Test | Orbea Alma M Team: een kleurrijke persoonlijkheid!
Door Olivier Béart -
In navolging van de Oiz – die in een nieuwe, nog lichtere versie werd uitgebracht – is nu ook de Orbea Alma vernieuwd. Het doel? Een waardig alternatief zijn voor de XC full-suspensions. Hoe is deze fiets nu echt gepositioneerd? Maar bovenal, hoe presteert hij in het terrein? Het antwoord volgt in onze test:
Deze zomer heeft Orbea in het kader van de herziening van haar XC-aanbod ook een gloednieuwe Alma (lees hier onze presentatie) voorgesteld. Die werd volledig herontworpen om up-to-date te blijven en een competitieve keuze te kunnen bieden aan wedstrijdrijders die momenteel bijna altijd voor de fully kiezen.
De Alma is een van de kenmerkende fietsen in de geschiedenis van de XC. De eerste versie werd in 2005 voorgesteld en Julien Absalon behaalde er grote successen mee in de periode tussen 2007 en 2012! De fiets is door de jaren heen meegegroeid, want in anderhalf decennium is er veel veranderd in het XC-mountainbiken. Er worden geen 26”-wielen meer gebruikt, er zijn twee tandwielen verdwenen op het crankstel en er zijn twee kransjes toegevoegd aan de cassette. Schijfremmen waren toen de uitzondering, nu is er niks anders. Maar belangrijk, ook XC-parkoersen zijn drastisch veranderd.
Als we vandaag de dag kiezen voor een hardtail in plaats van een volledig geveerde fiets, dan is het volgens het Spaanse merk vooral een kwestie van prestaties: je zoekt naar meer reactiviteit en een lager gewicht. Het frame van deze Alma wil radicaal die richting uitgaan, gericht op prestaties tijdens de competitie.
Het frame
In XC betekent prestaties sowieso 29”-wielen. In 2021 wordt de Alma van maatje S tot XL voorzien van de grote wielen, de 27,5″-wielen op de S en M verdwijnen dus. De volgende stap is het gewicht. Het frame van de oude Alma woog 920 gram (Medium), een gewicht dat vandaag de dag nog steeds vrij scherp is. Maar de topframes van de concurrentie gaan ondertussen richting de 800 gram en Orbea wil “vooraan” meespelen.
De Spanjaarden hebben dus hetzelfde gedaan als bij de Oiz. Het OMX-carbon, oorspronkelijk ontwikkeld voor wegmodellen, wordt nu ook in de Alma gebruikt. In vergelijking met OMR-carbon, tot nu toe de top bij hun mountainbikes, verfijnt OMX de overlapping van de lagen en het gebruik van de hars om zo gewicht te besparen zonder de andere kwaliteiten van het frame aan te tasten (stijfheid, comfort, sterkte, enz.). De nieuwe Alma komt zo met een medium frame uit op 830 gram. 90 gram lichter lijkt misschien niet veel, maar het is wel een vermindering van 10%!
Qua vorm evolueert het frame volgens de trend van het oude model: de lijnen zijn verfijnd, de buizen vereenvoudigd en de hoeken afgerond. Het verschil in filosofie tussen de bovenkant van het frame (horizontale buis en staande achtervork) en de onderkant (schuine buis, liggende achtervork en het balhoofd) is duidelijk zichtbaar: bovenaan worden dunne buizen gebruikt om flexibiliteit en comfort te bieden, terwijl onderaan grotere diameters worden gebruikt voor de stijfheid om zo weinig mogelijk verlies aan kracht te hebben. De richting van de koolstofvezels en het aantal lagen carbon zijn ook aangepast.
De kenmerken die de identiteit van de Alma bepalen zijn echter nog steeds aanwezig, zoals de knik van de bovenbuis net voor de zitbuis. Deze oplossing, die 4X4 Design wordt genoemd, heeft als doel om meer comfort te bieden doordat de zitbuis zo meer flex heeft. De zadelbuis is ook ontworpen voor 27,2 millimeter zadelpennen, ook hier om meer flex en comfort toe te laten. Hou er wel altijd rekening mee dat comfort een relatief begrip is op een wedstrijdbolide.
De zoektocht naar minder gewicht heeft ook de keuze bepaald van de standaard voor een aantal bevestigingen, zoals Flatmount voor de achterste remklauw of het E-type bevestiging voor de (minimalistische) geleider. Deze interfaces hebben echter ook enkele functionele voordelen: voor de Flatmount komt de remklauw direct op het frame te staan, wat de betrouwbaarheid ten goede komt. De E-Type kettinggeleider is eenvoudiger en makkelijker te (de)monteren dan een ISCG 05-geleider.
Orbea heeft echter niet alles opgeofferd voor een zo laag mogelijk gewicht. Zo worden de interne kabels nog steeds ‘geleid’, wat het praktische onderhoud absoluut ten goede komt, en er is nog steeds een stevige bescherming ter hoogte van de liggende achtervork om het lawaai van de ketting te verminderen.
Tot slot is het MyO (staat voor My Orbea) personalisatieprogramma ook in esthetisch opzicht aan het evolueren. Er zijn nieuwe opties (marmer patronen – zoals bij onze fiets, Terrazo en Geometrische Camouflage – en ook de keuze tussen mat of blinkende lak) en het is nu mogelijk om de kop van de fiets onafhankelijk van de rest van het frame aan te passen. Het patroon of kleur dat daar gebruikt wordt kan ook herhaald worden ter hoogte van de achteras. Ondertussen is de lakkwaliteit ook echt verbeterd, want in het verleden was die niet altijd top bij fietsen uit het MyO-assortiment.
Geometrie
Zoals vele XC-fietsen werd de Alma voor het laatst vernieuwd in 2016, zodat hij door de rijders van het merk kon ingezet worden op de Olympische Spelen. Vanaf 2017 was hij beschikbaar voor het grote publiek. Vier jaar is tegenwoordig een lange tijd in het leven van een model. In de afgelopen jaren zijn de geometrieën sterk geëvolueerd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de nieuwe Alma anders is geworden.
De balhoofdhoek is 1,5 graden verminderd en zit nu op 68 graden. De reach wordt, afhankelijk van de maat, 13 tot 19 millimeter langer. Zo wordt de basis van de fiets 2,5 tot 3 centimeter langer zonder dat de achtertrein langer is geworden. Die blijft op 430 millimeter. Het doel van deze veranderingen is duidelijk: de rijder meer vertrouwen geven op de afdalingen om zo de full suspensions beter te kunnen volgen. Die hebben immers een stevig voordeel met hun achtervering, die meer comfort, grip en fouten toelaat.
Deze ontwikkelingen hebben echter weinig invloed op de positie van de rijder bij het trappen, omdat Orbea de zitbuis met 1 graad (tot 74,5 graden) heeft rechtgetrokken om de effectieve verlenging van de bovenbuis te beperken tot slechts 2 à 7 millimeter (opnieuw afhankelijk van de maat).
Onderdelen
De Alma M Team is uitgerust met een Fox 32 StepCast Factory met lockout op het stuur, wat vanzelfsprekend en onontbeerlijk is voor een XC-fiets. Geen Orbea SquidLock zoals op de Oiz, maar wel de originele Fox-hendel. Hoewel de Fox 34 SC met 120 millimeter veerweg meer en meer te zien is op XC fully’s, is de zeer lichte F32 nog steeds zinvol op een hardtail en moet je heel hard kunnen (of durven) gaan om z’n grenzen van stijfheid te bereiken.
De aandrijving wordt voornamelijk verzorgd door Shimano, met een mix van Deore XT (cassette, ketting) en XTR (shifter, derailleur). De XT-cassette (10-51) is niet de lichtste. Die weegt ongeveer 470 gram, wat 100 gram meer is dan een XTR, maar hij kost ook 220 euro minder. Alleen het crankstel is niet van de Japanse fabrikant, want Orbea opteerde voor een lichtere optie. De Spanjaarden hebben voor de prachtige Race Face Next SL gekozen, die slechts 428 gram weegt met een 34T kettingblad (het frame kan trouwens tot 36 tanden aan). Dit is 90 gram lichter dan een XTR en 200 gram lichter dan een Deore XT! Race Face heeft ook specifiek tandwielen gemaakt voor de Shimano-aandrijving en dus werkt het allemaal perfect samen!
Voor de remmen zitten we opnieuw bij Shimano. We hebben hier Deore XT M8100 2-zuigerremmen met een 180 millimeter schijf voor en 160 millimeter achter. Hoewel ze niet de lichtste zijn, hebben ze een aangename hendel, voldoende kracht en een evenwichtig remgedrag. Sowieso een toprem!
Het onderstel bestaat uit de DT Swiss XRC 1501-wielen met een binnenbreedte van 30 millimeter voor de velgen. Dit is een speciale optie op ons model, die werd uitgerust met de wielen van de Orbea Alma LTD. De Alma M Team wordt normaal gesproken uitgerust met DT XR 1650-wielen met 25 millimeter velgen. De XRC 1501, die in 2020 aan de DT Swiss-collectie werd toegevoegd, is gemaakt van carbon en vervangt de zeer populaire high-end XM 1501 aluminium wielen die heel populair zijn bij XC/trailrijders.
De nieuwe trend bij XC is om ook hier breder te gaan met de velgen. Op deze fiets liggen Maxxis Rekon Race-banden (120 TPI, EXO-karkas) met de bredere 2.35″ diameter. De grotere breedte van zowel de velgen als de banden kan verrassend zijn omdat dit waarden zijn die we eerder gewend zijn op Trail- en All Mountain-fietsen. Banden van 2.35″ op brede velgen hebben echter ook zin op een XC, zeker op een hardtail.
Het grote volume van de band zorgt voor iets meer comfort en grip, twee elementen die altijd mooi meegenomen zijn op een fiets zonder achtervering. Bovendien zou de rolweerstand beter zijn bij brede banden (mits deze op geschikte velgen worden gemonteerd) dankzij een iets breder, maar vooral veel korter contactoppervlak met de grond in vergelijking met smalle banden.
Natuurlijk worden enkele (tientallen) grammen opgeofferd ten opzichte van een 25 millimeter velg en 2.2/2.25″-banden, maar met minder rolweerstand, meer grip en comfort zul je bij technisch terrein meestal sneller zijn. Ook moet worden opgemerkt dat we bij de Alma M Team precies hetzelfde onderstel hebben als bij de Oiz M Team, die we een paar maanden geleden hebben getest. We hadden toen geen bijzondere kritiek op deze combo. Zullen we hier anders over denken bij een hardtail?
Zoals alle Alma-modellen, wordt onze M Team standaard geleverd met een normale zadelpen met het OC-logo (voor Orbea Components). Op dit niveau van het gamma is die in carbon. Maar als je een telescopische zadelpen (dropper) wilt, is dat geen probleem. Orbea biedt optioneel eentje met 80 millimeter drop voor 99 euro extra. Op zich een goede zaak, want telescopische zadelpennen met een diameter van 27,2 millimeter zijn niet altijd gemakkelijk te vinden op de markt. We raden sterk aan om voor de dropper te kiezen, want die is echt een noodzaak op een hardtail als je de full suspensions wilt kunnen volgen in de afdaling. De achtertrein van de fiets heeft geen vering en zorgt er dus niet voor dat je zwaartepunt stabiel blijft. Het is daarom erg belangrijk om je goed te kunnen positioneren en te compenseren boven het zadel.
De cockpit is ook ontworpen door Orbea. Er wordt gebruikgemaakt van een prachtige 75 millimeter lange stuurpen met een zeer strakke uitstraling, gemonteerd met een vlak carbon stuur met een breedte van 760 millimeter. Tot slot is het zadel het enige dat niet door het Spaanse merk zelf werd ontworpen: we hebben hier recht op de bekende Selle Italia SLR, in ons geval met titanium rails.
Het is ook het vermelden waard dat het balhoofd een model is uit de Acros BlockLock-serie. Dit wil zeggen dat er een stop zit op de rotatie van het stuur. Bij een val voorkomt dit dat de shifter (of de hendel om de dropper post te bedienen) zichzelf in je bovenbuis rammen. Je hoeft daar dus geen lelijke bescherming meer aan te brengen!
Al met al weegt de nieuwe Orbea Alma M Team 9,34 kilogram op onze weegschaal. Een mooi gewicht, maar het kan nog altijd lichter. Maar lichter is niet altijd beter in een wedstrijd …
Modellen en prijzen
De Orbea Alma-collectie is vrij uitgebreid, met maar liefst 11 complete fietsen en een frameset met twee varianten. Slechts 4 van deze modellen gebruiken het OMX-frame en de MyO-personalisatie optie: de frameset is verkrijgbaar vanaf 2499 euro, de M Pro voor 3399 euro, onze M Team voor 4999 euro en de M LTD, die het bijzondere kenmerk heeft dat hij is uitgerust met een vaste vork, voor … 7499 euro (een Fox 32 SC is nog steeds beschikbaar als optie). Deze fiets moet sowieso heel licht zijn. Het is echter onmogelijk om op te zoeken hoe licht, aangezien Orbea de gewichten van haar fietsen niet officieel aankondigt.
De Alma M50, M30/M30 Eagle en M25 zijn voorzien van het 90 gram zwaardere OMR carbon frame. Ze zijn tegelijk ook veel betaalbaarder dan hun (iets) lichtere broertjes, met prijzen die beginnen op 1699 euro en gaan tot 2699 euro. Je krijgt wel dezelfde geometrie en een carbon constructie die tot voor kort het beste was bij Orbea. Bij deze modellen krijg je dus veel fiets voor relatief weinig geld.
Tot slot maken 4 modellen met aluminium frames het assortiment compleet: de Alma H50 (899 euro), Alma H30 (999 euro), Alma H20 (1199 euro) en Alma H10 Eagle (1299 euro). Hier is de geometrie wel anders: de achtertrein is 5 millimeter langer, het balhoofd 10 millimeter hoger en de stack ook 9 tot 10 millimeter hoger. Dit geeft de fiets een iets comfortabelere positie en een iets minder levendig/nerveus karakter.
Orbea Alma M Team: de terreintest
Met de nieuwe Alma neemt Orbea duidelijk een positie in: prestaties en efficiëntie zijn prioriteit. Het idee is om de kloof te dichten met de volgeveerde concurrenten en opnieuw een bestaansreden te geven aan de hardtail. We gaan niet rond de pot draaien: de nieuwe Alma is een bom en reageert op elke pedaalslag. Hij lanceert zichzelf als een kanonskogel, reageert zo snel als een pluimpje in de wind en versnelt als een raket, zelfs bij gladde en op (matig) hobbelige ondergrond.
Je voelt dat de stijve onderzijde van het frame net voldoende vervorming toelaat om je vermogen op de grond te krijgen en het verlies van grip te voorkomen. Ook al bereik je met dit frame in sommige omstandigheden (zie verderop) zijn grenzen, hier helpen de brede velgen en banden en zijn ze dus zeker relevant.
Op lange ritten spreken we echter niet van een wonder. Ondanks de diameter van 27,2 millimeter vervormt de zadelpen maar een beetje en absorberen het frame en de banden eigenlijk alleen de trillingen en kleine schokken. Deze Alma is duidelijk meer thuis in scherpe en explosieve ritjes en minder op een (technische) marathon, want hij vergeeft weinig fouten en ontziet de rijder weinig. Het is duidelijk dat je in goede fysieke conditie moet zijn om echt het beste uit deze Alma te halen en om hem te kunnen voorzien van voldoende wattages om zijn volledig potentieel te kunnen benutten. Na meer dan 2 uur lijkt ons bij Orbea de Oiz voordeliger. Sommige van de rechtstreekse hardtail-concurrenten (zoals de BH Ultimate Evo of de Specialized Epic HT) trekken meer dan deze Alma de comfort- en tolerantiekaart.
Op een XC-parcours met korte, steile klimmetjes waar het terrein niet te bruut is, gaat de fiets heel goed. Je hebt voldoende grip op je achterwiel en de positie vraagt om steeds opnieuw aan te zetten. Het lage gewicht geeft een gevoel dat je bij een full suspension – hoewel die technisch gezien efficiënter kan zijn – bijna niet kunt ervaren. In de afdalingen kun je jezelf door de geometrie en de zeer efficiënte vork goed laten gaan. Alleen een telescopische zadelpen ontbrak bij kleine, steile afdalingen. Maar zoals gezegd, is deze beschikbaar als een optie. Je zal bovendien niet veel comfort verliezen, want de standaard carbon zadelpen is ondanks zijn 27,2 millimeter en de koolstofvezels niet erg flexibel.Bij langere afdalingen geeft de uitstekende geometrie ook voortdurend veel vertrouwen. Dit is een mooie evolutie ten opzichte van de vorige generatie en het maakt de Alma opnieuw de referentie. Het voortdurend onder controle houden van de fiets blijft echter vermoeiend na een tijd. Je moet met je benen kunnen spelen om de schokken op te vangen en alert blijven om de wielen op de juiste manier te kunnen plaatsen.
Hier maken brede banden het makkelijker als het droog, stoffig en rotsachtig is. Maar bij natte en/of modderige omstandigheden hebben de brede banden de neiging om te gaan ‘zweven’ en heb je te weinig beet op de ondergrond. Op dit moment zijn er weinig XC-profielen beschikbaar in 2.3/2.4″, want een ander profiel zou misschien beter kunnen werken. Op dit moment raden wij aan om voor de wintermaanden of een natte rit iets smallere (2.25″) banden te monteren.
Verdict
Snel, oh ja, dat is hij, deze nieuwe Alma! Het verschil met de Oiz is heel duidelijk en daardoor overlappen deze fietsen niet echt meer. De fiets is uitzonderlijk goed voor specifieke omstandigheden en bepaalde rijders. Maar hij heeft ook een karakter en eigenschappen die niet geschikt zijn voor iedereen. Hou hier dus rekening mee als je voor deze hardtail met high-end OMX carbon zou kiezen. Wat betreft de 30 millimeter brede velgen en de dikke banden is het concept zeker interessant en relevant voor een zeer “wedstrijd”-gericht gebruik op brute ondergrond (zoals in de wereldbeker). Ze zijn wel niet zo veelzijdig, omdat ze niet goed werken op gladde ondergronden waar de noppen zich moeten kunnen ingraven. Hier lijken ons 25 millimeter brede velgen met 2.25″-banden, zoals op het standaardmodel, een uitstekend compromis te zijn.
Meer informatie via orbea.com