Transpyr 2024: Avontuur met de hoofdletter A

Door Stijn Delagaye -

  • Staff pick

  • Sport

Transpyr 2024: Avontuur met de hoofdletter A

“It’s an Adventure!” Dat waren de eerste woorden van organisator Oriol Sallent toen ik hem aansprak bij het ophalen van mijn startnummer voor de Transpyr 2024. Zijn woorden schetsen meteen dat de chrono van ondergeschikt belang is tijdens deze MTB-meerdaagse dwars door de Pyreneeën, en dat de beleving primeert!

Dat de Transpyr veeleisend is, vertaalt zich in de te overbruggen afstand van 750 kilometer en bijna 18.000 aan positieve hoogtemeters. “Probeer in 7 dagen maar eens een kortere route door de Pyreneeën te vinden om van de Middellandse Zee naar de Atlantische Oceaan te rijden”, knipoogt Oriol me toe. Slechts zeven etappes hebben we dus om deze Coast to Coast tussen het Spaanse Roses en het Franse Saint-Jean-de Luz te volbrengen, dat betekent inderdaad lange etappes. We weten waar we aan toe zijn!

Wat ook anders is in vergelijking met de andere etappewedstrijden die ik heb gereden, is het feit dat we een gps-route zullen volgen. Er zijn geen markeringen of pijlen die de richting aanduiden, op enkele moeilijkere passages na. Ook staan er geen seingevers in de dorpen of op straten die je dient over te steken. Het is dus iets meer opletten. De meningen over dit concept waren wat verdeeld tussen de deelnemers die ik sprak, maar ergens is het ook wel een begrijpelijke keuze van de organisatie, want correct uitpijlen vergt tijd en manschappen.

Nog een ander verschil is dat bij eerdere wedstrijden die ik reed er een tijdsopname is van start tot finish, waar de Transpyr kiest voor meestal 2 gechronometreerde segmenten tijdens de rit. Die segmenten zijn ongeveer 20 tot 40 kilometer lang. Ik moet toegeven dat ik het eerst wel spijtig vond dat niet heel de etappe gechronometreerd wordt, maar achteraf gaf dit het gevoel dat er minder gekoerst moest worden en je wat meer kon rondkijken. Of even kon stoppen om een fotootje te nemen.

Het was minder stressvol, en na een rondvraag delen meer deelnemers dit gevoel. Je zag hier dan ook deelnemers die het zeer rustig aan deden buiten de segmenten en alles op alles zetten tijdens de race-segmenten. En hierdoor kan de Transpyr ook door enkele toeristische hotspots rijden, denk maar aan het bedevaartsoord Lourdes, waar je onmogelijk de straten een halve dag kan vrijmaken voor een passage van enkele honderden mountainbikers.

De Costa Brava

De richting waarin de Transpyr gereden wordt, verschilt al eens tusssen de edities door. Soms gaat het van west naar oost, dit jaar werd gekozen om van oost naar west te rijden. Verzamelen deden we in badplaats Roses, aan de Costa Brava. Na de verwelkoming in de prachtige Citadel van Roses, die in 1543 werd opgetrokken en tussen wiens muren zich heel wat archeologische vondsten bevinden – waaronder resten van Griekse en Romeinse nederzettingen – zijn we helemaal klaar voor het avontuur.

Vanaf dag 1 verlaten we de zonnekloppers aan de kust en duiken we het Spaanse binnenland in, om pal in het midden van de week, op dag 4, de Franse grens over te steken. Net voor de start vullen we snel ons flesje met water uit de Middellandse Zee dat we, als alles goed gaat, over 7 dagen zullen mengen met het water uit de Atlantische Oceaan.

De eerste 80 kilometer dienen om erin te komen. Over snelle en stoffige gravelwegen stuiven we tussen de kust en de bergen doorheen het Catalaanse platteland. Onderweg kruisen we oude middeleeuwse dorpjes als Besalú, waar iedereen de tijd neemt om te eten, maar ook om even over de Romaanse brug te wandelen of stapvoets door het oude centrum te rijden.

Omdat het venijn in de laatste vijfentwintig kilometer zit, is het klimmen geblazen naar aankomstplaats Camprodon, een bergdorpje met een 800 jaar oude prachtige brug. Ik had de klim in ieder geval onderschat, vermoedelijk door te weinig te drinken, de hitte en een te grote versnelling op de fiets. Regelmatig stond ik te voet.

Schimmen in de mist

Vanaf nu is er geen ontsnappen meer aan de bergen. Dat merken we niet alleen aan ons tempo, maar ook aan de skidorpen die op onze weg liggen. La Molina is het eerste skistation dat opduikt, al zien we er niet veel van door de dichte soep die in de lucht hangt. Als schimmen duiken we op uit de mist.

De regen blijft voorlopig uit en de zon is zelfs weer van de partij als we tijdens de koninginnenrit naar de top van het grootste skigebied van Spanje in Baqueira/Beret klauteren. Die beklimming is maar liefst 40 kilometer lang. Eerst over glad asfalt, nadien over een mooie offroad die ik afhaspel in het gezellige gezelschap van Kempenaars Tom, Litse, Jo en Frank. Dat maakt deze klim net iets leuker en aangenamer. Met hen in de buurt – zij waren in totaal met z’n zevenen – is het altijd fun en lachen.

Naarmate we dichter bij de top komen, worden we opnieuw geconfronteerd met het grillige weer van de bergen. De wolken komen opzetten en de temperatuur daalt al snel van 30°C in de vallei naar 8°C op de top. De heerlijke croque-monsieurs aan de bevoorrading aan het Santuari de Montgarri net onder de top zijn alvast een oppepper.

De afdaling zorgt voor een finaal adrenalineshot. Het smalle pad laveert tussen rotsblokken en slingert over de flanken van een Pyreneeënreus terug de vallei in.

Voet op Franse bodem

Als ik op woensdagochtend de gordijnen van de hotelkamer in Viella opentrek en zie dat er miezerregen uit de lucht valt, kan ik niet zeggen dat ik sta te springen van blijdschap! We verlaten Spanje om voet te zetten op Franse bodem. Dat doen we via een wiebelende hangbrug. Het is harder beginnen regenen wanneer we aan de tweede col van de dag beginnen, de uit de Tour de France bekende Peyresourde.

Helemaal doorweekt zijn we, en de temperatuur van 5°C maakt het er niet leuker op. In de dikke mist zoeken we onze weg naar beneden via een glibberige trail van het Peyragudes Bike Park, waar de modder rond onze oren vliegt. Oppassen is de boodschap en remmen gaat moeilijk met ijskoude vingers.

Onderaan de berg staan we allen samen te rillen van de kou en enkele renners zijn zelfs in een thermisch deken gewikkeld. Met trillende handen verwarmen we ons aan een kopje bouillonsoep. Gelukkig kan ik er mijn natte plunje ruilen voor droge kledij, met dank aan de volgauto. Samen met onze fotograaf Jan deel ik nog snel enkele vesten uit aan andere verkleumde deelnemers.

Het is al na half zes ‘s avonds wanneer we aankomen in het hotel, waar een warme douche ons weer wat bij onze positieven brengt. De laatste deelnemers arriveren pas na achten in Bagnères-de-Bigorre, terwijl wij ons in het casino al tegoed doen aan het buffet.

Na regen komt zonneschijn, letterlijk dan toch, want figuurlijk gaat het me minder goed af. Na een hele nacht ziek geweest te zijn, sta ik de voorlaatste dag met platte benen en weinig energie aan de start. Dit wordt een lange dag, zo een dagje waarin de kilometers niet vooruit gaan … Ook mijn top tien in het klassement zie ik vervliegen.

We komen korter bij de Atlantische Oceaan en begeven ons in Frans Baskenland. De natuur is fantastisch. We rijden door felgroene landschappen. De paarden, koeien en schapen staan overal. We volgen fijne singletrails langsheen steile flanken.

Hier delen we de weg met de eerste pelgrims. De finish ligt immers in het charmante middeleeuwse dorpje Saint-Jean-Pied-de-Port, met zijn kleine steegjes. Dit dorpje is het kruispunt waar pelgrims die de Camino naar Santiago lopen zich verzamelen. Sommigen komen hier toe met al heel wat kilometers in de benen van een van de vele aanlooproutes, voor vele anderen is dit het startpunt. Fysiek was dit een moeilijke dag, maar voor mij en heel wat deelnemers en volgers wel een van de mooiste etappes.

Daar is de Atlantische Oceaan

De laatste dag! De oceaan is in zicht. We volgen vandaag weer deels de pelgrimsroute en dus is het opletten met de vele wandelaars. We blijven een mooi schilderachtig parcours volgen op de steile heuvels begroeid met de typerende felgroene varens van het Baskenland. Van de ene naar de volgende singletrail, waar je geen stuurfout wilt maken, rijden we naar Ainhoa.

Dat Ainhoa een pelgrimsdorp is valt te zien aan de drie mastodonten van kruisen die de heuveltop domineren. In de verre verte zie ik de oceaan liggen. De sfeer zit goed, de finish is nabij. Nog een paar korte maar stevige hellingen. Het is nog even doorbijten, maar dan plots duikt er rechts van mij een witte kite op in de lucht, en niet veel later zie ik de oceaan schitteren in de zon, waar de finishboog net naast het strand staat opgesteld! We hebben het gehaald. Het frisse vocht aan de strandhut smaakt hier zilter dan elders.

Transpyr, wat me bijblijft

– De verscheidenheid aan natuurlijke schoonheid en de pittoreske dorpjes in het Spaanse en Franse berglandschap.
– Het zijn lange dagen in de Transpyr. In eerdere MTB-meerdaagsen zoals bijvoorbeeld de Transalp finishte ik meestal rond 15-16u, terwijl in deze Transpyr het al snel 16-17u werd.
– Het verbroederen met de andere deelnemers: Charlotte, Alain, Litse, Tom, Jo, Frank, Karl, Gerd, Timothy, Roel, Carl, Raf, Thierri, Igor, … te veel namen om op te noemen, dank je wel voor jullie gezelschap onderweg of ’s avonds na de rit in het dorpscafé of bij het buffet!

Een overzicht van de etappes:

Roses – Camprodon: 105 km en 1.800 hm
Camprodon – La Seu d’Urgell: 115 km en 2.700 hm
La Seu d’Urgell – Viella: 130 km en 3.500 hm
Viella – Bagnères-de-Bigorre: 122 km en 3.200 hm
Bagnères-de-Bigorre – Oloron-Sainte-Marie: 95 km en 2.000 hm
Oloron-Sainte-Marie – Saint-Jean-Pied-de-Port: 95 km en 2.750 hm
Saint-Jean-Pied-de-Port – Saint-Jean-de-Luz: 80 km en 2.100 hm

Praktisch

De organisatie laat niets aan het toeval over. De hotels die je boekt via de organisatie zijn prima tot uitstekend en de bagage wordt van hotel naar hotel vervoerd. Mits betaling kan je elke dag je fiets afgeven bij de technische assistentie die dan je fiets kuist en eventuele herstellingen uitvoert. Ikzelf heb hier geen gebruik van gemaakt maar hoorde van deelnemers dat dit dik in orde was.

Heb je trouwens geen zin om de Transpyr met de mountainbike te rijden. Geen probleem! Je kan de Transpyr ook op de weg rijden. Start en finish is uiteraard telkens op dezelfde plaats als de MTB-meerdaagse. Sommige bevoorradingen worden zelfs door beide disciplines gedeeld. Ook e-mountainbikers zijn welkom. Extra batterij packs kan je indien gewenst meegeven met de bevoorradingteams.

Aangezien ik kon rekenen op compagnie en een volgauto zijn we zelf met de auto tot daar gereden. Ben je alleen, of heb je geen transport, dan kan de trein een zeer gemakkelijke en comfortabele oplossing zijn om aan de start te geraken. Tot in Perpignan rijdt er een TGV en vandaar kan je verder met trein of bus. Aan de finish in Saint Jean-de-Luz neem je heel snel en makkelijk de TGV.

Een hardtail of fully? Ik had de keuze, ik had immers twee fietsen meegenomen. Ik startte met de hardtail, wat voor de eerste etappe – door de lange vlakke aanloop – waarschijnlijk de beste optie was. Maar vanaf de tweede etappe ben ik snel overgeschakeld op de comfortabelere fully. Ook hier was het weer snel duidelijk dat je een MTB Stage Race als de Transpyr (of Transalp) beter met een fully rijdt.

Ben je ook zo avontuurlijk en heb je veel zin gekregen om deze Transpyr zelf te rijden? In 2025 vindt de Transpyr plaats van 8 tot en met 14 juni, de inschrijvingen zijn reeds geopend. Volgend jaar keert de organisatie overigens terug naar de oorspronkelijke en voor 100% Spaanse route, in 7 dagen gaat het van de Middellandse Zee (Roses) naar de Cantabrische Zee (Irun).

Meer info via https://transpyr.com

DoorStijn Delagaye