Test | P1 Race Tech Singularis M30 MTB-wielen: het vermogen om snelheid te behouden
Door Olivier Béart -
Zeggen de P1 Singularis MTB-wielen je iets? Dat kan! Misschien heb je ze nog nooit in het echt gezien, maar als je de World Cup XCO wat volgt dan zou je ze al gespot kunnen hebben op de fietsen van Pauline Ferrand-Prévot en Tom Pidcock. Vojo kreeg de kans om één van de allereerste productieparen te testen.
P1 Race Technologies is een heel jong Amerikaans merk, een soort ‘satelliet’ van Princeton CarbonWorks, dat sinds 2015 bestaat en partner en leverancier is van wielen voor het Ineos Grenadiers-team op de weg.
In dit team vinden we een zekere Tom Pidcock, die zowel op de weg als in het veldrijden en het mountainbiken (waarin hij de regerende olympische kampioen en wereldkampioen is) uitblinkt. P1 Race Technologies is ontstaan als onderdeel van het project rond Tom Pidcock en vervolgens Pauline Ferrand-Prévot, die zich in 2023 bij hem in het team voegde, om MTB-wielen aan te bieden die passen bij hun ambities en de Pinarello Dogma XC, die ook in de eerste plaats werd ontwikkeld voor het team en voor de behoeften van zijn uitzonderlijke atleten.
De toon is gezet, je bent dus gewaarschuwd dat we het hier gaan hebben over een high-end en zeer prestatiegericht product.
Technisch gezien zijn deze P1 Singularis M30-wielen inderdaad nogal … uniek. De velg heeft een interne breedte van 30 mm, de standaard in XCO op het hoogste niveau van vandaag, maar onderscheidt zich door een aanzienlijke en vooral variabele hoogte, aangezien deze schommelt tussen 32 en 36 mm. Het gestelde doel is om de verankering van de spaken te optimaliseren door de velg zo te oriënteren dat de spaken zo verticaal mogelijk worden geplaatst en om hun lengte aan de zijde van de cassette (achterwiel) en aan de zijde van de remschijf (voorwiel) zo kort mogelijk te houden.
Nog een punt waarop deze P1 Singularis-velgen opvallen: de afwezigheid van velglint. Terwijl de meeste velgen op de markt een klassiek gat voor de spaken hebben dat achteraf wordt afgedicht met een plakfolie om ze waterdicht te maken en de montage van tubeless banden mogelijk te maken, hebben de P1-wielen helemaal geen gat ter hoogte van de binnenwand dat in contact komt met de band. Dit maakt de montage complexer (je moet elke aluminium moer aan een klein magnetisch onderdeel bevestigen en vervolgens naar het gat leiden voordat je hem aan de spaak bevestigt), maar we moeten erkennen dat dit het verwisselen van de banden gemakkelijker en betrouwbaarder maakt.
Daarnaast vallen deze carbon velgen ook op door … hun gewicht. Verrassend genoeg is de velg nogal zwaar, met een aangekondigd gewicht van 418 gram, vergeleken met een gewicht van 300 tot 330 gram voor de velgen die we meestal terugvinden op de hoogwaardige wielen op de markt. Het merk is spaarzaam met details hierrond, maar het lijkt erop dat deze keuze werd gemaakt met het oog op het bevorderen van de stijfheid, robuustheid en de afwezigheid van velglint … maar ook met het oog op het creëren van een zekere inertie die gunstig kan zijn voor krachtige renners die in staat zijn om lange tijd een hoge snelheid aan te houden.
Het paar wielen is echter vrij licht, met een gewicht van 1372 gram (geverifieerd op onze weegschaal) voor de versie met een velg met een interne breedte van 30 mm (er is ook een versie van 26 mm met een gewicht van 1276 gram). Bij zulke zware velgen is zo’n score alleen mogelijk door het gebruik van lichte spaken (Sapim CX Ray flat, 28 in aantal) en vooral heel, heel lichte naven.
Deze naven zijn afkomstig van NonPlus, een klein Duits merk opgericht door Tactic, de fabrikant van naven voor Princeton-racewielen. Ook zij zijn ontwikkeld als onderdeel van dit MTB-project en het merk heeft slechts één paar in zijn catalogus (het patroon herhaalt zich) en deze behoort tot de lichtste op de markt: 86 gram voor de naaf van het voorwiel en minder dan 170 gram voor de naaf van het achterwiel (in Sram XD).
Dit vedergewicht werd verkregen dankzij extreme keuzes, zoals de aanwezigheid van aluminium ringen met kartels in de body, terwijl deze bij concurrenten meestal van staal of titanium zijn gemaakt. Op zich is dit degelijk genoeg, ook om met de krachten van Tom Pidcock of Pauline Ferrand-Prévot om te gaan; maar we twijfelen toch aan de betrouwbaarheid op lange termijn. We zien ook dat de lagers erg soepel zijn, maar niet erg goed beschermd. En ook dat de geometrie van de naven uitstekend is, met ver uit elkaar geplaatste flenzen. Kortom, alles voor pure prestaties. Merk op dat de P1 Singularis-wielen ook verkrijgbaar zijn met meer conventionele Industry Nine-naven.
Er blijft nog een laatste punt over dat moet worden aangepakt: de prijs. Het is niet verwonderlijk dat die hoog is, namelijk 2650 euro per paar. Het paar met Industry Nine-naven is iets goedkoper, maar reken toch op 2190 euro.
P1 Singularis M30 MTB-wielen: de terreintest
We hebben met de P1 Race Tech Singularis M30 MTB-wielen op verschillende terreinen kunnen rijden, zowel in de bergen rond het Franse Annecy als in Zuid-Frankrijk en België. Over het algemeen zijn de meningen van de verschillende testers zeer vergelijkbaar en hebben deze wielen een atypisch karakter dat veel punten gemeen heeft met en perfect aansluit bij de filosofie van de Pinarello Dogma XC die in de World Cup XCO gebruikt wordt door de renners van het Ineos-team, en die we onlangs hebben getest (met DT Swiss-wielen op de productieversie; P1 was niet in staat om voldoende wielen te produceren om de seriemodellen van de Pinarello-mountainbikes uit te rusten). Onze eerste indrukken van die fiets lees je hier: Pinarello Dogma XC: een radicale en atypische MTB!
Ook de P1 Singularis-wielen zijn radicaal en atypisch en we voelden hun bijzonderheid op de verschillende fietsen waarop we ze probeerden (Scott Spark RC, Leon Semita, Specialized Epic WC en Origine Théorème FS). In tegenstelling tot andere MTB-wielen die bij het relanceren het grootst mogelijke gevoel van lichtheid en explosiviteit aan de fiets proberen te geven, hebben we het gevoel dat we veel power moeten inzetten om de P1’s te ‘activeren’ en ze in beweging te brengen. Maar zodra de eerste pedaalslagen voorbij zijn, voel je dat ze licht zijn en slagen ze erin een levendige kant te behouden en dat ze helemaal niet plomp zijn zoals wielen die gewoon zwaar en inert zijn.
Inertie: het woord is gevallen. Dit is precies wat we voelen als ze eenmaal ronddraaien en we een bepaalde snelheid hebben bereikt. Je hoeft geen 30, 40, 50 km/u of zelfs harder te rijden zoals op de weg. Al rond de 15-20 km/u voel je dit snelheidsbehoud van de wielen op goed rollende ondergrond, en het voelt een beetje alsof het onderstel je ‘meeneemt’. Dit is iets dat we vaak tegenkomen bij racewielen met hoge velgen (die ook een aerodynamisch voordeel hebben) en ook bij bepaalde gravelwielen, maar wat volkomen ongebruikelijk is bij MTB-wielen waar, laten we herhalen, de meeste merken proberen de lichtst mogelijke velgen aan te bieden om tegemoet te komen aan de vele tempowisselingen die inherent zijn aan mountainbiken.
Het is een atypische en gedurfde keuze van de kant van P1, maar zo stom is het niet, aangezien dit in feite wielen zijn die bedoeld zijn voor profrenners op hoog niveau. Krachtige atleten, die in staat zijn om gemakkelijk de eerste impuls te geven aan deze wielen die iets zwaarder zijn dan de andere, maar daar vervolgens van profiteren om hen te helpen overal een hoge snelheid aan te houden. Dit is met name zinvol op de full-suspensions met 29-inch wielen die de boventoon voeren in de hedendaagse XC-races en die ook zijn ontworpen om precies dit vermogen te hebben om snelheid te behouden, zelfs op een parcours dat zeer technisch en ruw is.
Gezien de hoogte van hun velgen en de filosofie achter het ontwerp, kunnen we terecht vrezen dat deze wielen moeilijk zijn om mee te leven omdat ze in veel omstandigheden te stijf zijn. Het is duidelijk dat we niet over comfortabele wielen kunnen praten. Maar aan de andere kant zijn ze ook niet overdreven stijf en zelfs op steenachtige paden hebben we geen parasitaire trillingen of een te ruwe overdracht van het reliëf van het terrein gevoeld waardoor we de controle konden verliezen. Ja, je moet ze stevig in de hand houden en het traject tonen, maar als ze eenmaal in een bocht zitten, houden ze de lijn goed vast en zijn ze nauwkeurig.
Op lange beklimmingen en in de context van een marathongebruik is de combinatie van lichte wielen met zwaardere, inerte velgen echt interessant om aan een egaal tempo te klimmen. We hebben niet de indruk dat we zware wielen vooruit moeten sleuren en we hebben een klein beetje hulp om onze snelheid te handhaven, wat erg prettig is.
Onze test heeft weliswaar enkele maanden geduurd waarin we soms te maken hebben gehad met natte omstandigheden, maar dit is wellicht nog niet lang genoeg om echt een oordeel te kunnen vellen over de betrouwbaarheid. Er waren zorgen over de aluminium vrijloop, maar die lijkt goed stand te hebben gehouden. Aan de andere kant vereisen de lagers een opvolging en frequent onderhoud om hun soepelheid en prestaties te behouden.
Verdict
P1 Singularis-wielen zijn gebouwd voor pure prestaties en bewandelen een ander pad dan andere om dit te bereiken. Hun verschil komt voort uit hun algehele lichtheid in combinatie met een zwaardere velg dan de concurrentie, waardoor ze een zekere inertie en een vermogen om snelheid te behouden kunnen bieden die de concurrentie – die koste wat het kost een laag gewicht zoekt – niet heeft. Het is duidelijk dat ze gericht zijn op een gespecialiseerd en specifiek publiek, maar zelfs zonder de benen van een wereldbekerwinnaar snappen we het atypische pad dat P1 volgt om op zoek te gaan naar het behoud van snelheid onder alle omstandigheden, in plaats van nerveuze wielen aan te bieden die bij elke herlancering explosief reageren. Kwestie van waar je de voorkeur aan geeft, maar het is goed dat beide paden bestaan.
Meer info via p1racetech.com