Test | Orbea Rallon X-Team: de adel in aluminium
Door Olivier Béart -
De Orbea Rallon is een veteraan in het gamma van het Spaanse merk; een gamma dat de voorbije twee jaar grondig werd gewijzigd en dat vooral gemarkeerd werd door de komst van de uitstekende en veelzijdige Occam. De Orbea Rallon zweert nog steeds trouw aan een volledig aluminium frame. Voor het modeljaar 2016 werd hij discreet gewijzigd en op het terrein bewees de fiets dat hij er nog steeds mag zijn. Wij voerden een duurtest uit met de X-Team 2016-versie met BOS-veringen en hieronder lees je onze bevindingen.
De Orbea Rallon werd in 2010 geboren met 26″-wielen en schakelde in 2014 over naar 27,5″-exemplaren en een veerweg van 160 millimeter, maar met behoud van de lijnen die we vandaag nog kennen. Bij het 2016-model, waarover onze test hier gaat, is de belangrijkste wijziging het feit dat de achteras nu gebruikmaakt van de Boost 148-standaard. Maar niet om de liggende achtervork korter te maken! Met de bestaande lengte van 420 millimeter zou dit nogal moeilijk geweest zijn en het zou vooral geen zin gehad hebben. Maar door de Boost 148 kon men meer vrije ruimte creëren voor de band (je kan er zonder probleem een 2.4”-band in monteren) en geniet je van een ietsje meer stijfheid bij de wielen, wat altijd meegenomen is voor de doeleinden van de fiets en voor de ruwe behandelingen die hij moet ondergaan. Op de rest van de geometrie komen we later terug en we zullen zien dat dat een domein is waar Orbea een pioniersrol heeft vervuld.
Voor het frame blijft de Orbea Rallon trouw aan de aluminium 7000-serie, ook al heeft carbon intussen een plaatsje verworven in de catalogus van het merk. Voor het segment waar hij gebruikt wordt, vond Orbea de gewichtstoename niet significant (de Rallon zou volgens het merk 3,1 kilogram wegen inclusief demper, en het moet gezegd dat er niet veel enduroframes bestaan onder de drie kilogram) en ook de winst aan stijfheid vond men niet echt noodzakelijk, met dank aan de vormen en de prestaties die je door hydroforming kan bekomen op dit type frame. En in carbon zou ook de prijs duurder uitvallen.
We zien ook een zeker conservatisme, van goed allooi, bij het bracket met schroefdraad en de kabels die langs buiten langs het frame lopen. Maar we klagen hier niet over, want het gebruiksgemak en de betrouwbaarheid zijn bij het bracket op de afspraak en de passage van de kabels is zo goed doordacht en zodanig geïntegreerd met het frame, dat we niet kunnen zeggen dat de look daar onder te lijden heeft. Orbea voorziet trouwens ook op zijn laatste frames, waar de kabeldoorvoer intern gebeurt, nog steeds nokjes om discrete klemmen te kunnen monteren. Dit om, indien gewenst, de kabels toch langs buiten te geleiden of voor bij een noodreparatie. Nog maar eens een bewijs dat ‘user friendly’ een echte bezorgdheid is bij Orbea.
Kinematica
Orbea ontwikkelt de vering kinematica van zijn fietsen met behulp van een software, Advanded Dynamics genaamd. Deze software werd ontwikkeld met de hulp van een Spaanse universiteit. Ze wordt gebruikt sinds de verschijning van de eerste generatie van de Occam in 2010, en de software en de studies die met de software werden uitgevoerd, hebben Orbea doen opteren voor een concentrisch scharnierpunt op de achteras. Een concept dat we ook terugvinden bij Trek (ABP) en bij meerdere merken die gebruikmaken van de Split Pivot van Dave Weagle (we denken bijvoorbeeld aan Devinci). Onder de voordelen onthouden we dat de positionering van het achterste scharnierpunt toelaat om de werking van de vering perfect los te koppelen van de remkrachten.
Het belangrijkste scharnierpunt bevindt zich hoog boven het bracket om het anti-pompeffect te maximaliseren en een goed rendement te bieden ondanks de grote veerweg. Voor het model 2016 dat we hebben getest, werkte Orbea samen met BOS aan een specifieke versie van de Kirk die over vele instellingsmogelijkheden beschikt: rebound, compressie bij hoge en lage snelheid, lockout, enz. Maar in 2017 gaat Orbea voor 100% in zee met Fox, met de nieuwe Float X2 LO voor het high-end gamma.
Ondanks de verandering van het uithangbord bij de veringen, blijft de filosofie wel dezelfde met een lineaire compressiecurve die licht progressief is om de vering te helpen hoog in de veerweg te blijven. Orbea werkte ook aan de gevoeligheid in het begin van de slag voor het comfort en de grip, terwijl het einde progressiever is om te voorkomen dat ze inklapt.
Geometrie
We hebben het eerder al gezegd, Orbea is één van de pioniers op het gebied van de ‘lang frame/korte stuurpen’-geometrie. Als we de overzichtstabel zien, kunnen we amper geloven dat deze cijfers al drie jaar op de tabellen staan, zo hard lijken ze op de actuele trend, zelfs al werden er, dankzij de flexibiliteit van het aluminium bij de productie (geen mallen die men moet wisselen), kleine wijzigingen uitgevoerd zoals een verlenging van de bovenbuis met 5 millimeter of de iets vlakkere balhoofdhoek (0,5 graden vlakker). De reach in de maat M bedraagt nu 442 millimeter, wat aanzienlijk is, gecombineerd met een stuurpen van 50 millimeter (35 millimeter in maat S en 70 millimeter in maat L zoals op onze testbike).
Verder stellen we vast dat de balhoofdhoek variabel is. De Orbea Rallon beschikt inderdaad over een kleine spacer ter hoogte van de verankering van de demper met de bovenbuis, die toelaat om te kiezen tussen ‘low’ en ‘lower’. Een goede manier om te zeggen dat de Rallon nog steeds gemaakt is om bergop in de aanval te gaan en dat er geen hoge positie is, en die uitdrukt dat je kan kiezen tussen een hoek van 66 en 65,5 graden vooraan en 75/74,5 graden voor de zitbuishoek. Of nogmaals, perfect in lijn met de huidige trend van dit segment; het bewijs dat Orbea vanaf het model 2014 het bij het rechte eind had in verband met het ontwerp van de bike. Het is wel jammer dat Orbea slechts drie maten aanbiedt, vooral omdat het bij een aluminium model minder complex is om meerdere framematen te vervaardigen dan bij carbon modellen.
Onderdelen
De Orbea Rallon is verkrijgbaar in drie montages, allen met hetzelfde frame. Voor 2017 is het toegangskaartje redelijk, namelijk 2799 euro voor de X30. Een tarief waarbij je al de beschikking hebt over Fox-veringen (34 vooraan en Fox Float achteraan) en een SLX-transmissie. De midrange X10 kost 3999 euro met een Fox Float X-demper die meer geschikt is voor de doeleinden van de bike. Vooraan is de X10 eveneens uitgerust met een Fox 34, maar met de Fit4-cartridge. Verder zien we DT E-1700-wielen en een enkelvoudige Shimano XT-aandrijving met 11/46-cassette. De X-Team is de duurste fiets van het gamma en kost 5499 euro. Het is deze laatste die we ter test in de hand hebben genomen en waarvan we in detail de afmontage zullen bespreken. Tevens gaan we verder in op de wijzigingen die er aankomen voor het model 2017.
De Shimano XTR-aandrijving met een 11/42-cassette op het model 2016, wordt vervangen door een Sram XO1 Eagle 12-speed groep met een 10/50-cassette, waardoor de omvang van het kettingblad vooraan van 28 naar 34 tanden gaat zonder bergop aan vermogen te verliezen. Maar door deze wijziging win je wel aan topsnelheid, een domein waar we met de 11-28 wel eens te kort kwamen.
De veringen zijn niet meer afkomstig van BOS, maar van Fox met vooraan de uitstekende 36 en achteraan de Float X2 Lock Out. Twee veringen die soortgelijke instellingen bieden als deze van BOS wat betreft de rebound en de compressie (of zelfs beter wat de rebound betreft, want op de Fox-demper is deze instelbaar bij hoge/lage snelheid), maar met ongetwijfeld een productie die constanter is dan bij het kleine Franse bedrijf dat, hoewel ze in staat zijn grootse dingen te produceren, zichtbaar moeite heeft om een constante kwaliteit te leveren bij grote volumes.
De wielen blijven dezelfde, te weten de uitstekende DT E-1700-exemplaren in de enduroversie met een brede velg. Deze situeren zich in de midrange van het Zwitserse merk en tijdens onze vroegere test waarderden we ze enorm. Ze zijn voorzien van Maxxis High Roller 2.4-banden, terwijl Orbea voor de andere onderdelen vertrouwt op Race Face. Een goed idee voor de stuurpost, ook al lijkt de diameter van 35 millimeter ter hoogte van de verbinding stuur/stuurpen ons een beetje too-much. Maar we zijn meer voorbehouden voor de keuze van de Race Face Turbine-dropper post op het model 2017 in de plaats van de RockShox Reverb-referentie op de jaargang 2016 die hier getest werd. Tijd nu voor ons gevoel op de paden!
Orbea Rallon X-Team: de terreintest
Wanneer je aan het stuur van de Rallon plaatsneemt, valt meteen de lengte van de fiets in het oog … of eerder in de handen. Ook al geraken we meer en meer gewend aan fietsen die steeds langer worden, toch lijkt het stuur hier wel echt ver weg. Dit is in het begin zeer misleidend en voor onze testers, die ongeveer een meter tachtig lang zijn, komen we in de verleiding om terug naar de Medium te grijpen terwijl we in het verleden gewend waren dat de frames bij Orbea eerder aan de korte kant waren, waardoor we systematisch voor een L kozen als testfiets. De eerste reflex was dan ook om de stuurpen van 70 millimeter te verwisselen met een exemplaar van 50 of zelfs 40 millimeter, maar helaas hadden we geen model met een diameter van 35 millimeter tot onze beschikking. En uiteindelijk zal je zien dat dit niet zo problematisch was als vooraf gevreesd.
Tweede punt: door de talrijke en geavanceerde mogelijkheden is het niet zo evident om de BOS-veringen in te stellen. De nieuwe X-Team met een Fox-vering moet de zaken lichtjes verbeteren, want de installatiegids die door Fox meegeleverd wordt met de fiets laat toe om zeer goede basisinstellingen te bekomen. Wij konden aan het begin van de test profiteren van het advies van de renner/ambassadeur van het huis, Simon André, wat een goede hulp was. Voor de SAG vertrekken we van een basis die te zwak is voor enduro, in de orde van 20%, en dan moet je de hydraulica beetje bij beetje aanpassen. Daar komt wat geduld en fijn regelwerk bij te pas. Als dat niets voor jou is, dan is het beter dat je je wendt naar een andere montage van de Orbea Rallon die is uitgerust met een eenvoudigere vering die toch efficiënt blijft.
We hebben ook de twee posities getest die het mogelijk maken om de geometrie te doen variëren door de verankering van de demper te verplaatsen. Het verschil is duidelijk merkbaar en je voelt in de hoge positie een meerwaarde bij het bergop rijden en bij het trappen op de pedalen. Dat is goed om weten als je je Rallon mee wilt nemen naar evenementen waar je de kilometers moet wegtrappen. Niettemin, aangezien ruige enduro’s zijn voorkeursdiscipline zijn, verkozen we het merendeel van de tijd de lage positie om met de fiets te rijden.
Het rendement van de fiets is fantastisch en ook sportief optrekken is een plezier door de geweldige respons
Vanaf de eerste pedaalslagen is het overduidelijk dat de fiets zeer goed reageert voor een enduro. Of de demper nu in de open of gesloten positie staat, de onvermijdbare hellingen die naar de start van de specials leiden worden vlot genomen. Dit maakt van hem ook een ideale fiets voor meerdaagse wedstrijden zoals de Biivouac of de Trans-Provence, waar je veel op de pedalen moet trappen. De fiets pompt bijna niet, geeft niet de onaangename indruk van achteraan in te zakken (met dank aan de hydraulica van de demper en de goed doordachte kinematica) en de lengte van de bovenbuis alsook de stuurpen zorgen hier voor een onmiskenbaar voordeel. Ook sportief optrekken is een plezier door de geweldige respons van de bike. De stijfheid van het frame doet wonderen en vormt een mooi reactief geheel met de DT Swiss E-1700-wielen die ook hun aandeel hebben in het gevoel dat de fiets direct reageert. Steeds weer heb je met de Orbea Rallon zin om slippend door de bocht te gaan en dan opnieuw op te trekken bij het uitkomen van de bocht … geweldig! En op geen enkel moment hebben we spijt dat hij niet uit carbon is vervaardigd.
Zodra het meer bergaf gaat en het terrein ruwer wordt, zorgen de lengte van de fiets en de evenwichtige geometrie voor mirakels. De stabiliteit is uitstekend en het is werkelijk verbluffend als we zien met welke snelheid we de moeilijkste passages en de bergstroombeddingen vol grote rotsblokken nemen. De fiets blijft zeer behendig in deze omstandigheden en met een bunny hop over stenen springen of de fiets doen ‘pompen’ om op stenen te springen is geen enkel probleem. Kortom, het is moeilijk om hem op fouten te betrappen in deze passages. Het is pas wanneer het echt steil wordt en we zeer kort moeten draaien, dat we opmerken dat we liever een korte stuurpen hadden gehad voor onze lichaamslengte.
In technischere en tragere passages hebben we al behendigere endurofietsen gekend, alsook soepelere en smeuïgere veringen op de kleine schokken. We voelen hier dat Orbea bij de Rallon de pure racekant de voorkeur gaf, vooral omdat hij is uitgerust met hyper geavanceerde veringen zoals in deze luxueuze uitvoering. Dit is echter een slimme situering in het gamma door een duidelijk verschil ten opzichte van de Occam te behouden, want ook deze laatste daalt uitstekend af, maar hij is veelzijdiger en toegankelijker.
De Rallon geeft ons soms de indruk van de trucks die we in de Dakar-rally aan het werk zien: niet meteen het wendbaarst, maar met een duivelse stabiliteit en uitstekende veringen.
In de haarspeldbochten, de maat en de stuurpen even buiten beschouwing gelaten, voelen we dat je de fiets echt moet smijten door bijna overdreven bewegingen en beroep te doen op al je rijkennis. In de trialpassages geeft hij ons soms de indruk van de trucks die we in de Dakar-rally aan het werk zien: niet meteen het wendbaarst, maar met een duivelse stabiliteit en uitstekende veringen. Aan het eind gaat hij overal door aan een schandelijke snelheid!
Samen met de geometrie vormen de veringen het hart van de fiets. De BOS-veringen hebben vele instellingsmogelijkheden en dat is geniaal op papier. Maar je moet nog steeds een goed compromis vinden. Hier vinden we dat de cursor echt ver naar het elitisme afwijkt. Vergeet de smeuïgheid van de Rockshox Pike of Fox van de laatste jaren. BOS is voor de gespierde armen! Dit is een vering met een zeer aanwezige hydraulische steun die weinig induikt bij het remmen, weinig comfort biedt op de kleine schokken of bij rustig toeren, maar wel een oorlogswapen is dat geknipt is voor chrono’s. We hebben de indruk dat hoe oneffener het terrein en hoe harder we rijden, de fiets zich steeds beter gedraagt. Met de Fox-veringen op het model 2017, moeten we een interessant compromis bekomen doordat de vele instellingsmogelijkheden behouden blijven, maar met een net iets toegankelijker karakter voor het grote publiek en een ietsje soepelere vering. Wat een goede zaak is.
De afmontage van dit high-end model van de Orbea Rallon ligt in lijn met de doeleinden van de fiets, meer valt er niet over te zeggen. Behalve dan enkele problemen met de constantheid van de werking van de Shimano XT-remmen. Een veelvoorkomend probleem op de eerste productiemodellen van de M8000-generatie dat we zelf konden vaststellen tijdens onze duurtest. Maar het lijkt erop dat dit probleem ondertussen is opgelost. We hebben ook een aantal bedenkingen bij het geheel stuur/stuurpen van 35 millimeter: het is geweldig voor de stijfheid bij stevig stuurwerk, maar het is ongemakkelijk bij langdurig gebruik en naar ons gevoel brengt het niet veel bij.
Verdict
De Orbea Rallon is een zeer geslaagde enduro bike. Resoluut georiënteerd om te racen en bestemd voor ervaren renners, vooral in zijn X-Team-versie. Toch heeft hij een zekere dosis veelzijdigheid, vermits deze duurtest ons heeft geleerd dat hij capabel is om overal en lang te rijden, zelfs zonder de hulp van kabelbanen. Met hem moet je niet rustig aan doen in de verbindingsritten, alvorens hem bergaf los te laten en de geluidsmuur te doorbreken. Maar opgelet, en we herhalen het nogmaals, in tegenstelling tot een Occam is hij niet geschikt voor iedereen. Zijn veringen en zijn geometrie verlangen een goede bagage en een minimum aan fysieke conditie om er het beste uit te halen. Maar voor wie hem getemd krijgt, is dit een geweldige fiets.
Meer info: www.orbea.com