Vergelijkende test | Rockrider Race 940 S vs 940 S LTD: welke kiezen?

Eind december 2022 onthulde Rockrider tijdens de presentatie van het Rockrider Racing Team (nu Decathlon Ford Racing Team) het prototype van zijn nieuwe crosscountry-frame. Het doel? Een frame ontwikkelen in nauwe samenwerking met de atleten en aanwezig zijn op de Olympische Spelen van Parijs 2024 met een fiets die kan concurreren met de beste op de markt.

De fiets werd een jaar lang gebruikt in internationale races om hem te testen en het frame te verfijnen. Het prototype werd een jaar later uiteindelijk een productieversie! We vertelden je erover in dit artikel: Test nieuw | De productieversie van de Rockrider Race 940 S is (eindelijk) klaar.

Zoals gezegd biedt het Franse merk twee verschillende modellen aan van zijn op competitie gericht frame:

We benadrukken dat het om een LTD-versie gaat, een luxueus model geïnspireerd op de teamfiets van het merk, en niet een 100% Team Replica-versie, namelijk een perfecte replica van de fiets die wordt gebruikt door de atleten van het Decathlon Ford Racing Team. Het grootste verschil betreft de veringen, aangezien het team veringen van Manitou gebruikt die ten tijde van de lancering van de Race 940 S nog niet in grote series op de markt beschikbaar waren. De rest is vrijwel een exacte kopie en het zijn enkel wat kleine details (of een paar prototype-onderdelen die door het team worden getest) die verschillen. Merk ook op dat de fietsen van de Rockrider-atleten een kleurstelling hebben die niet beschikbaar is, zoals deze gloednieuwe kleurstelling op bovenstaande foto bedoeld voor de Olympische Spelen. Maar onder de laklaag zit wel degelijk hetzelfde frame als bij de productieversie.

Tussen de twee verkochte versies, de 940 S en 940 S LTD, is het frame ook volledig identiek, alleen de componenten verschillen.

Dit is dus een ​​gouden kans om te beoordelen in hoeverre de wijzigingen in de onderdelen waarneembaar zijn op het terrein en ook om nauwkeuriger te zien welke duurdere componenten een meerwaarde betekenen tijdens het rijden … of niet.

Om dit te beoordelen, reden we met beide fietsen op hetzelfde terrein, in dezelfde omstandigheden en met perfect identieke instellingen. Ten tweede hebben we ook bepaalde onderdelen tussen de twee versies uitgewisseld om zicht te hebben op de impact van deze veranderingen.

Aandrijving

Laten we beginnen met iets dat relatief eenvoudig te vergelijken is: de aandrijving. Op het goedkopere model heeft Rockrider gekozen voor een Sram GX T-Type groep, waarbij zijn duurdere grote broer (940 S LTD) profiteert van een XX SL-groep, namelijk de meest hoogwaardige groep van Sram maar ook de lichtste (een verschil van ongeveer 300 gram), en vooral degene die door de atleten van het team wordt gebruikt.

Rockrider koos ervoor om zijn high-end versie uit te rusten met een kettingblad met 36 tanden, omdat het oordeelde dat dit de ideale keuze is voor competitie, waar de gewone 940 S is voorzien van 34 tanden. De cranks zijn 170 mm lang op de maten S en M en 175 mm op de L en XL, en dat op beide modellen.

Op het terrein is het duidelijk dat de GX-versie van de T-Type voortreffelijk presteert, net zo goed als de luxueuzere versies! Dit is een conclusie die we al hadden gevormd bij het testen van andere fietsen, soms gemonteerd met een GX, soms met een XX SL of een XO … maar ook tijdens onze test bij de release van de GX-groep (zie Test nieuw | Sram GX Eagle AXS 2023: de T-Type wordt goedkoper).

Het gewichtsverschil tussen beide groepen is op het terrein niet voelbaar, maar wel aanwezig. Als je een fiets onder een bepaald gewicht wilt krijgen, kunnen de paar honderd gram die je hiermee bespaart doorslaggevend zijn. Het is aan iedereen om te beoordelen of de prijsverhouding per bespaarde gram volgens zijn criteria de kosten echt waard zijn.

We zouden niet helemaal compleet zijn als we de Magic Pulley zouden vergeten die wel op het XX SL-model zit, maar die ontbreekt op de meer toegankelijke GX. Léo legde deze functionaliteit gedetailleerd uit tijdens de lancering van de T-Type: “Het onderste derailleurwieltje is verdeeld in twee delen: de ring met de tanden en de aluminium structuur. De twee zijn niet aan elkaar gelijmd en het merk heeft met de wrijvingscoëfficiënt gespeeld om een ​​derailleurwieltje te verkrijgen dat volledig normaal functioneert, behalve wanneer iets de ster blokkeert: de ring met tanden blijft dan draaien, wat kracht op de kooi vermijdt en het mogelijk breken van de derailleur voorkomt.” We hebben ons geen bijzondere zorgen gemaakt over de kwetsbaarheid van de GX of een mogelijke breuk, maar het is een klein functioneel verschil dat in het voordeel van de XX kan werken.

Het crankstel van het GX-model had de neiging om lichtjes gemarkeerd te raken door de wrijving van de schoenen, terwijl dit fenomeen niet werd waargenomen bij het XX SL-model van de Race 940 LTD, dat van carbon is en standaard goed beschermd is (plastic film op de buitenkant en beschermend rubber aan de uiteinden).

Veringen

Doordat de veringen van Manitou – waar het team van het merk mee rondrijdt – zich nog in de ontwikkelingsfase bevonden ten tijde van de lancering van het seriemodel van de Race 940 S, konden ze niet worden gemonteerd op de modellen die voor gewone stervelingen op de markt werden gebracht. Rockrider wendde zich daarom tot RockShox voor zijn twee productiemodellen.

Op het goedkoopste model vinden we een duo bestaande uit een SID Base-voorvork gecombineerd met een SIDLuxe Select+-schokdemper, die beide een veerweg van 120 mm ontwikkelen en profiteren van de bediening met 3 standen waarmee je kunt schommelen tussen een open modus voor afdalingen, een tussenliggende modus genaamd Pedal voor technische beklimmingen en snelle singletracks en een totale blokkering.

Op het duurdere model zien we betere en (logisch) duurdere veringen: een SID Ultimate-voorvork gecombineerd met een SIDLuxe Ultimate-schokdemper, beide met een veerweg van 120 mm en uitgerust met een bediening met 3 standen op het stuur. Voor meer details over deze veringen, klik hier: Test nieuw | RockShox SID 2024: wanneer iets goeds toch nog beter wordt.

Op het terrein levert de Race 940 S ondanks zijn meer toegankelijke veringsduo zeer goede sensaties. Het meest opvallende verschil zien we aan de SID Base-voorvork waar we ofwel de voorkeur moesten geven aan een soepele werking en algemeen comfort, ofwel aan meer steun in het midden van de veerweg, maar het leek (erg) moeilijk om beide tegelijk te verkrijgen.

De veringen van het duurdere model daarentegen, versterken alleen maar de kwaliteiten van het frame. Met meer ondersteuning en gevoeligheid hebben we meer zelfvertrouwen en durven we het aan om wat gekker te doen tijdens het rijden.

Remmen

Op beide modellen zien we een niet-alledaagse keuze wat betreft de remmen, aangezien het om een paar TRP Slate X2 gaat met een remschijf van 180 mm vooraan en een van 160 mm achteraan. Deze versie, speciaal ontwikkeld in samenwerking met het Rockrider Ford Racing Team, belooft progressiviteit en betrouwbaarheid.

Helaas was de ervaring voor ons een beetje anders, omdat de remmen niet altijd dezelfde remkracht leverden. We moesten ze ontluchten om het probleem te verhelpen. Afgezien van dit kleine incident onderweg, waren de TRP Slate X2-remmen effectief en goed geproportioneerd voor het programma van deze fiets. Over het algemeen waardeerden we het gevoel van deze remmen. Ze missen echter een beetje bijtkracht, maar door de remblokken te vervangen – wat ons erg moeilijk leek – zou je de remkwaliteit al kunnen verbeteren.

Onderstel

Ziehier een interessant punt. Beide versies profiteren van carbon wielen, maar Rockrider voorzag een verschil tussen de twee versies. Maar hoe vertaalt zich dit op het terrein?

Op de Race 940 S bestaat het onderstel uit een paar carbon Reynolds TR309/289 XC-wielen. Ze wegen 1665 gram, hebben een interne breedte van 30/28 mm (voor/achter), Sapim Sprint-spaken, een Reynolds TR MTN-naaf en een levenslange garantie. Ze zijn geschoeid met Hutchinson-banden, namelijk een Kraken Racing Lab (127 TPI karkas, 2.30″) aan de voorkant en een Kraken Racing Lab Hardskin (66 TPI karkas, 2.30″) aan de achterkant.

Op het luxueuzere model zien we een paar Mavic Crossmax XLR-wielen. Deze hebben een interne breedte van 30 mm en een gewicht van 1595 gram. Voor de banden viel de keuze op een Hutchinson Kraken Racing Lab in 2.30″ voor het voorwiel en een Hutchinson Skeleton Racing Lab (Hardskin karkas) in 2.30″ voor het achterwiel.

Het onderstel van de goedkopere versie bleek tijdens onze test efficiënt te zijn en in fase met de fiets. Verrassend was dat het verschil met de Mavic Crossmax XLR ons ​​niet zo groot leek.

Op de Race 940 S gedraagt het Reynolds-paar zich correct en we zijn blij dat we over een paar carbon wielen beschikken voor deze prijs. Een punt van kritiek is misschien dat ze dynamischer hadden gemogen. Een fout die we verwachtten te corrigeren met het paar Mavic Crossmax XLR’s van het LTD-model.

In werkelijkheid was het verschil echter (veel) minder groot dan verwacht. Om de wielparameter te isoleren, hebben we het onderstel van de twee fietsen verwisseld: vooral in de mate waarmee impacts worden geabsorbeerd voelen we beterschap door de overstap naar de Crossmax XLR-wielen, maar een heel grote verandering voelen we niet. Jammer. We hebben ook nog een paar wielen gemonteerd die we waarderen vanwege hun reactieve kant en de observatie was duidelijk: met die wielen voelen we echt een verschil.

Kleine onderdelen

Naast de belangrijkste componenten, verschilt ook een reeks kleinere onderdelen tussen de twee versies. Dit is met name het geval voor de telescopische zadelpen waar de TranzX Light plaatsmaakt voor een Rockshox Reverb AXS. Hoewel de Reverb AXS op papier een overbodige luxe lijkt, vergt de TranzX Light veel moeite om het zadel te laten zakken, wat vervelend blijkt te zijn bij uitstapjes met een zeer gevarieerd profiel.

Bij het 940 S-model komt de cockpit uit eigen huis met een stuurpen van 70 mm in maat M (+- 10 mm afhankelijk van de maat) en een hoek van -20°, vergezeld door een 760 mm breed aluminium stuur.

Net als bij de teamfiets draagt de cockpit van het LTD-model de stempel FSA KFX, met een aluminium stuurpen met een hoek van -20° en een lengte van 60 mm in maat S/M en 70 mm in maat L/XL en een carbon stuur van 760 mm.

Als de voorkant van de fiets preciezer (en iets stijver) leek op het LTD-model, is het moeilijk te onderscheiden in hoeverre dit verband houdt met het chassis van de vork of met de cockpit … Laten we er ook op wijzen dat de stijfheid van het FSA-carbon stuur ons ​​precies goed geproportioneerd leek, waardoor er veel comfort werd behouden en tegelijkertijd extra precisie werd aangeboden. Uiteindelijk gaat het punt naar het carbon FSA-stuur en niet naar de aluminium cockpit van de 940 S.

En het frame in dat alles?

Na enkele weken met deze twee versies te hebben doorgebracht, kunnen we zeggen dat de Rockrider Race 940 S alle goede indrukken bevestigde die we hadden tijdens onze eerste rit op de paden van Altéa in Spanje. Waar het frame ons op onze gebruikelijke testcircuits wist te verrassen, was tijdens technische beklimmingen. De Race 940 S is perfect uitgebalanceerd en biedt een balans die de beste fietsen op de markt waardig is. Naast deze efficiënte zithouding is de Race 940 S levendig en speels. Gezien het XCO-programma is het logisch dat de veringen van de Race 940 S een zekere stevigheid vertonen, terwijl de dosis comfort die nodig is voor lange ritten behouden blijft. Kortom, ondanks zijn gunstige prijs is de Rockrider Race 940 S een echte eigentijdse crosscountry-machine die kan concurreren met de beste frames op de markt.

Conclusie

De Rockrider Race 940 S is een echt eigentijds XC-frame en duivels competitief met de concurrentie! Het is onmogelijk om niet onder de indruk te zijn van de agressieve prijs en de zeer goede prijs-kwaliteitverhouding, of het nu gaat om de goedkoopste versie van € 4.500 of het luxueuzere LTD-model van € 6.500. Maar welke moet je dan kiezen? Na een aantal weken de twee modellen met elkaar te hebben vergeleken, neigt ons hart meer naar de meer betaalbare versie. De LTD-versie heeft nochtans alle kenmerken in huis van een fiets die klaar is om op elke wedstrijd te verschijnen, maar zonder dat de verhouding tussen de duurdere prijs en de winst die dat oplevert met de onderdelen voldoende duidelijk is. Het meest sprekende voorbeeld is de aandrijving, waar de GX-groep op bewonderenswaardige wijze standhoudt in vergelijking met de dure XX SL-groep. Het is ook het kleine verschil tussen de twee wielsets dat ons doet neigen naar de goedkoopste versie. Met een deel van het budget dat wordt bespaard tussen de twee versies (d.w.z. € 2000), is het mogelijk om een ​​paar handgemaakte wielen te kiezen die de fiets levendiger zullen maken en tegelijkertijd perfect aansluiten bij de gebruiker en zijn behoeften/wensen. Aan de andere kant is het onmogelijk om op de LTD-versie het nut van de veringen uit het Ultimate-gamma te ontkennen, die meer ondersteuning en gevoeligheid bieden. Het enige dat overblijft is de keuze tussen het kant-en-klare LTD-frame voor alle omstandigheden, of de meer modulaire (gezien de prijs) 940 S waardoor je hem meer aan jouw voorkeuren kunt aanpassen!

Meer info via www.decathlon.be