Test | Orbea Rise SL: een geniale drie-in-één

Door Adrien Protano -

  • Staff pick

  • Techniek

Test | Orbea Rise SL: een geniale drie-in-één

De licht ondersteunde Orbea Rise heeft in 2024 geprofiteerd van een volledige revisie, met als doel de belangrijkste punten van kritiek op de vorige versie te corrigeren. Spoiler: dit heeft zijn vruchten afgeworpen! Hij is verkrijgbaar in twee versies en het is met het model met de kleinste veerweg – de Orbea Rise SL, 140 mm – dat we deze test hebben afgewerkt. Hoe gedraagt ​​hij zich? Wat verandert er ten opzichte van de vorige generatie? Wat zijn de verschillen met de LT-versie met de langste veerweg? We leggen je het allemaal uit:

Nog vóór de presentatie aan het grote publiek mochten we in de Pyreneeën al kennismaken met de nieuwe Orbea Rise, die ons bij die kennismaking nog meer wist te overtuigen dan de vorige generatie, die al zeer geslaagd was!

Ter opfrissing van het geheugen herhalen we dat het Spaanse merk heeft beslist om het idee van een ‘machine voor alle doeleinden’ achterwege te laten door de Rise op te splitsen in twee meer gerichte en geoptimaliseerde versies: de LT-versie (Long Travel) met een royale veerweg van 160/150 mm voor/achter (hier op de foto) en een meer klassieke SL-versie (SuperLight) met een veerweg van 140 mm.

Omdat we tijdens de presentatie in de Pyreneeën op de LT-versie van de nieuwe Rise hebben gereden, kozen we voor deze test voor de meer veelzijdige SL-versie. Omdat de twee versies hetzelfde frame delen, herhalen we hier kort de bijzonderheden en nodigen we je uit om ons vorige artikel te bekijken voor meer details: Test nieuw | Orbea Rise 2024: vervaagde grenzen, nieuwe horizonten.

Frame: licht!

De nieuwe generatie van de Orbea Rise behoudt zijn esthetische DNA, maar krijgt een volledig nieuwe architectuur met een asymmetrische versterking die doet denken aan de endurofiets van het merk, de Rallon.

Ons testmodel gaf op onze weegschaal 16,90 kg weer … Een mooie score!

Het frame van deze Orbea Rise 2024 wordt door het merk aangekondigd op 2,2 kg (in maat M en zonder demper), een gewicht dat ongeveer identiek is aan dat van de vorige generatie. Ons testmodel gaf op onze weegschaal 16,90 kg weer … Een mooie score!

Voor de rest wijzen we er alleen nog op dat het Spaanse merk de stijfheid van zijn frame aanzienlijk heeft herzien (wat niet zonder gevolgen is op het terrein, maar meer daarover vertellen we in het hoofdstuk Terreintest). Dit verklaart de asymmetrische versterking binnen de voorste driehoek en het gewicht dat identiek is aan de vorige generatie.

Net als bij de vorige generatie gebeurt de doorvoer van de kabels intern (geleid in de voorste en achterste driehoek), met een ingang in de headset. Zoals we bij de lancering van de fiets hebben uitgelegd, is het merk zich terdege bewust van de praktische nadelen van deze keuze en zorgt het ervoor dat het de lange levensduur van de lagers heeft uitgespeeld om onderhoudswerkzaamheden te beperken. Dit impliceert het gebruik van hoogwaardige lagers (ter illustratie: de bovenste lager zou twee keer de prijs kosten van het complete balhoofd van de oude Rise) en ook de royale bescherming hiervan. Dit kon echter niet vermijden dat we aan het begin van onze test te maken kregen met een terugkerend geluid, dat opgelost werd door de Orbea-technici door een kleine defecte ring te vervangen. Het geluid is daarna nooit meer teruggekomen.

Net als bij bepaalde andere modellen in de catalogus heeft Orbea gewerkt aan de insteeklengte van de telescopische zadelpen, zodat de Rise kan worden uitgerust met een telescopische zadelpen van 200 mm in de maten S en M, en 230 mm in de maten L en XL.

Om het frame zo duurzaam mogelijk te maken, heeft Orbea ervoor gekozen om de fiets standaard uit te rusten met een beschermende vinylfilm. Voor de rest merken we de aanwezigheid op van een rubberen bescherming op de liggende achtervork, evenals een kleine dop die het onderste draaipunt beschermt tegen projectielen die worden opgeworpen door het achterwiel.

Ondersteuning: het langverwachte antwoord

Net als bij de vorige generatie werkte Orbea nauw samen met Shimano om een specifieke oplossing te ontwikkelen die aangepast is aan zijn model: ziehier de tweede generatie van de EP 801 RS! RS staat voor Rider Synergy, namelijk het aanpassen van het programmeergedeelte van de motor om de meest natuurlijke en veelzijdige ondersteuning te bieden die mogelijk is, maar het Spaanse merk heeft zijn ondersteuning echter verder ontwikkeld om te reageren op de belangrijkste kritiek van het publiek.

Een van de meest voorkomende opmerkingen die we konden horen/lezen over de vorige Rise betrof de ‘beperking’ van de motor. Zoals we al zeiden, heeft de door Orbea uitgevoerde RS-aanpassing alleen invloed op het programmeergedeelte. Voor het overige is de Shimano EP8-motor materieel identiek aan de standaardversie. Bij de vorige generatie van de Rise vonden sommigen het zonde om deze ‘grote’ motor mee te sleuren om alleen maar te profiteren van een beperkt vermogen (aangezien de door Orbea gekozen programmering het koppel beperkte voor een natuurlijker resultaat).

De Boost-modus ontwikkelt nu een koppel van 85 Nm, vergeleken met 54 Nm voorheen.

Orbea heeft daarom gereageerd met deze tweede generatie van zijn Shimano EP801 RS-ondersteuning door de Boost-modus aan te passen, die nu een koppel van 85 Nm ontwikkelt, vergeleken met 54 Nm voorheen. “Deze nieuwe RS+-modus (noot van de redactie: begrijp Boost) en zijn koppel van 85 Nm zijn er voor technische beklimmingen waar het niet mogelijk is om een ​​hoge trapfrequentie aan te houden, en waar de 54 Nm van de lagere modi een beetje te min was. We hebben deze krachtpiek op dit precieze moment nodig, maar niet voor de rest van de tocht. Dat is de reden van bestaan voor deze RS+ die we in de Boost-modus vinden”, legde Markle Uriarte, de productmanager van Orbea, uit toen de fiets werd gepresenteerd.

Naast de stevige Boost-modus van deze EP801 RS Gen2 vinden we een klassieke Eco- en Trail-modus die een koppel van 54 Nm ontwikkelen en in lijn zijn met het DNA van de Rise: het bieden van het meest natuurlijke trapgevoel dat mogelijk is.

Ieder zijn eigen batterij, want Orbea biedt de keuze uit twee formaten: een kleinere van 420 Wh (1.960 kg) en een tweede van 630 Wh (2.880 kg). De echte nieuwigheid is echter onzichtbaar voor het blote oog als we het hebben over deze nieuwe batterijen van Orbea, aangezien het merk op het niveau van de cellen heeft aangedrongen op innovatie, met een aangekondigde energiedichtheid die hoger is dan die van alle andere batterijen die momenteel op de markt verkrijgbaar zijn. Het merk biedt ook een Range Extender-optie, wat betekent dat een extra batterij in de bidonhouder kan worden geplaatst. Deze heeft een capaciteit van 210 Wh voor 1,1 kg, waardoor je een Rise kan bekomen die is uitgerust met een batterij van 840 Wh, genoeg om lange uitstapjes aan te kunnen! De oplaadpoort bevindt zich aan de onderkant van de zitbuis.

Standaard is het alleen de minimalistische Shimano-bediening op het stuur die verantwoordelijk is voor het besturen van de ondersteuning. Deze is eenvoudig en effectief en kan worden gekoppeld aan een Garmin GPS of aan een Shimano-scherm als je dat wenst (de optie is beschikbaar in de online configurator van het merk voor een meerprijs van € 149). We herinneren je er ook aan dat deze ondersteuning compatibel is met de gratis Shimano E-Tube app, waarmee je de ondersteuningsmodi van jouw fiets kunt personaliseren.

Merk op dat de twee meest toegankelijke versies van deze nieuwe generatie Rise (H20 en M20) zijn uitgerust met een Shimano EP600 RS+ Gen 2-motor. Ter herinnering: dit kleine broertje van de EP801 deelt dezelfde technische kenmerken, maar in een zwaarder chassis (3 kg versus 2,7 kg, door het gebruik van aluminium, waar de EP801 profiteert van een magnesium behuizing).

Geometrie Orbea Rise 2024

Qua geometrie wordt de Orbea Rise SL gekenmerkt door een balhoofdhoek van 65,5° (-1° of 0,5° vergeleken met de vorige generatie), een zitbuishoek van 78° (vergeleken met 77° of 76,5° voorheen), een reach van 465 mm in maat M (+15 mm bij elke maat), een liggende achtervork van 440 mm (5 mm korter dan de Rise 2022) en een bottom bracket van -37 mm.

Veringen: een winnend team verander je niet ( te veel)

Tussen de twee versies van deze nieuwe Orbea Rise is de SL-versie degene die het dichtst in de buurt komt van de versie die we eerder kenden, aangezien deze voor en achter een veerweg van 140 mm heeft. Geen verandering in de architectuur van de ophanging, net zoals bij de vorige generatie zien we immers een 4 Bar Linkage.

Orbea werkte nauw samen met Fox om specifieke interne instellingen voor de veringen te ontwikkelen. Het is dus een 34 Factory Grip X-voorvork en een Fox Float Factory Evol-demper die we op ons testmodel aantreffen.

Onderdelen Orbea Rise 2024

Voor de duur van deze test kregen we de luxe M-LTD versie ter beschikking van Orbea. Zoals hierboven al beschreven bestaan de veringen uit een Fox 34 Factory Grip X-voorvork en een Fox Float Factory Evol-demper.

De aandrijving is een Sram XX T-Type, met een 34-tands kettingblad en een 10-52 cassette. Meer over deze uitstekende elektronische aandrijving lees je in dit artikel: Test | Sram Eagle AXS 2023: zonder gelijke.

Voor de remmen ging Orbea aankloppen bij Shimano en dus zien we een paar XTR M9120-remmen met zowel vooraan als achteraan een remschijf van 180 mm.

We vertelden al eerder dat Orbea onlangs is begonnen met de productie van zijn eigen wielen. Onder de Rise M-LTD liggen dan ook een paar Oquo Mountain Control MC32LTD-wielen met Schwalbe Wicked Will Evo-banden (2.40″, Super Race, SpeedGrip, Addix).

Voor de zadelpen viel de keuze op een Fox Transfer SL (met kabel, en dus niet de recente draadloze versie: Nieuw | Fox Transfer Neo: eindelijk een draadloze telescopische zadelpen bij Fox!) met daarop een Fizik Terra Ridon X1-zadel van 145 mm. De cockpit komt uit eigen huis met een carbon OC Mountain Control MC10-stuur (rise van 20 mm en 800 mm breed) gecombineerd met een aluminium stuurpen.

Versies en prijzen Orbea Rise SL 2024

Als Orbea ten tijde van de lancering van de fiets – in mei jongstleden – slechts twee versies onthulde, heeft het Spaanse merk zijn catalogus een paar weken later al uitgebreid met twee extra – en goedkopere – modellen:

Beginnen doen we dit overzicht met het instapmodel van de nieuwe Rise 2024: de H20 (5.499 euro) is het enige aluminium model in de catalogus. Hij is als volgt uitgerust:

  • Fox 34 AWL-voorvork
  • Fox Float Performance-demper
  • Shimano EP600 RS Gen2 MC-motor
  • Shimano SLX/XT-aandrijving
  • Shimano M6100-remmen
  • Race Face AR 30c-wielen

De Orbea Rise SL M20 met een prijs van  6.599 euro is het eerste model met een carbon frame:

  • Fox 34 Performance Grip-voorvork
  • Fox Float Performance-demper
  • Shimano EP600 RS Gen2 MC-motor
  • Shimano SLX-aandrijving
  • Shimano M6100-remmen
  • Race Face AR 30c-wielen

De Orbea Rise SL M10 met een adviesprijs van 7.999 euro vormt het middensegment van de Rise-familie. Hij is als volgt uitgerust:

  • Fox 34 Factory Grip X-voorvork
  • Fox Float Factory Evol-demper
  • Shimano SLX/XT-aandrijving
  • Shimano XT-remmen
  • Oquo MC32TEAM-wielen
  • Schwalbe Wicked Will Evo-banden (2.4″, Super Race,

    Soft Compound)

De Orbea Rise SL M-Team (11.999 euro) is het duurste model uit de Rise-familie, wat uiteraard ook te merken is aan de luxueuze onderdelen:

  • Fox 34 Factory Grip X-voorvork
  • Fox Float Factory Evol-demper
  • Sram XX Eagle T-Type aandrijving
  • Shimano XTR-remmen
  • Oquo MP30LTD-wielen
  • Schwalbe Wicked Will Evo-banden (2.4″, Super Race,

    Soft Compound)

We herinneren je er nogmaals aan dat je met het MyO-personalistieprogramma de kleuren van jouw frame, maar ook van jouw Oquo-wielen, kunt kiezen. Via de online configurator van het merk kan je bovendien je keuze maken uit onderdelen en grootte van batterij, zodat je een fiets bekomt die het beste bij jouw voorkeuren past.

Orbea Rise SL 2024: de terreintest

De Orbea Rise kennen we ondertussen goed, want op de vorige versie hebben we veel kilometers afgemaald. Niet alleen voor onze test, maar ook om de 180 kilometer van de Stoneman Arduenna met een enkele batterij en range extender te rijden. De uitdaging werd toen succesvol beëindigd, maar dan met een iets aangepaste, lichtere en ‘gemarathoniseerde’ versie van de Rise … die heel dicht in de buurt komt van de hier geteste Rise SL! Omdat Orbea toen met de Rise op twee paarden wedde, met een licht frame maar redelijk robuuste onderdelen, viel de fiets soms tussen twee stoelen.

En dus besliste Orbea om de Rise in twee te splitsen: de LT-versie die we testten tijdens de presentatie in de Pyreneeën en de SL die we voor deze test kregen. Kortom, vertrekkende vanuit dezelfde basis hebben we voortaan twee versies die beter zijn aangepast aan verschillende types terrein, zonder dat we onze toevlucht hoeven te nemen tot specifieke aanpassingen. Bovendien hebben we tijdens deze test meerdere keren tegen onszelf gezegd dat we de Stoneman vrijwel zonder enige aanpassing opnieuw hadden kunnen rijden met de nieuwe Rise SL.

Het is niet zozeer het gewicht dat dit verklaart, want er is slechts 500 gram verschil met het productiemodel van de vorige generatie, en we zijn erin geslaagd om met onze zeer lichte Rise die we toen speciaal voor de Stoneman hebben opgebouwd veel lager te gaan dan de 16,9 kg van het huidige model. Wat vooral is veranderd, is de zitpositie van de rijder, die nu nog prettiger is bij het trappen met een meer rechtgetrokken zitbuis. Ook het gedrag van de vering is anders en nog minder gevoelig voor pompen dan op de vorige generatie. We maken nog steeds graag gebruik van de lockout (helaas niet erg toegankelijk) op lange beklimmingen en op biljartvlakke ondergrond, maar het is geen verplichting om deze te gebruiken.

En er zijn ook de Oquo-wielen (het onderdelenmerk van Orbea) die bijna XC-wielen zijn en die veel bijdragen aan de indruk van lichtheid die deze fiets uitstraalt. Ze vertoonden geen zwakte tijdens deze test, die uiteindelijk behoorlijk gevarieerd was omdat we naast onze gebruikelijke routes en de specials in Belgische trailcentra ook de Transmaurienne reden met de fiets. De banden, die vals veelzijdig waren, vonden we minder geschikt. De Schwalbe Wicked Will gaat snel in de fout op natte ondergrond en zelfs als het droog is, kunnen ze lastig zijn. Qua rendement kunnen ze ook niet concurreren met echte XC-banden. Kortom, we waren niet overtuigd en we hadden liever gezien dat Orbea de SL-kaart tot het einde uitspeelde door echte XC-banden te monteren zoals het duo Schwalbe Racing Ralph/Ray, die tenminste echt veelzijdig zijn.

Ondanks onze bedenkingen bij de banden vormen al deze elementen een zeer interessant en samenhangend pakket voor het maken van zeer gevarieerde uitstapjes, zolang we niet streven naar een toegewijd endurogebruik. Zoals we al zeiden, trapt de Rise goed. Heel goed zelfs! Tot het punt dat we soms zelfs vergeten de ondersteuning aan te zetten, zelfs als de weg een beetje stijgt. Nadat we vergeten waren de batterij op te laden, merkten we dat we zonder ondersteuning een lus van 30 km / 600 m hoogteverschil reden, en we hadden de indruk dat dat beter ging dan op een zware endurofiets. We zeiden het al: de zitpositie en de vering doen wonderen op dit gebied.

Dat is allemaal leuk en aardig, maar een e-mountainbike is nog steeds gemaakt om met ondersteuning te rijden! Zoals gezegd werd de motor grondig herzien met de komst van de nieuwe Shimano EP801-motor. Oorspronkelijk was de motor beperkt tot een koppel van 54 Nm om de autonomie en een natuurlijk rijgevoel te bevorderen. Nu hebben we de mogelijkheid om tot 85 Nm te klimmen, zoals de ‘klassieke’ EP801, en de ondersteuning naar eigen smaak op punt te zetten met in totaal maximaal 15 modi vergeleken met 3 basismodi. Zover zijn we niet gegaan, maar we hebben wel een aangepaste ondersteuning gecreëerd met 7 ondersteuningsniveaus, oplopend tot 85 Nm. Op deze manier kan je het niveau altijd heel fijn doseren naargelang jouw behoeften.

Zelfs met de beperkte RS-ondersteuning die wordt aangeboden onder de originele modi van Orbea, hebben we de indruk over een echte ondersteuning te beschikken, die zacht en zeer aangenaam aanwezig is. Zelfs op hellingen met een hoog percentage is er geen gebrek aan ondersteuning van de motor en het verschil met een full power e-bike zit hem alleen in de kruissnelheid die iets lager ligt. Maar aan de andere kant is deze lichte ondersteuning veel subtieler dan een krachtige ondersteuning waardoor bepaalde passages makkelijker worden omdat het doorslippen van het achterwiel vermeden wordt. Wij geven de voorkeur aan finesse boven snelheid.

Door over te schakelen naar een ondersteuning die geleidelijk stijgt tot 85 Nm, hebben we het beste van twee werelden: een subtiel uitgebalanceerde ondersteuning in de Trail-modus en een echte krachtbron in de Boost-modus. Jammer is dat we standaard geen recht hebben op een display van Shimano om precies te weten in welke modus we zitten en een beter zicht te hebben op het laadniveau van de batterij. Het scherm van Shimano is wel als optie verkrijgbaar (+149 euro) en het is ook mogelijk om de informatie op een Garmin GPS weer te geven.

Hoe zit het met de autonomie? Dankzij de nieuwe batterij van 410 Wh en het verfijnde beheer van de Shimano EP801-motor is deze nog indrukwekkender dan op de eerste versie. Dat wil wat zeggen! Aan zijn stuur kunnen we ons tochten met meer dan 2000 hoogtemeters voorstellen zonder al te veel na te denken over de gebruikte modus (rijder van 75/80 kg). Zelfs als je stijgt tot een koppel van 85 Nm, kun je gemakkelijk 1500 hoogtemeters halen. Als je het aandurft om hier en daar zonder ondersteuning te rijden, kun je vandaag zeker een Stoneman (180 km en 4000 hoogtemeters) overwegen … zonder range extender! Kortom, hij is absoluut schitterend en zeer aangenaam om mee te rijden, zonder je echt zorgen te hoeven maken over de autonomie van de batterij. en dat in de wetenschap dat hij rijdt als een grote klassieke all-mountain moest de batterij ongewild toch leeg geraken.

Ondanks een fijne levendigheid bij het trappen en een vering die niet erg onderhevig is aan pompen, werd het comfort niet vergeten. De Rise is een fiets die de schokken zeer goed filtert en meegaand is voor de berijder. De Fox 34-voorvork volgt de bewegingen van het terrein heel goed. We hadden misschien gevreesd dat het chassis een beetje licht zou zijn om zich op zeer technische paden te wagen, maar in werkelijkheid konden we hem niet op een fout betrappen. Natuurlijk geven we voor enduro, voor grote drops of voor rijders met een groter postuur de voorkeur aan de Fox 36, maar deze ‘kleine’ Fox 34 verbaasde ons. Net als zijn uitstekende GripX-cartridge, die bijzonder geschikt is voor all-mountain. Deze werkt subtiel op kleine schokken en biedt een uitstekende ondersteuning op ruwer terrein. Kortom, onberispelijk. Ook aan de achterzijde is de demping zeer overtuigend, ook al voel je soms de kleine Fox-demper verharden op lange, hobbelige afdalingen.

Met zijn vedergewicht voor een e-bike is de Orbea Rise ook leuk om te rijden in bochtige stukken en afdalingen waarbij je tussen obstakels moet laveren. Het is ook een genot om kleine sprongen en bunny-hops te maken met deze fiets, die bijna als een fiets zonder ondersteuning kan worden bestuurd. We hebben ons meer dan eens op enduropaden gewaagd, ook al gaat het om de SL-versie die minder efficiënt is dan de LT-versie, en daar deed onze ‘kleine’ Rise het helemaal niet slecht! Hij moet dynamisch worden bereden en is minder vergevingsgezind voor fouten dan een echte grote enduro, maar hij bracht ons altijd naar beneden met een gevoel van gemak en veiligheid, zonder een flinke dosis plezier te vergeten.

Verdict

Hadden we ooit gedacht dat het op een dag mogelijk zou zijn om drie fietsen in één te hebben? Met de Rise kunnen we zeggen dat we in principe over een lichtgewicht e-mountainbike beschikken, maar ook over een echte power e-bike met een krachtige motor … en een klassieke fiets, die zonder ondersteuning best goed presteert. Deze Rise is uitstekend bij het trappen op de pedalen, maar ook erg leuk om te rijden, comfortabel en geruststellend. Zijn assistentie kan alles: je discreet helpen in de beperkte RS-modus of je een flinke klap op je achterwerk geven in de ‘full power’-modus, altijd met een behoorlijk indrukwekkende autonomie. Deze Orbea Rise voelt zich bijna net zo op zijn gemak bij het kilometers malen in de marathonmodus als bij het afhaspelen van specials van een trailcentrum. Het is een fiets met een verbazingwekkende veelzijdigheid. En gewoon een prachtige fiets. Als er nog maar één over zou mogen blijven, zouden we hoogstwaarschijnlijk voor hem kiezen.

Orbea Rise SL Team

11.999 €

16,90 kg zonder pedalen, met bidonhouder

  • Verbazingwekkende autonomie die nog verbeterd is vergeleken met de eerste Rise
  • Motor met twee gezichten: licht en vol vermogen
  • Lichtgewicht en uitstekende trapper
  • Plezierig om te besturen
  • Echt veelzijdig
  • Standaard geen Shimano-display
  • Zeer duur
  • Schwalbe Wicked Will-banden
  • Niets te melden

Beoordeling van de testers

  • Best getest
  • Hartendief
  • Prijs-kwaliteit

Meer info via www.orbea.com

DoorAdrien Protano