe bevalt dit nieuwe model met een nooit eerder gezien ontwerp? Wat is deze nieuwe Jekyll en zijn nieuwe technologie waard? Kan het Cannondale in staat stellen terug te keren als topmerk in de enduroscene? Lees hier onze eerste bevindingen:
Alvorens de trails op te zoeken, is een korte opfrissing van de nieuwigheden die we terugvinden op deze Jekyll noodzakelijk. We zullen de volledige presentatie van de fiets niet herhalen, daar lees je alles over in het artikel dat gepubliceerd werd ten tijde van de officiële presentatie van de fiets: Nieuw 2021 | Cannondale: De Jekyll krijgt een make-over.
Concept en voornaamste eigenschappen
Het platform van deze Jekyll 2021 is echter volledig nieuw en het is nuttig om de belangrijkste elementen even te hernemen. Allereerst de basis: de Jekyll is alleen verkrijgbaar in carbon (we zullen later zien waarom) en het is een stevige 29″ endurofiets die achteraan 165 millimeter veerweg heeft en vooraan 170 millimeter.
Cannondale koos niet voor een ‘mullet’ formaat (27,5’’ achter en 29’’ voor), een veel voorkomende trend op dit moment. De ontwerpers bij Cannondale geloven dat de keuze voor 29’’ hem sneller en efficiënter maakt in endurocompetitie. Het is ook nadien niet mogelijk om de Jekyll als mullet om te bouwen met behulp van een flip-chip, want het veranderen van de wielmaat zou de kinematica van de vering beïnvloeden (andere hefboom) en dus het gedrag van de fiets veranderen.
Cannondale heeft de nieuwe Jekyll dus ontworpen met de bedoeling om wereldwijd overwinningen te behalen in endurowedstrijden, maar daar blijft het niet bij. Bij Cannondale hebben ze eveneens gemerkt dat de DH-fietsen in bikeparks aan populariteit moeten inboeten, ten koste van de endurofiets die steeds populairder wordt. De Jekyll is daarom ontworpen om zich ook in het bikepark als een vis in het water te voelen. Niet eenvoudig zo blijkt, maar daar komen we later op terug. We maken je er trouwens graag op attent dat het perfect mogelijk is om op deze bolide een voorvork met 180 millimeter veerweg te monteren. Cannondale heeft dit uitgetest en heeft naar eigen zeggen geen enkel nadeel ondervonden.
Het eerste wat opvalt op de nieuwe fiets is natuurlijk het ontwerp van de achtervering: het is een ongeziene combinatie van een klassiek 4-bar Horst Link systeem (kenmerkend voor de Horst Link is dat beide verbindingen van de achtertrein met de zitbuis scharnieren, waarbij het onderste draaipunt zich boven het midden van de trapas bevindt en de achteras zich hoger bevindt dan het draaipunt tussen de staande en liggende achterbrug) met een “high pivot point + idler pulley”. Dat laatste is het kleine tandwieltje dat meedraait om de ketting op de juiste spanning te houden tijdens het gebruik van de vering.
Dit alles gecombineerd met een bijzonder laag geplaatste schokdemper, die zich bevindt in de diagonale buis. De schokdemper is zo laag geplaatst dat de diagonale buis zich letterlijk in twee opent om er plaats voor te maken.
Cannondale heeft dit systeem ontworpen met de bedoeling dat de beweging van de piloot en de vering maximaal van elkaar gescheiden worden, en de vering op die manier continu zijn werk kan doen. Een interessant idee, dat ook zijn nadelen heeft: dit betekent bijvoorbeeld dat de fiets eerder neutraal zal blijven wanneer de rijder bij het uitkomen van een bocht op de trappers duwt, in plaats van te versnellen doordat hij alle tijdens de compressie verkregen energie teruggeeft.
Wat betreft de schokdemper is het principe eenvoudig: men wilde het zwaartepunt van de fiets zo laag mogelijk maken. Dit is dus wat Cannondale de Gravity Cavity noemt, een diagonale buis die zich opent rond de schokdemper. Het is vermeldenswaard dat het niet de schokdemper is die dit ontwerp oplegt, aangezien hij niet uit het frame steekt, maar wel de rocker link, of anders gezegd, de verbinding tussen de achterdriehoek en de voordriehoek van het frame. Wanneer hij volledig is ingedrukt, zakt hij iets lager dan de onderbuis, vandaar de opening.
Dit gedeelte wordt beschermd door een groot, goed gemaakt stuk plastiek, dat stevig aan het frame is vastgeschroefd. Hij is niet tegen de onderbuis aangedrukt zodat het schoonmaken van de fiets gemakkelijker wordt alsook om te voorkomen dat modder en stof zich ophopen.
Volgens Cannondale is het ook deze Gravity Cavity die het ontbreken van een aluminium model voor deze nieuwe generatie van de Jekyll verklaart. Het zou te ingewikkeld zijn om dit materiaal te gebruiken om dezelfde vormen te verkrijgen voor het frame, zodat het aluminium frame waarschijnlijk duurder zou zijn dan het carbon frame.
Cannondale heeft zijn Proportional Response theorie toegepast op de constructie. De kinematica van de vering, de geometrie (lengte van de liggende achtervork bijvoorbeeld) en de stijfheid van de buizen zijn geoptimaliseerd voor elke fietsmaat.
Zoals we op op dit niveau van het gamma kunnen verwachten zijn alle kabels ingewerkt in het frame (met uitzondering van een klein stukje langs de diagonale buis voor de dropperpost) Om het onderhoud te vereenvoudigen zijn alle kabels voorzien van een geleiding, elke kabel zit afzonderlijk in een dunne geleider in het frame die hem op de juiste plaats brengt.
Ten slotte zijn alle beschermingen van de achterbrug aan de kant van de aandrijving mooi afgewerkt en bedekken ze perfect de blootliggende zones.
Het gamma bestaat uit 2 modellen (Jekyll 1, 6499 euro en Jekyll 2, 4599 euro) en een framekit (met Fox Float X2 Factory-schokdemper). Al deze modellen zijn reeds verkrijgbaar en, zoals gebruikelijk bij Cannondale, genieten ze van een levenslange garantie op voorwaarde dat ze geregistreerd worden op de website van het merk. Een procedure die slechts 30 seconden in beslag neemt, maar die nodig is om van dit voordeel te genieten. Anders geldt de garantie die door de wet wordt opgelegd, dat wil zeggen twee jaar.
De Cannondale Jekyll 1
Voor deze twee testdagen heeft het merk ons het topmodel ter beschikking gesteld, de Jekyll 1. Hij is alleen verkrijgbaar in de kleur ‘Beatle Green’, een metaalachtig groen dat verrassende koperkleurige accenten kan geven, afhankelijk van het licht en de hoek waaronder je naar de fiets kijkt.
De prijs/afwerkingsgraad verhouding is eerder interessant te noemen, want deze prijsklasse is nog ver verwijderd van bepaalde topmodellen van andere merken. Desondanks is er niet bespaard op de belangrijkste onderdelen voor een endurofiets (vering en remmen). Cannondale heeft het slim gespeeld om de uiteindelijke kost onder controle te houden en dat is een goede zet van hun kant.
Wat de kwaliteit van de veringen betreft, valt er dus niets op aan te merken: Fox 38 Factory Grip 2 voor en Fox Float X2 Factory achter.
Hetzelfde geldt voor de remmen, met een Sram Code RSC 220mm schijfrem vooraan en 200mm achteraan. Remmen zijn ook een kwestie van smaak en op dit gebied weten we dat het gedrag van Sram-producten in het algemeen niet iedereen aanstaat, maar in termen van pure prestaties valt er op de Code RSC’s niets aan te merken.
Wanneer we het over de aandrijving hebben, heeft Cannondale uit (bijna) het hele Sram-gamma geput om deze Jekyll 1 uit te rusten: X01 Eagle-achterderailleur, 10-52 cassette en GX Eagle-shifter, NX Eagle-ketting en X1 Eagle-crankstel met 30 tanden.
Als het merk ergens op zou hebben bespaard, dan misschien wel op de wielset. De wielen zijn samengesteld uit WTB KOM i30 TCS-velgen met een Formula-naaf (voor) en Sram-naaf (achter). Dit alles wordt samengehouden door DT Swiss-spaken. Gezien het gewicht van de onderdelen (meer dan 600 gram per velg) is de set-up verre van licht te noemen. We hopen dat ze bij wijze van tegenprestatie bombproof en duurzaam zullen zijn om dit punt van kritiek te compenseren.
Aan de andere kant zijn we zeer tevreden met de banden keuze. De combo van Maxxis Assegai 2.5 (voor) / DHR II 2.4 (achter), beide in EXO+ karkas, stemt ons gelukkig.
Ten slotte zijn, met uitzondering van de FSA-stuurpen, alle onderdelen afkomstig van Cannondale/Fabric. Het stuur is uitgerust met de Save-technologie, die een betere filtering van de trillingen mogelijk moet maken.
Cannondale Jekyll 1: de terreintest
Toen we bij het bikepark Lac Blanc aankwamen voor onze eerste testdag, werden we begroet door hevige regenval. Dat was tegen de verwachting in, maar het stelde ons in staat om te zien hoe de Gravity Cavity presteert in slechte omstandigheden.
Met mijn 1m79 zit ik zoals zo vaak precies tussen maat M en maat L in, te oordelen naar de afmetingen. Volgens de aanbevelingen van het merk besloot ik voor een L te gaan. De houding is uitstekend, zowel zittend als staand, en ik voel me meteen op mijn gemak op de fiets … althans bij lage snelheid.
Als het tempo op technische trails oploopt, voel ik me veel minder comfortabel, kan ik mijn voor/achter-balans op de fiets niet vinden en verlies ik alle gevoel voor grip. Het voelt alsof ik de connectie met de ondergrond kwijt ben, alsof ik niet meer weet hoe ik moet fietsen. In een rechte lijn is dat enkel vervelend, maar op de cruciale momenten is dat problematisch, zoals bij een abrupte rembeweging bijvoorbeeld. Komt het door de kinematica die de vering van de piloot isoleert (en vice-versa), waardoor ik de “feedback” die ik gewend ben niet krijg? Vanwege de achterwielas die meer naar achteren is geplaatst dan op andere fietsen (meer dan 10 millimeter naar achteren, tegenover 3-4 millimeter op de Santa Cruz Megatower bijvoorbeeld) en die de fiets nog langer maakt?
We merken echter ook op dat de fiets zeer stabiel is, dat hij zich goed laat sturen, zowel op de grond als in de lucht. Al bij al een zeer vergevingsgezind geheel. Zelfs wanneer je de controle verliest, kan er nog een tijdje op die limiet gekoorddanst worden, waardoor je vaak de sturing over de fiets kunt terugkrijgen of het ergste kunt vermijden.
Een andere logische opmerking, gezien het ontwerp van de vering, is dat deze nieuwe Jekyll uitmunt wanneer het gaat over het behouden van snelheid. Er is geen “boost”-effect bij elke compressie release, maar zodra je twee of drie bochten goed met elkaar verbindt voel je het ritme toenemen op een zeer lineaire maar bijna onweerstaanbare manier. Het nodigt je uit om vloeiender te rijden en als je daarin slaagt voel je je als de vedette in een video die in fast motion wordt afgespeeld! Wat een plezier!
En hoe zit het met die ‘Gravitiy Cavity’? De actiefoto’s aan het begin van dit artikel zijn genomen aan het eind van de dag en zoals u kunt zien, heeft er zich geen groot pak modder verzameld onder de schokdemper. Natuurlijk is alles bedekt met de typische zanderige grond eigen aan de streek, maar we kregen niet de indruk dat het erg verschilde van wat we zouden hebben gehad met een andere fiets met een meer klassieke constructie.
Jérôme Clementz legde uit dat bij de tests die hij tijdens de ontwikkeling van de Jekyll uitvoerde, de Gravity Cavity hem nooit problemen heeft opgeleverd. Hij heeft zelfs een tijdje zonder bescherming gereden en zijn schokdemper gaf geen krimp, maar voor de zekerheid raden wij u toch aan het niet te proberen. Een goeie opwippende steen volstaat om je dag te vergallen.
Voor de rit van de volgende dag besloot ik over te stappen op maat M, in de hoop me comfortabeler te voelen. Op de klim valt er opnieuw niets negatief te zeggen, ik voelde me nog steeds erg comfortabel. Ongeacht de maat, de trappositie is een echt succes op deze fiets.
Wat het rijgedrag betreft, heeft de Jekyll niet het dynamisch karakter dat we bij sommige andere fietsen terug vinden, maar dat was te verwachten gezien de lage anti-squat (ongeveer 70% over de hele vering) en het gewicht van de wielen. Aan de andere kant is het heel aangenaam om met de Jekyll op de pedalen te trappen. De fiets zakt niet door, hij pompt niet en ik heb niet het gevoel dat ik een dood gewicht meesleep. We zullen moeten afwachten hoe hij aanvoelt op langere ritten, maar op basis van deze eerste sensaties lijken lange bergtochten heel goed mogelijk.
We schakelen over naar de eerste afdaling en goed nieuws, de balans is veel beter. Deze keer weet ik waar ik aan toe ben en kan ik de fiets besturen zoals ik wil. Je moet nog steeds je gewicht op de voorkant zetten en je schouders benutten om de fiets in de bochten te krijgen, maar het is gemakkelijk om de juiste positie te vinden en alles voelt veel natuurlijker aan dan op de L-maat
Tegelijkertijd vertrouwde de journalist met wie ik van fiets wisselde en die dezelfde maat heeft als ik, mij toe dat hij zich veel beter voelde op de large. Wat weer aantoont dat er niets beter is dan een proerfit indien je twijfelt tussen 2 maten.
Het is echter nog niet perfect: nu ik het frame kan gebruiken zoals het hoort, is het de vering voor en achter die de zaken bemoeilijken. Vooraan vallen we niet uit de lucht, de Fox 38 is erg stijf, zelfs stijver dan een RockShox Zeb (qua gevoel, tenminste) en ik ben misschien een beetje te licht om optimaal gebruik te maken van deze vering. Voor rijders die in maat S rijden, zal het waarschijnlijk nog moeilijker worden en het is jammer dat deze zwaargewichten van vorken de enduro-markt hebben veroverd.
In het algemeen maken ze de fietsen veeleisender en zelfs op het hoogste niveau rijden veel piloten nog met een Lyrik of een 36. Schoolvoorbeeld is Jérôme Clementz, die momenteel met een Zeb op zijn Jekyll rijdt, maar met een Lyrik zal rijden als hij de kans krijgt.
Achteraan zorgt de vering ervoor dat de fiets letterlijk tegen de grond kleeft, en het biedt een uitgesproken ondersteuning die ik vanuit prestatieoogpunt bijzonder aangenaam vond. Ik vond hem echter ook ongevoelig voor kleine schokken, een gevoel dat misschien verergerd werd door het “aan de grond gekleefde” karakter van de fiets, waardoor hij meer klappen te verduren krijgt dan wanneer je gemakkelijk zou kunnen opspringen. Dit kan bij de productiemodellen iets anders (met andere woorden: gevoeliger en comfortabeler) zijn, aangezien de schokdempers op deze testfietsen iets te gesloten waren qua interne compressie.
De rebound was ook niet ideaal en ik had wat meer tijd nodig gehad om de juiste balans te vinden tussen hoge en lage snelheden. Terloops vermelden we dat je de bescherming van de Gravity Cavity moet verwijderen om toegang te krijgen tot de knop voor veranderen van de rebound bij de Fox Float X2 schokdemper. Niet altijd erg praktisch voor aanpassingen tijdens of vlak voor de rit.
Deze moeilijkheden moeten echter worden gerelativeerd: de Jekyll 1 is uitgerust met de meest geavanceerde vering die beschikbaar is en twee halve dagen rijden zijn vaak niet genoeg om de optimale instelling te vinden, vooral als je tegelijkertijd nog aan het wennen bent aan een nieuwe fiets.
Ondanks al deze hindernissen, vond ik deze nieuwe Jekyll erg leuk. Het mag dan niet duidelijk zijn uit het artikel, en dat is des te verrassender omdat ik de voorkeur geef aan lichte, dynamische en speelse fietsen (zowel bergop als bergaf), maar in de weinige gevallen dat ik erin slaagde om hem goed te laten werken, gaf hij me een gevoel van snelheid en efficiëntie zoals ik zelden heb gehad. Ik vind het alleen jammer dat ik (nog) niet het juiste recept heb gevonden, maar misschien gebeurt dat nog als we de kans krijgen om een volledige test te doen.
Bovendien lijkt hij niet zo “exclusief” als andere enduro’s en zou hij zich ook op zijn gemak kunnen voelen als all-mountain fiets, ook al moet dat nog worden bevestigd. Toch blijft de kerndoelgroep de enduro-rijder die wedstrijden wil rijden, of diegene die op zoek is naar een all-round fiets om in de zomer in bikeparken te rijden en de rest van het seizoen op meer natuurlijke trails wil vertoeven. En daarmee bereikt Cannondale met deze fiets wat ze voor ogen hadden.
Meer informatie :https://www.cannondale.com/nl-nl
De complete presentatie van de fiets (met geometrie tabel, vering curves…):
Nieuw 2021 | Cannondale: De Jekyll krijgt een make-over
Actiefoto’s: Damien Guiot