Test | Rockrider XC500: ja, het is mogelijk om een (zeer) goede mountainbike te maken voor 1200 euro!
Door Olivier Béart -
Decathlon pakt nog maar eens een keertje stevig uit met zijn Rockrider XC500, een aluminium hardtail voor een superzacht prijsje van 1200 euro. Bijzonder is dat het frame compatibel is met drie wielmaten (29″, 27,5+ en 27,5″). En we kunnen al verklappen dat we niet ontgoocheld thuiskwamen van onze test.
Decathlon dankt een groot deel van zijn reputatie aan zijn goede prijs-kwaliteitverhouding. Nadat het bedrijf een tijdje tegen de stroom in roeide door enkel op 27,5 inch in te zetten, terwijl de 29ers de bovenhand namen, komt men nu met een geheel nieuw gamma op de proppen.
En die vernieuwing begint met de ‘nieuwe’ naam. Exit de naam B’twin, althans op onze mountainbikes want deze naam blijft wel bestaan op de stadsfietsen, voortaan vallen de mountainbikes allemaal onder de noemer Rockrider. Deze naamsverandering moet synoniem staan voor een nieuw tijdperk dat het merk is ingestapt met zijn fietsen.
De Rockrider XC500 werd volledig ontwikkeld in het Franse Villeneuve d’Ascq en eind 2017 tijdens de Roc d’Azur voorgesteld aan het grote publiek. In de loop van 2018 vond hij zijn weg naar de winkels van Decathlon en het is op deze XC500 dat we voor het eerst het Switch and Ride-concept zien dat klanten toelaat om zelf de wielmaat te kiezen, met keuze tussen 29″, 27,5″ of 27,5+.
Dit betekent het einde van een tijdperk dat er in de catalogus van Rockrider enkel fietsen met ‘kleine’ wielen stonden. Voortaan staan er in die catalogus ook 29ers die meer op competitiegebruik gericht zijn (zoals de nieuwe XC900 en 920LTD die tijdens de voorbije Roc d’Azur werden voorgesteld) en drie veelzijdigere Switch and Ride-modellen zoals de XC500 die we hier getest hebben en de XC100S full suspension (waar we later op terugkomen).
De Rockrider XC500 behoort tot het midden/topsegment van de mountainbikes bij Decathlon en dat ondanks zijn prijskaartje van 1200 euro, wat hem bij heel wat andere merken helemaal onderaan de ladder zou plaatsen. Maar we moeten het nog eens herhalen dat Decathlon zich tot een zeer ruim publiek wendt en dat de instapmodellen beginnen rond de 200 euro, terwijl de topmodellen momenteel plafonneren onder de 2000 euro!
Rest de vraag natuurlijk of ook de kwaliteit van de partij is en of de toegevingen die men heeft moeten doen niet te veel doorwegen om aan dit tarief te komen. Dat zullen we ontdekken tijdens deze test.
Frame
Het meest bijzondere aan het frame van de RockRider XC500 is dat het frame compatibel is met drie verschillende wieldiameters. Niet alleen met 29″- of 27,5 Plus-wielen, ook de ‘klassieke’ 27,5″-wielen passen in dit frame. Frames die compatibel zijn met 29″- en 27,5 Plus-wielen hebben we al wel meer gezien en in dat geval is het gewoon een kwestie om voldoende ruimte te voorzien voor de bredere Plus-banden (2.8″ of meer), want de buitenste diameter blijft in dat geval bijna identiek (naargelang het gekozen model van band in 27,5 Plus of 29″ kan er een verschil optreden van één tot twee centimeter – lees er ons artikel over dit onderwerp maar eens op na).
Maar een frame waarin naast 29/27,5+ ook nog eens de gewone 27,5″-wielen passen, dat is veel zeldzamer. Het Switch and Ride-concept dat Rockrider ontwikkelde is dan ook behoorlijk uniek in zijn genre. Het idee daarachter is om een fiets te ontwerpen die geschikt is voor zoveel mogelijk doeleinden en bikers: 27,5″ voor zij die graag een nerveuze en wendbare fiets hebben, 29″ voor meer rendement op rollende stroken en om beter bergop te rijden en 27,5 Plus voor meer grip en comfort.
Dat Switch and Ride-concept was niet mogelijk geweest zonder enkele recente technologische ontwikkelingen, zoals de Boost standaard (148×12) voor de achteras en de 1x-aandrijvingen (1×11 of 1×12). Door het overboord kieperen van de voorderailleur komt er aan het bottom bracket heel wat ruimte vrij opdat de verschillende wieldiameters en bandbreedtes in het frame zouden passen.
De achterdriehoek van de Rockrider XC500 werd sterk onder handen genomen en kreeg een fijne en gebogen staande achtervork. Tussen staande achtervork en achterband is voldoende ruimte zodat eventuele modder zich hier niet kan ophopen, ook niet wanneer je met brede banden onderweg bent (in 29″ kun je probleemloos een band met een breedte van 2.4″ monteren). De liggende achtervork werd kort gehouden en kreeg een knik voor dezelfde reden: voldoende ruimte voorzien aan het bottom bracket.
Het geheel werd gemaakt uit aluminium 6013 en 6061. De grote schuine onderbuis zorgt voor de stijfheid van het frame, terwijl de fijnere bovenkant de kleine trillingen moet opvangen.
De kabels lopen langs de buitenkant van het frame en werden mooi weggewerkt aan de onderkant van de schuine buis om ze aan het zicht te onttrekken. Ook de remklauw van de achterrem werd mooi geïntegreerd in het frame aan de rechterzijde van de liggende achtervork.
Geometrie
De geometrie van de fiets heeft niets extreems en er werd niet uit het oog verloren dat de fiets voor zoveel mogelijk gebruikers bestemd moest zijn: de balhoofdhoek bedraagt 69,5 graden, de korte liggende achtervork meet 430 millimeter en de reach is met 434 millimeter op de medium eerder aan de lange kant (450 millimeter op de hier geteste large).
De brackethoogte is met 315/316,5 millimeter aan de hoge kant op een 27,5+ en 29″, en met 302,5 millimeter aan de lage kant op een 27,5″. Op dit vlak heeft men dan ook een compromis gezocht opdat de drie wielmaten in het frame zouden passen.
Onderdelen
Voor zijn prijs van 1200 euro kunnen we stellen dat de Rockrider XC500 zeer goed is uitgerust met een samenhangend geheel dat breed inzetbaar is, van de debutant tot de ervaren biker. Er werd niet gekozen voor hypercomplexe en hoogtechnologische snufjes, maar wel voor betrouwbare onderdelen die hun deugdelijkheid al hebben bewezen en zonder problemen een intensief gebruik aankunnen.
De Reba-voorvork is een goede keuze die niet veel moet onderdoen voor de topmodellen. De Sram GX 1×11-groep is degelijk (zie hier onze duurtest), maar maakt op het model 2019 plaats voor een Sram GX Eagle 1×12. Daardoor stijgt de prijs van de fiets wel naar 1300 euro. Ook een versie met een NX Eagle ziet in 2019 het levenslicht, dat model gaat voor 1000 euro over de toonbank.
Het Rockrider-zadel voelt wat hard aan, maar de vorm is wel goed. De andere onderdelen komen uit eigen huis en enkel de handvatten bleken echt oncomfortabel. Die kan je best zo snel mogelijk vervangen.
Het blokkeren van de voorvork doe je door middel van een grip shift die naast het linker handvat zit. Dit is geen stom idee, maar in zijn huidige vorm vonden we de grip shift niet breed genoeg waardoor deze niet goed in de hand ligt. Beginners die we met deze fiets lieten rijden, hadden er geen problemen mee, maar onze meer ervaren testers (die ook de andere systemen kennen) vonden het maar niks. Rockrider zou ondertussen aan een ander model werken met een verbeterde ergonomie.
De Sram Level T-remmen missen wat remkracht, maar ze doen wat ze moeten doen, namelijk je tot stilstand brengen.
Op de wielen komen we nog terug in onze terreintest, maar we geven al mee dat ze bestaan uit Sun Ringlé Duroc-velgen met een breedte van 30 millimeter (29 en 27,5″) en 40 millimeter (27,5+). Brede velgen dus waarop de banden tot hun recht kunnen komen en voldoende grip kunnen schenken. De velgen zijn tubeless ready. Rond de velgen ligt een Hutchinson Toro 2.1 of een Taipan 2.8 op de 27,5+.
De naven komen uit eigen huis en de wielen tellen 32 spaken. Licht zijn de wielen niet, want Decathlon koos eerder voor robuuste wielen. In het kader van het Switch and Ride-concept kan je bij de aankoop van de fiets zelf kiezen tussen de drie verschillende wielmaten (29, 27,5 of 27,5+). Achteraf kan je voor 350 euro een tweede wielset aanschaffen (wieltas, banden, remschijven en cassette inbegrepen), maar indien je deze wielset meteen samen met de fiets aankoopt, betaal je slechts een supplement van 200 euro.
Tijd nu voor het verdict van onze terreintest, waarover je meer leest op de volgende pagina. Klik daarvoor op de link hieronder>>>